Over drie maanden moet Noa van de Munt (11) de knoop doorhakken. Welke middelbare school gaat het worden? Helemaal zeker weet ze het nog niet, maar de kans is groot dat ze kiest voor De Passie in Utrecht, een evangelische middelbare school bij haar in de buurt.
‘Mijn vriendinnen willen waarschijnlijk naar dezelfde school. Het is fijn om iets vertrouwds om je heen te hebben als je aan iets nieuws begint.’ Een school buiten de regio vindt ze een minder goed idee. ‘Dan krijg je vrienden die ver weg wonen.’
Noa vindt het ook belangrijk dat het een christelijke school is. ‘Wij zijn zelf christelijk en het is fijn om mensen in je omgeving te hebben die je begrijpen.’ Moeder Annemieke van de Munt (36), zelf leerkracht in groep 8, knikt instemmend. ‘Ik denk dat het fijn is om in de puberteit nog even bij vooral christelijke kinderen in de klas te zitten’, zegt ze. ‘Zodat je je niet de hele tijd hoeft te verantwoorden voor je geloof. Dat komt later wel, als ze gaat studeren.’
Klasgenoten uit de buurt
Daarnaast vindt ze het een meerwaarde als haar dochters met hun vriendinnen naar school kunnen gaan. Haar man en zij zaten vroeger op een streekschool in Amersfoort. Hun vrienden kwamen uit allerlei plaatsen daaromheen. ‘We misten klasgenoten in onze eigen buurt.’
‘Ik zag toen ook kinderen die ik nog kende van de basisschool’, zegt Noa. ‘Dat was heel fijn.’
Voor zusje Sifra (10) is het een uitgemaakte zaak. Samen met Noa ging ze naar de open dag van De Passie. Zelf zit ze in groep 7, dus ze hoeft pas over een jaar haar definitieve keuze te maken. Andere scholen bezoeken hoeft wat haar betreft niet. ‘Dan ga ik alleen maar twijfelen.’
Toch wil Sifra’s moeder nog wel een paar scholen bezoeken. Gewoon, om de sfeer te proeven, zodat haar dochters een weloverwogen keuze kunnen maken. ‘Ik heb natuurlijk mijn mening wel, maar als Noa heel graag naar een andere school zou willen, is dat bespreekbaar.’ Ook Noa wil nog graag bij andere scholen kijken. ‘Ik wil dat niet!’ roept Sifra overtuigd.
Proeflessen volgen
‘Tijdens een open dag doen de meeste scholen zich natuurlijk zo goed mogelijk voor. Dan gaan ze opeens een auto blussen of figuurzagen’, zegt Annemieke. Haar eigen leerlingen uit groep 8 adviseert ze dan ook om daar een beetje doorheen te kijken. De open dag die ze zelf onlangs bezochten, was tijdens een reguliere schooldag. Eerste- en tweedeklassers hielpen, maar de overige leerlingen hadden gewoon les. ‘Ik zag toen ook kinderen die ik nog kende van de basisschool’, zegt Noa. ‘Dat was heel fijn.’
Sifra volgde een les Engels. ‘Ze spraken ook alleen maar Engels. Dan is het al een beetje alsof je dat vak echt krijgt, maar dan iets leuker en makkelijker.’
Ze volgde ook een proefles gym en biologie. Noa kreeg een voorproefje in aardrijkskunde, natuur- en scheikunde en Engels. ‘Ik vond het heel leuk, maar ja, ik was ook samen met mijn vriendin in de groep. Een andere vriendin van mij zat in een groep waarin ze niemand kende, die vond het minder leuk.’
Het fijne aan deze drie proeflessen, behalve de inhoud, vonden Sifra en Noa dat ze ook al een indruk kregen van het ‘naar andere lokalen lopen’. Omdat de overige leerlingen gewoon les hadden, kwamen ze die tegen op de gang.
‘Mentorgebeuren’
Terwijl de kinderen proeflessen volgden, kregen ouders in de aula een presentatie over de school en konden ze vragen stellen. Zo wilde Annemieke weten of het gymnasium een aparte klas had. Ook over het ‘mentorgebeuren’ wilde ze graag meer horen. ‘Op deze school komen de leerlingen elke ochtend eerst een kwartier bij hun mentor voor een dagopening. Je begint dus elke dag met dezelfde docent voordat je naar de andere lessen gaat. Dat maakt de overstap van de basisschool naar de middelbare school minder groot, denk ik.’
De meiden mogen zelf kiezen naar welke middelbare school ze willen gaan.
Ook over het aanbod aan creatieve vakken wilde Annemieke meer weten. ‘Ik heb twee heel creatieve dochters die het belangrijk vinden dat er muziek- en tekenles gegeven wordt.’
