Was het onmacht of onwil? Wendy kan er jaren later nog steeds niet helemaal haar vinger op leggen. Feit is dat ze tijdens haar eerste vruchtbaarheidsbehandelingen ‘flink is tegengewerkt’ door haar toenmalige werkgever. Als chauffeur bij de overheid had ze wisselende roosters. Het was rennen of stilstaan, met soms op het laatste moment extra diensten draaien. ‘De onregelmatige werktijden waren op een gegeven moment onmogelijk te combineren met de IUI- en later IVF-behandelingen. Mijn leidinggevende en directe collega’s wisten dat ik zwanger wilde worden, daar heb ik nooit een geheim van gemaakt. Collega’s deden er soms wat lacherig over, maar mijn leidinggevende leek mij te steunen. Toen hij vertrok en er een andere chef kwam, ging alles ineens moeilijk. Hij reageerde zuchtend en steunend op verzoeken om bijvoorbeeld dagen te ruilen. Het voelde alsof ik op mijn knieën moest voor elke ‘gunst’.
Onnatuurlijk
Als zwanger worden niet vanzelf gaat en je in het medische circuit belandt, kun je er al snel niet meer onderuit: je moet je werkgever en collega’s vertellen wat de stand van zaken is. Dat voelt voor veel mensen onnatuurlijk. Want niks is zo privé als een onvervulde kinderwens en alle emoties die daarbij komen kijken. Bovendien zijn de cijfers weinig hoopgevend: bijna de helft van de werkende vrouwen heeft ervaring met discriminatie vanwege kinderwens, zwangerschap of moederschap, blijkt uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens. Toch is het beter om zo snel mogelijk op je werk te vertellen wat er speelt. Arbeidsdeskundige Monique Mijnders heeft een zelfstandig adviesbureau en benadrukt: ‘Mocht je denken dat je werkgever geen begrip zal kunnen opbrengen voor jouw situatie, realiseer je dan dat je dit niet zeker weet, totdat je het onderwerp met hem of haar hebt besproken. Als jij een waardevolle medewerker bent voor het bedrijf, zullen de meeste werkgevers bereid zijn om mee te denken. Zorg wel dat je zelf de probleemhouder blijft. Neem niet de houding aan van ‘ik kan er ook niets aan doen’. Dit probleem overkomt jou, maar het overkomt óók je werkgever. Hij heeft hier niet om gevraagd, en jouw probleem heeft niets met het werk te maken. Verplaats je in zijn rol, denk na over mogelijke oplossingen en draag die zelf aan. Daarmee erken je dat de situatie creativiteit en flexibiliteit vraagt van je werkgever, zonder dat je dat opeist. De kans is groot dat je met zo’n houding je werkgever aanzet tot meedenken.’
Kwetsbaar en eenzaam
Niet iedere werkgever is helaas even redelijk. ‘Een chef kan je maken of breken,’ zegt Wendy. ‘Dat is natuurlijk altijd zo, maar als je door de behandelingen strak van de hormonen staat, komt alles tien keer harder aan. Ik voelde me heel kwetsbaar en eenzaam. Weinig mensen vroegen hoe het ging en van meeleven of begrip was al helemaal geen sprake. De meeste mannelijke collega’s waren makkelijk vader geworden, die hadden geen benul van het gedoe waarmee ik te maken kreeg. Flauwe cliché-opmerkingen over potjes die zij wel even zouden langsbrengen. Het waren niet alleen de woorden, maar ook de nare sfeer die eromheen hing. Sommige meiden waren wel lief, maar ook een stuk jonger en nog niet met kinderen bezig. ‘Handig joh,’ zei er een tegen me, ‘kun je gewoon seks hebben zonder zwanger te worden.’ Er werd steeds minder rekening met me gehouden. Toen ik op een vrijdag een positieve ovulatietest had en een weekenddienst wilde ruilen omdat ik naar het ziekenhuis moest, vroeg mijn chef doodleuk of het niet tot na mijn dienst kon wachten. Wat ik ook zei om het uit te leggen, hij hield zijn poot stijf. Gelukkig was er toen een collega met wie ik kon ruilen. Maar er is toen wel iets geknapt. Ik kwam overspannen thuis te zitten en ben uiteindelijk ontslagen.’ Volgens arbeidsdeskundige Mijnders kun je bij zo veel onbegrip en tegenwerking eigenlijk maar één ding doen: je serieus afvragen of deze werkgever bij je past. ‘En kies je ervoor om – als je alle factoren hebt afgewogen – bij deze werkgever te blijven, dan moet je je ook neerleggen bij die keuze. Door te blijven mopperen, verander je niets aan de situatie.’
