Hoe Rusland de internationale veiligheidsorde ondermijnt: waarom onderhandelen niet werkt

Waarom schendt Rusland keer op keer internationale verdragen? Deze vraag blijft de internationale gemeenschap bezighouden. In dit artikel duiken we in op de toenemende spanningen tussen Rusland en het Westen, met als focus de ontwikkeling van de veiligheidsorde in Europa na de val van de Sovjetunie. Waarom wordt Rusland vaak beschouwd als een onbetrouwbare partner bij het sluiten van internationale verdragen? In dit essay lees je waarom een fundamentele clash heeft kunnen ontstaan tussen de EU en Rusland, omdat Rusland terug wil naar het Westfaalse systeem, terwijl Brussel de internationale betrekkingen baseert op een post-westfaals systeem.

Hoe de weg naar autoritarisme werd ingezet in postcommunistisch Rusland

In januari 2000 trad Vladimir Poetin aan als president van Rusland, een land dat al jaren in diepe crisis verkeerde. Michael McFaul was de voormalig Amerikaanse ambassadeur in Rusland en een expert op het gebied van democratie en autoritarisme. Hij beschrijft in zijn essay “Russia’s Road to Autocracy” hoe de rechtsstaat onder Poetins voorganger Boris Jeltsin al op instorten stond en hoe de weg naar autoritarisme in Rusland langzaam werd ingezet. Toen Poetin aantrad, was het land in een erbarmelijke staat. Ambtenaren kregen nauwelijks salaris, de winkels lagen leeg en de straten werden gedomineerd door de maffia. Het was een tijd van armoede en uitzichtloosheid voor veel Russische gezinnen, waarin kinderen opgroeiden met weinig perspectief op een betere toekomst. Kortom, de economie zat in het slop, de corruptie tierde welig en de rechtsstaat stelde meer weinig voor.

Niet serieus genomen

Het waren turbulente jaren, Ruslands overgang naar een postcommunistische samenleving. Maar de Russische belangen werden lang niet altijd serieus genomen door de Verenigde Staten. In zijn boek “Not whether but when: The US and the Future of NATO Enlargement” beschreef James Goldgeier hoe Ruslands `veiligheidszorgen´ geen rol speelden tijdens het proces van de NAVO-uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa. Belangrijk om te benadrukken is ook dat de veiligheidszorgen van Polen serieus genomen moesten worden. Het was geen eenvoudige taak om het evenwicht te vinden tussen de veiligheidsbelangen van alle betrokken partijen voor Bill Clinton.

Vliegtuig rechtsomkeer

Eind jaren ’90 escaleerden de spanningen tussen Servië en Kosovo en die leidden er uiteindelijk toe dat in maart 1999 de NAVO militair ingreep. Het leidde tot nog meer spanningen tussen Rusland en het Westen, omdat Rusland zich achter Servië schaarde en de NAVO-aanvallen als onrechtmatig beschouwde. Dit bombardement op Belgrado betekende een keerpunt in de relatie tussen Rusland en het Westen. Zelfs de toenmalige Russische Minister van Buitenlandse Zaken, Yevgeny Primakov, keerde op weg naar de VS boven de Atlantische Oceaan zijn vliegtuig om zijn ongenoegen te uiten. Boris Jeltsin, toendertijd president van Rusland, beschouwde het bombardement als een inbreuk op de soevereiniteit van een ander land. Dit was het bewijs dat het Westen het internationaal recht negeerde! De NAVO-bombardementen waren een zware klap voor Rusland, vooral vanwege de historische banden tussen Servië en Rusland.

Hunkering naar erkenning

Vanaf 2000 nam Poetin het over van Jeltsin, eerst vanaf januari als waarnemend president en vanaf maart 2000 als gekozen president van Rusland. Poetin sprak bij zijn aantreden als president de ambitie uit om Rusland te stabiliseren èn om haar internationale respect te herwinnen. Rusland wilde als gelijkwaardige partner van de Verenigde Staten worden erkend en tegelijkertijd haar invloedssferen in de voormalige Sovjetunie herstellen. Dit streven bemoeilijkte de integratie van Rusland met het Westen. Ondanks deze ambitie sprak Poetin uit dat “Rusland een onderdeel van de Europese cultuur is, en ik mijn land niet los van Europa beschouw. Het is moeilijk om de NAVO als een vijand voor te stellen.” Onder zijn voorganger Jeltsin was het niet gelukt om het respect van voornamelijk de Verenigde Staten te krijgen waarnaar Rusland zo verlangde.

