Zijn geld verdient hij als parkeerwacht, schoenenpoetser, schoonmaker en klusjesman. Hij is in te huren voor alles wat een paar cent oplevert.
Een jaar geleden woonde de 25-jarige Mostafa bij zijn ouders in een buitenwijk in Cairo. Hij werkte als verkoper in een elektronicawinkel en bracht zijn weekenden door met vrienden in het café. In juni 2014 ging hij met een vriend naar een hotelbar om een biertje te drinken. Twee uur later zat hij geboeid en met een blauw oog in een politiecel.
‘Ik werd ervan beschuldigd homoseksueel te zijn’, legt hij uit. ‘Die hotelbar is blijkbaar een ontmoetingsplaats voor homo’s en die avond was er een ‘controle’.’ Een mensenrechtenorganisatie kreeg Mostafa aan het begin van dit jaar vrij. Toen hij thuis kwam deden zijn ouders de deur niet meer voor hem open, was hij zijn baan kwijt en wilden zijn vrienden hem niet meer zien.
Paria
‘Ik ben in één klap alles kwijtgeraakt’, mompelt hij. ‘Mijn leven zoals ik het kende is over.’ Dat hij is vrijgesproken maakt niet uit. ‘Iedereen denkt nu dat ik homo ben, dus ben ik een paria geworden. Mijn broer neemt zijn telefoon niet eens op als ik bel.’
Sinds het afzetten van president Mohammed Morsi in juli 2013 zijn in Egypte zeker 150 mensen in de gevangenis gezet omdat ze homoseksueel zouden zijn. Onder leiding van president Abdel-Fattah El-Sisi worden homoseksuelen meer onderdrukt dan ooit tevoren.
Egyptische homo’s werden al beschouwd als ‘ziek’ en ‘immoreel’. ‘Ik zou liever hebben dat mijn broer kanker heeft dan dat hij homo is, want kanker kun je tenminste genezen’, zo vindt Khaled (28), journalist bij een televisiezender.
‘Immorele ziekte’
Walaa (26), receptioniste bij een taleninstituut, denkt dat het zou helpen als de media meer aandacht aan homoseksualiteit zou besteden, zodat mensen beter begrijpen hoe groot het gevaar van deze ‘immorele ziekte’ is. ‘Het is de verloedering van de maatschappij’, zo weet ze.
Mohammed en Mahmoud hebben al vier jaar een relatie, maar hun families weten van niks. Ze wonen allebei nog bij hun ouders. ‘Mijn familie is net het Amerikaanse leger’, vertelt Mohammed. ‘Don’t ask, don’t tell. Mijn moeder is echt niet gek, maar voor haar gemoedsrust is het beter dat ik het niet bevestig.’
De familie van Mahmoud is in ontkenning. ‘Ze denken dat dit een soort fase is en dat ik over een paar jaar gewoon ga trouwen met een vrouw.’ Mohammed vertelde het aan zijn studievrienden. ‘Die lieten me vervolgens allemaal vallen’, zegt hij.
De twee zijn altijd op hun hoede. ‘In het bijzijn van andere mensen gedragen we ons als gewone vrienden. Soms zegt iemand ‘goh, jullie spenderen wel heel veel tijd samen’ en dan zien we elkaar een paar dagen opzettelijk niet. Zodra iemand te achterdochtig wordt vermijden we die persoon’, legt Mahmoud uit.
Roomser dan de paus
Volgens hem is het heel logisch dat de regering Sisi met hardere hand optreedt dan hun streng gelovige voorgangers van de Moslimbroederschap. ‘Ze willen graag roomser zijn dan de paus. De Moslimbroeders hadden ook genoeg andere dingen aan hun hoofd om zich druk te maken om een paar homo’s.’
Zijn vriend snapt niet waar anderen zich mee bemoeien. ‘Ik wil met rust gelaten worden. Wij vallen niemand lastig, laat ons dan ook onze gang gaan.’ Mohammed heeft voor de toekomst maar een wens: zo snel mogelijk samen met Mahmoud Egypte uit. ‘Ik hou van Egypte, maar ik kan hier mezelf niet zijn. Ik wil in mijn eigen land voor mijn geaardheid uit kunnen komen zonder dat iemand me wat kan maken. Dat kan alleen als ik een Europees paspoort heb.’
Mostafa kijkt vooral naar het verleden in plaats van naar de toekomst: ‘ik zou alles geven om terug in de tijd te kunnen gaan en die avond lekker thuis op de bank te blijven zitten.’