Noa en Sifra hielden zich met heel andere vragen bezig. Noa: ‘Ik wilde vooral weten wie de leraar was. Ik heb geen standaard dingen gevraagd over de school.’ Sifra wilde vooral wat praktische zaken weten. ‘Ik heb gevraagd hoe de lessen in elkaar zitten.’
Al met al gaf de open dag een goede indruk van het leven op de middelbare school en de algehele sfeer. ‘Je moet je er thuis voelen, en er moeten aardige leraren zijn’, vindt Sifra.
De meiden mogen zelf kiezen naar welke middelbare school ze willen gaan. Behalve dat de school christelijk en in de buurt moet zijn, vinden ze het allebei belangrijk dat hun vriendinnen ernaartoe gaan. Sifra: ‘Dan kan ik daar met hen opnieuw beginnen en kunnen we samen wennen.’ Ook gaat ze het liefst naar dezelfde school als haar zus. ‘Dan kan zij mij uitleggen hoe alles werkt, hoe je naar school fietst en wat ze doen, en zo. En we kunnen samen naar school fietsen.’
Overgang
Een klein beetje spannend vindt Noa het wel. ‘Je krijgt allemaal andere vakken en voor elk vak een andere docent. Er komen nieuwe kinderen in je klas …’ Maar aan de andere kant vindt ze het ook heel leuk om een nieuwe start te maken. ‘Het is ook een avontuur.’ Sifra is er vooralsnog vrij nuchter over: ‘Het is nog ver weg. Ik ben er verder nog niet echt mee bezig.’
Op de basisschool worden de meiden al een beetje voorbereid op de middelbare school. Zo krijgen ze allebei dagelijks een beetje huiswerk. Noa: ‘Ik heb niet veel moeite met huiswerk, dus ik vind het niet erg. Je oefent zo al voor de middelbare school en dat is wel fijn. Als je nu geen huiswerk zou hebben, en je krijgt dan opeens heel veel, is de stap veel groter.’
Op de basisschool leren Noa en Sifra Chinese en Hebreeuwse woorden. ‘Op die manier leren ze hoe het is om een compleet nieuwe taal te leren’, vertelt Annemieke. Door nu al te ontdekken wat hun eigen manier van leren is, kunnen ze op de middelbare school beter meekomen. ‘Ik moest vroeger vanuit het niets hele bladzijdes met woordjes leren, terwijl ik dat nog nooit had gedaan. Ik moest het allemaal zelf uitvinden. Zij zijn daar nu al veel beter in.’
Toetsen en adviezen
Voor het zover is, moeten er eerst nog toetsen worden gemaakt en adviesgesprekken gevoerd. In plaats van de bekende Cito-eindtoets, maken kinderen in groep 8 dit jaar voor het eerst een zogeheten doorstroomtoets in februari.
Voor een aantal kinderen hangt er veel af van dat laatste adviesgesprek.
Op basis van de toetsresultaten, het voorlopige advies uit groep 7 en de observaties van docenten, wordt er een definitieve beslissing genomen over het schoolniveau van een leerling. ‘Er wordt bijna nooit afgeweken van het voorlopige advies dat we geven’, vertelt Annemieke. ‘Dus aan het eind van groep 7 weet je wel in welke richting je kunt gaan zoeken.’
Eerder heeft het niet veel zin om na te denken over een passende school, zegt ze. Want krijgt je kind een kader-advies, of juist gymnasium, dan vallen er al heel wat opties af. Meestal blijven er zo’n drie scholen over om uit te kiezen, is haar ervaring.
Voor een aantal kinderen hangt er veel af van dat laatste adviesgesprek. Maar dat is bij Noa en Sifra niet aan de orde. Sinds vorig jaar weet Noa dat ze zo goed als zeker naar het gymnasium zal gaan. Sifra moet nog even geduld hebben voor haar voorlopige advies. Dat krijgt ze pas kort voor de zomervakantie. Maar ook haar schoolresultaten geven al een duidelijk beeld. Deze meiden hoeven zich geen zorgen te maken dat ze niet terechtkunnen op de school van hun keuze.
‘Kijk naar welke school vrienden gaan’
Zes tips van Annemieke (juf in groep 8) en haar dochters Noa (groep 8) en Sifra (groep 7) voor wie een middelbare school moet uitzoeken:
1. Laat de keuze voor een middelbare school in principe over aan je kind. Hij/zij moet zich er prettig voelen.
2. Kijk naar welke school vriendjes en vriendinnetjes gaan.
3. Sommige kerken bieden speciale avonden waar ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs met ouders van kinderen op de basisschool in gesprek gaan en ervaringen uitwisselen.
4. Zoek een school in de buurt, zodat vriendschappen behouden blijven.
5. Ga naar open dagen, maar kijk wel door alle activiteiten heen. Proef vooral de sfeer.
6. Houd rekening met het (voorlopige) schooladvies.
Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.