Hoe Poetin Rusland weer op de kaart zette

Poetins doelstellingen waren niet nieuw. Toen in 1996 Boris Jeltsin zijn herverkiezing won en zijn nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken, Primakov aanstelde, luidde de doelstelling eveneens: Rusland zo snel mogelijk terugkeren als grootmacht en weer internationaal worden gerespecteerd. Onder Poetin, maar ook al onder Jeltsin, moesten de democratische waarden van Rusland vaak wijken voor de ambitie om Ruslands grootmachtstatus te herwinnen. Dit had een negatieve invloed op de persvrijheid en op de democratische rechten van de burgers van Rusland. Schrijnend voorbeeld hiervan is toen de Tsjetsjenen gebruik wilden maken van het zelfbeschikkingsrecht, en Jeltsin het Russische leger de opdracht gaf om een einde te maken aan dit separatisme. Onder Poetin werd voornamelijk de oppositie aan banden gelegd. Zo werd de Russische invloedrijke oligarch Mikhail Khodorkovsky in 2003 veroordeeld voor 10 jaar gevangenisstraf na stevige kritiek op het beleid van Poetin.

De val betreuren

Poetin heeft herhaaldelijk publiekelijk aangegeven dat hij de val van de Sovjetunie betreurt en velen in Rusland delen deze mening. De implicatie is vaak niet zozeer de kritiek op het huidige systeem, maar eerder de frustratie over Ruslands afgenomen grootmachtstatus en de huidige economische situatie, die niet kan tippen aan die van andere wereldmachten. Sterker nog, uit een opiniepeiling uit 2021 bleek dat 63 procent van de Russen de val van de Sovjetunie betreurde. Het is duidelijk dat de ambitie om Rusland weer tot grootmacht te maken breed wordt gedeeld in de Russische samenleving en in de politiek. Deze drang naar grootmachtsstatus zal waarschijnlijk nog geruime tijd een belangrijke factor blijven in Ruslands betrekkingen met het Westers bondgenootschap.

Saaie pragmaticus

Maar dit was niet altijd zo. Poetins eerste termijn zich immers door een opvallend pragmatisme. Dit in tegenstelling tot zijn voorganger Jeltsin, die niet alleen een voorliefde had voor Franse wijnen, maar ook bekendstond om zijn ‘gevaarlijke experimenten’ met grondwetten en parlementaire democratieën, waarmee Rusland nauwelijks ervaring had. Poetin daarentegen was vooral een saaie antirevolutionaire pragmaticus. Maar als je het aan de Tsjetsjenen vraagt, zal ‘saai’ waarschijnlijk niet het eerste woord zijn dat in hen opkomt bij het noemen van Poetin. Onder Poetins bewind moesten namelijk 200.000 Tsjetsjenen noodgedwongen huis het haard verlaten vanwege het wrede oorlogsgeweld van Rusland.

Dubbele agenda van Poetin op het wereldtoneel

Op 11 september 2001 werden de Verenigde Staten getroffen door een terroristische aanslag. Terwijl Amerika nog in shock was, bood Poetin direct zijn hulp aan door George Bush Jr. op te bellen en vastberaden te zeggen: “Vertel ons wat we kunnen doen om te helpen en we zullen er alles aan doen om jullie bij te staan.” Dit illustreerde Poetins handelen richting de Verenigde Staten. In bijvoorbeeld Afghanistan leverde Rusland steun voor de Amerikaanse operatie tegen de Taliban, omdat Poetin de Taliban ervan verdacht steun te leveren aan de Salafisten in Tsjetsjenië. Poetin verzette zich wel tegen de Irak-oorlog, omdat Rusland rond 2003 duidelijk economische belangen had in Irak, wat zijn motivatie was om samen met Duitsland tegen de Amerikaanse militaire interventie te pleiten. Pragmatisch opereren, zo kunnen we Poetins handelen op het geopolitieke speelveld het beste omschrijven. Echter, dit zelfde pragmatisme lijkt in latere jaren ver te zoeken. Poetin is nu in Oekraïne met een aan alle perken te buiten gaande oorlog betrokken is, waarbij Rusland de aanstichter van het geweld is. Het is dan ook de vraag of Poetins pragmatisme wel zo lovenswaardig is als sommigen beweren, of dat het eerder een uitdrukking is van een cynische berekening van zijn eigen geopolitieke belangen.