Muur van onbegrip
Patricia was bezig met IUI toen ze aan een nieuwe baan bij een klantenservice begon. Vanaf het begin is ze open geweest over haar privésituatie. En het begon goed: ‘Het was geen probleem. Als ik naar het ziekenhuis moest, kon ik mijn dienst ruilen of verschuiven, iedereen werkte daaraan mee. Alles wat onmogelijk leek, werd mogelijk gemaakt. Ook toen we moesten overstappen op het meer tijdrovende ICSI.’ Helaas veranderde de instelling van haar teamleiders van de ene op de andere dag. ‘Ik was eindelijk zwanger, maar had nog niets verteld. Op het werk kreeg ik ineens een bloeding. Ik mocht naar huis, waar ik een miskraam kreeg. Toen ik me voor de volgende dienst ziek meldde, liep ik tegen een muur van onbegrip op. Het was op dat moment absurd druk op mijn werk en er werd me gezegd dat ik maar gewoon moest komen werken en dat ik werk en privé meer gescheiden moest houden. Na dit incident heb ik er nog drie maanden gewerkt, maar er was iets blijvend beschadigd. Ik heb toen zelf ontslag genomen.’ Toch heeft Patricia geen spijt van haar openheid. ‘Iedereen heeft het recht om tot het uiterste te gaan om zijn kinderwens in vervulling te laten gaan, maar daar heb je wel de steun van je baas bij nodig. Dat zou je niet moeten hoeven uitleggen, dat zou vanzelfsprekend moeten zijn. Ik begrijp nu wel dat mensen het verzwijgen als ze een nieuwe baan zoeken. Ik denk ook dat niemand mij nu zou aannemen.’
Warm bad
Gelukkig kan het ook anders. Gáát het vaak anders. Bij Drieneke bijvoorbeeld, leerkracht op een kleine dorpsschool met zestig leerlingen en moeder van twee kinderen die met hulp van ICSI geboren zijn. ‘Toen duidelijk werd dat ICSI voor ons de enige mogelijkheid was, heb ik in een teamvergadering verteld wat dat zou betekenen. Voor mij, maar ook voor het werk. Mijn collega’s reageerden geweldig. Wat een warm bad. Na die vergadering ben ik naar huis gestuurd omdat ik op instorten stond. Ik ben twee dagen thuis gebleven, terwijl zij extra werkten voor mij.’ Daarna bleven de collega’s Drieneke steunen. ‘Ze vielen voor mij in tijdens de follikelmetingen, op punctiedagen werd ik ziek gemeld. Na de eerste, mislukte, behandeling kreeg ik bloemen en fijne, steunende reacties. En na de tweede, gelukte behandeling, werd ik ontvangen door een gezamenlijk juichend team.’ Ook Wendy kan haar geluk niet op met haar huidige werkgever. Tijdens haar sollicitatiegesprek bij de politie had ze meteen verteld dat het hoofdstuk kinderen nog niet afgesloten was. ‘Het voordeel voor jullie, zei ik met een geintje, is dat je met mij binnen een half jaar weet of ik zwanger ben. Met andere vrouwen moet je dat maar afwachten.’ Tijdens haar vier maanden durende opleiding in haar nieuwe baan had Wendy de behandelingen bewust op pauze gezet, maar daarna begon ze direct met prikken voor de derde IVF-poging. ‘En iedereen leeft mee. Ze vragen hoe het gaat, wanneer een terugplaatsing is, ze bellen of het gelukt is. Het is een totaal andere sfeer dan bij mijn vorige werk. Geen gezeur, geen angst om mijn baan kwijt te raken, geen scheve ogen. Een wereld van verschil.’