Groeiend wantrouwen

We schrijven ondertussen de periode 2003-2005, en de spanningen tussen Rusland en het Westen werden verder opgevoerd door verschillende ontwikkelingen. De Amerikaanse inval in Irak zorgde voor onrust bij Rusland en andere landen, omdat het een precedent schiep voor unilaterale militaire interventies zonder VN-mandaat. Daarmee schonden de Verenigde Staten de internationale rechtsorde. Daarnaast beschuldigde Rusland de Verenigde Staten van betrokkenheid bij de ‘Kleurenrevoluties’ in onder andere Oekraïne in 2004-2005. Iets wat de Amerikanen als een inbreuk op de Oekrainse soevereiniteit beschouwden en dit leidde eveneens tot verdere spanningen.

De ene strijd is de andere niet

Meer factoren droegen bij aan het groeiende wederzijdse wantrouwen tussen Rusland en het Westen. Zo verklaarde Bush onder andere dat Ruslands strijd in Tsjetsjenië niet hetzelfde was als de internationale oorlog tegen het terrorisme. Dit werd door Russen als zeer kwalijk beschouwd, omdat in hun ogen de Russische strijd tegen het terrorisme werd gemarginaliseerd. Toch valt hier wel wat voor te zeggen, aangezien Rusland grove oorlogsmisdaden pleegde in Tsjetsjenië, hoewel datzelfde uiteraard gezegd kan worden over hoe de Verenigde Staten zich in de War on terror zich hebben gedragen. Poetin was daarnaast ontstemd over het feit dat de Verenigde Staten het ANB-verdrag, een antikernwapenverdrag, eenzijdig had opgezegd. Dit antikernwapenverdrag was juist bedoeld om de nucleaire wapenwedloop tussen beide landen in te dammen.

De Russische paradox

Een relatief onderschat element van de vervreemding tussen Rusland en het Westen is de ogenschijnlijke contradictie. Door Ruslands economische succes halverwege de jaren 2000 verslechterde de relatie met voornamelijk de Verenigde Staten. Het ging Rusland economisch gezien voor de wind, en Rusland kon mede door de stijgende prijs van olie en gas binnen een paar jaar haar schulden afbetalen. Er ontstond een Russische middenklasse en Moskou had het gezag op straat hersteld. Hoewel Rusland autocratisch werd geregeerd (dit proces was al onder Jeltsin ingezet), was er sprake van relatief goede relatie tussen Rusland en het Westen in die periode. Maar juist toen Rusland zich economisch enigszins had hersteld rond 2004-2005 en langzaam terugkeerde als invloedrijke mogendheid op het mondiale toneel, ontstonden er conflicten, omdat Rusland haar invloed op haar voormalige imperium wilde herwinnen. Deze ambitie ging lijnrecht in tegen de post-westfaalse veiligheidsorde. Deze orde was niet langer gebaseerd op invloedssferen, maar op soevereiniteit. Zelfs van de allerkleinste landen. Ook de Amerikaanse inval in Irak was een breuk met dit principe, vandaar dat Duitsland er ook kritisch op was.

Nieuwe internationale verdragen

Wat was er aan de hand met de internationale veiligheidsorde? Vanaf 1991 waren er door de val van de Sovjetunie, geen grootmachten meer in Europa. Vandaar dat dat een gunstig tijdperk was voor een nieuwe, postmoderne veiligheidsorde: niet de invloedssferen van grootmachten zouden meer centraal staan, het zogenaamde Westfaalse systeem, maar de soevereiniteit van elk land. Deze post-Westfaalse veiligheidsorde is gebaseerd op het zelfbeschikkingsrecht van een land op politiek-bestuurlijk vlak, en op de eigen financieel-economische, sociale en culturele ontwikkeling van een land en niet langer op invloedsferen, zoals in de Koude Oorlog en de eeuwen daarvoor. Dat betekende een radicale breuk met het verleden als het gaat om de internationale rechtsorde.

Westfaalse waardensysteem

Waar was daarvoor de internationale rechtsorde op gebaseerd? Sinds 1815 – en zelfs daarvoor al- waren de internationale betrekkingen in Europa gebaseerd op het Westfaalse waardensysteem. Een voorbeeld hiervan is het Congres van Wenen in 1815, waarbij Europese grootmachten als Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Groot-Brittannië afspraken maakten over de grenzen en politieke verhoudingen in Europa. Hierin werd bijvoorbeeld de invloedssfeer van Rusland in Polen erkend en andere grote mogendheden grepen vervolgens niet in toen er een Poolse opstand uitbrak binnenin het Russische Rijk in 1830. De filosofie hierachter was om directe militaire interventies en zo grote conflicten te voorkomen. Dit leidde tot een relatieve periode van vrede en stabiliteit in Europa tot aan de Krimoorlog in 1853.

Tekortkomingen

In dit Westfaalse systeem kwamen de grote mogendheden met elkaar overeen om invloedssferen vast te leggen. Dit systeem was erop gericht om grote oorlogen te voorkomen. En zeker niet zonder succes. In zowel in de post Napoleontische periode van 1815 tot 1853 als in de Koude Oorlog tussen 1950-1990 functioneerde zo´n systeem vrij goed. In deze periode is het mede hierdoor gelukt om grote militaire conflicten tussen grootmachten te voorkomen. Sommige landen, zoals Estland, Polen en Hongarije, beschouwen het Westfaalse systeem tijdens de Koude Oorlog niet als succesvol, ondanks dat het grote militaire conflicten voorkwam. Zo hebben deze landen decennialang onder het Sovjetregime geleefd, wat gepaard ging met politieke onderdrukking en economische achteruitgang.

Ruslands zoektocht naar herstel

Toen Rusland zich echter rond 2005 zich economisch en militair enigszins hersteld had, vond Poetin dat het de hoogste tijd om de Russische waarden ook weer internationaal te herstellen. Rusland wilde weer terug naar de traditionele veiligheidsorde, naar het aloude Westfaalse systeem. Vandaar dat Rusland haar betrekkingen met de Europese Unie vanaf 2005 vooral baseerde op een goede relatie met Duitsland, Frankrijk en Engeland, vanwege Ruslands traditionele denken in de internationale politiek, gebaseerd op grootmachten en invloedsferen. Daarin is nauwelijks ruimte voor kleinere landen. Rusland wilde dus de postmoderne veiligheidsorde teniet doen en terugkeren naar het Westfaalse systeem, dat eeuwenlang dominant was geweest in Europa. En dat leverde toen en levert tot op de dag van vandaag nog steeds toenemende spanning op tussen Rusland en de NAVO, en de Verenigde Staten in het bijzonder. Maar de Verenigde Staten zijn niet altijd even consequent wanneer het dit fundamentele recht van soevereiniteit betreft gezien de illegale militaire operaties van Washington.

Macht en invloed behouden

Wie dat wel zijn, zijn landen die lang zijn onderdrukt door het Russische Tsarenrijk en de Sovjetunie, zoals de Baltische Landen. Deze landen weten als geen ander hoe waardevol vrijheid en hoe pijnlijk onderdrukking kan zijn. Daarom deelde de Estse minister-president Kaja Kalas een persoonlijk verhaal op 25 maart 2023 via Twitter, waarin ze liet zien dat haar moeder in 1949 door de Sovjetunie naar Siberië werd gedeporteerd, wat in feite een tekortkoming van dit Westfaalse systeem pijnlijk illustreert. Dit laat zien dat het Westfaalse soms bij misdaden tegen de menselijkheid simpelweg wegkijkt en daarmee lijdt aan een gebrek aan een moreel kompas. Daarnaast kon dit systeem ook grote conflicten niet altijd voorkomen. De Krimoorlog in 1853 en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 brachten het systeem ernstig in verlegenheid. Het idee dat deze veiligheidsorde nog steeds relevant was in de jaren ’80 en ’90 lijkt daarmee ook gebaseerd te zijn op wensdenken. Het systeem van invloedssferen en machtsbalans is amoreel, omdat het zich primair richt op het behouden van macht en invloed. Dit kan leiden tot het negeren of zelfs schenden van mensenrechten en de soevereiniteit van andere landen en volkeren, als dat in het belang is van de machtsbalans. Het systeem is cynisch omdat het niet uitgaat van een intrinsieke samenwerking en solidariteit tussen landen, maar eerder van een pragmatische benadering waarbij eigenbelang en een alles ontziende machtspolitiek van de grote machtsblokken de boventoon voeren.

Invloedssferen veilig stellen

Het kon niet anders dan dat een confrontatie tussen het Westen en Rusland onvermijdelijk was geworden. Dit had niet alleen te maken met het economische en militaire herstel van Rusland. Er was nog iets hersteld: Rusland was in 2005 instaat geweest om ook haar invloed op de voormalige Sovjetlanden in voornamelijk Centraal-Azië te herstellen. Waar de EU juist democratiseringsprocessen steunde, probeerde Rusland die processen in de voormalig Sovjetlanden met harde hand terug te dringen. Waar de Europese Unie deze landen als onafhankelijke landen beschouwde, zag Rusland landen als Georgië, Armenië, Oezbekistan en in mindere mate ook Oekraïne als Ruslands invloedssfeer. Waar de EU democratiseringsprocessen steunde, steunde Rusland autoritaire leiders, zoals in het geval van de Oranjerevolutie in Oekraïne. Tijdens deze revolutie steunde Rusland de autoritaire Viktor Janoekovitsj, terwijl de EU de pro-westerse Viktor Joesjtsjenko steunde als presidentskandidaat. Met andere woorden: Rusland promoot tot op de dag van vandaag een ander model dan het Westerse democratische-liberalisme.

Westerse veiligheidsorde past niet bij Rusland

Rusland toont sinds Poetins derde termijn als president vanaf 2012 een flagrant gebrek aan betrouwbaarheid door internationale verdragen te schenden die ze zelf in de jaren ’90 heeft ondertekend. Let wel, Rusland had die verdragen ondertekend, niet vanwege haar volledige toewijding, maar omdat Rusland in de beginjaren ’90 nog te zwak was om zich ertegen te verzetten. Een goed voorbeeld voor het schenden van internationale verdragen is het Boedapest-Memorandum, waarin Rusland veiligheidsgaranties gaf aan Oekraïne in ruil voor het afstaan van kernwapens. Echter, toen in 2014 de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj werd afgezet, besloot Rusland haar veiligheidsgaranties in te trekken. Dit komt Ruslands reputatie als het om onderhandelingen gaat allesbehalve ten goede en is een argument om Rusland te diskwalificeren als betrouwbare onderhandelingspartner. Bovendien is voor Rusland de internationale rechtsorde weinig waard: in 2014 annexeerde Rusland de Krim en in oktober 2022 werden op papier, grote delen van Oost-Oekraïne geannexeerd. Het lijkt erop dat de Russische onderhandelingstactiek vooral gebaseerd is op het bekende gezegde: “Belofte maakt schuld, maar als je je beloftes niet nakomt, dan scheelt dat een heleboel geld.” Hopelijk komt Rusland ooit tot inkeer, maar voorlopig blijf ik sceptisch over Ruslands zogenaamde ‘beloftes.’

Amerikaans complot

Inmiddels heeft Rusland de ambitie om weer een grootmacht te worden en haar invloed op de voormalige Sovjetunie te herwinnen. Begrijpelijk vanuit Russisch perspectief, maar het is zorgwekkend dat Rusland bij elke democratische omwenteling in een voormalige Sovjetrepubliek of vazalstaat een Amerikaans complot ziet. Dit getuigt van een gevaarlijke paranoïde houding die de soevereiniteit en politieke ontwikkelingen in deze landen ondermijnt en de internationale rechtsorde in gevaar brengt. De internationale gemeenschap moet er alles aan doen om de soevereiniteit van deze landen te waarborgen en te voorkomen dat Rusland haar invloed op oneigenlijke wijze uitbreidt. Daarom is de steun van de Europese Unie aan Oekraïne essentieel, vanwege het belang voor de internationale rechtsorde, omdat ook de Verenigde Staten deze rechtsorde (wanneer dat hen uitkomt) vijandig is gezind.

Nep-onderhandelingen als tactiek om te manipuleren

Sinds de Russische militaire interventie in Georgië in 2008 zien we een soort nep-onderhandelen van Rusland. Zo’n nep-onderhandeling zien we ook vanaf Ruslands betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne sinds 2014 en in Syrië vanaf 2015. Rusland doet zogenaamd mee aan het vredesproces en aan de onderhandelingen, maar zelfs als er nog wordt onderhandeld, blijft Rusland doorvechten en bombardeert het Russische leger ziekenhuizen, scholen, water- en elektriciteitsvoorzieningen. In Oekraïne is het niet anders waar Russische huurlegers al sinds 2014 betrokken waren. Verschillende mensenrechtenorganisaties wijzen sinds het uitbreken van de oorlog herhaaldelijk naar de aanwezigheid van buitenlandse strijders, waaronder het Wagner Group, in de Donbas. In 2015 kwam het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten met een rapport waaruit blijkt dat de Wagner Group de burgerbevolking terroriseerde en executies uitvoerde zonder enige vorm van rechtsgang.

Fronzen conflict

De oorlog in Oekraïne is deze maand aan haar negende jaar begonnen. Sinds 2015 hebben Frankrijk en Duitsland geprobeerd om met Rusland een verdrag te sluiten en steeds werd dit door Russische speciale eenheden geschonden: mensen vanuit de Wagner Group en mensen vanuit de veiligheidsdiensten die in de media Russische separatistischte worden genoemd. Daarbij komt dat Russische oorlogen vaak eindigen in de zogeheten ‘bevroren conflicten’, wat als een Frozen Conflict wordt aangeduid in de literatuur. Rusland wil graag dat er een onopgelost militair conflict is, zodat wanneer Rusland denkt dat het moment daar is, ze de oorlog weer kunnen hervatten. Vergeet niet dat er een vredesverdrag was in Oekraïne tot eind 2021. Een ander voorbeeld zijn de Minsk-akkoorden, die in 2015 werden ondertekend om het conflict in Oost-Oekraïne op te lossen. Desondanks besloot Rusland om deze akkoorden te schenden door Oekraïne op 24 februari 2022 aan te vallen onder de noemer van ‘speciale militaire operatie.’

Onbetrouwbare partner

Daarom is Rusland een zeer onbetrouwbare partner wanneer het om internationale verdragen gaat. Stel dat het Westen Oekraïne dwingt tot een wapenstilstand, dan ligt het voor de hand dat Rusland haar moment uitkiest om dat verdrag te schenden wanneer dat in hun belang is. Onderhandelen is weinig hoopvol met een land dat keer op keer onderhandelingen saboteert en zich aan werkelijk geen enkel getekend internationaal verdrag houdt. Sterker nog: Poetin gebruikt onderhandelen als manipulatie. Vanuit een postmoderne cultuur zoals in Europa denkt men niet vanuit machtspolitiek. Poetin doet dat wel. Het Westen beticht hem dan van liegen en bedriegen, maar zijn frame van de oude invloedssferen is nu eenmaal anders dan het westerse frame van soevereine landen. Onderhandelen met Rusland heeft dus geen zin. Rusland ontkent het bestaansrecht van Oekraïne simpelweg en daar kun ‘je’ geen concessies aan doen, omdat je daarmee je eigen veiligheidsorde opblaast, die van de EU en de VS. Bondskanselier Angela Merkel zei in 2014 al dat Poetin in een andere werkelijkheid leefde en daar ben ik het volledig mee eens. Poetin benadert de internationale politiek vanuit een negentiende-eeuws raamwerk van machtspolitiek, terwijl de huidige Europese internationale samenwerking uitgaat van individuele, soevereine landen.

Geef niet toe aan machtspolitiek

Het is duidelijk dat onderhandelen met Rusland geen zin heeft. Rusland ontkent simpelweg het bestaansrecht van Oekraïne en heeft zich herhaaldelijk onbetrouwbaar getoond in het nakomen van internationale verdragen. Het Westen zal daarom haar veiligheidsorde moeten beschermen en zich niet laten misleiden door de machtspolitiek van Poetin en zijn frame van de oude invloedssferen. In plaats daarvan moet het Westen vasthouden aan het post-westfaalse systeem, oftewel een postmodern systeem dat niet langer invloedsferen, maar volkssoevereiniteit centraal stelt. Niet alleen Rusland, maar iedereen dient zich hieraan te houden. De Europese Unie is een waardengemeenschap.

Hidde Bouwmeester is historicus en publicist over Rusland en Oost-Europese (historische) vraagstukken

Mijn gekozen waardering € -

Historicus, studeerde de Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. Schreef zijn masterscriptie over de verhoudingen tussen Rusland en de NAVO en is gespecialiseerd in de Post-Sovjetunie.