Jan Vingerhoets (60) uit Bergen op Zoom gaat net als zijn collega’s een drukke tijd tegemoet. De coronaprik is namelijk geen routineklus, zoals vaccineren tegen influenza. Een coronaprik is een stuk ingewikkelder, stelt Vingerhoets. Patiënten moeten vanwege de kans op allergische reacties minimaal 15 minuten geobserveerd worden (en staan dus niet binnen één minuut weer buiten zoals bij de griepprik). Daarnaast moet er genoeg getraind personeel in de buurt zijn om in te grijpen bij ernstige allergische reacties. Dat betekent: een infuusnaald kunnen inbrengen en de juiste medicatie kunnen toedienen.
Vingerhoets: “Voor een coronaprik moeten een of twee medici een kwartier beschikbaar zijn. Dit gebeurt allemaal naast ons normale werk, zoals met spoed iemand thuis bezoeken. Het is niet zo gemakkelijk georganiseerd. Maar dat is allemaal wel op te lossen. Mijn twijfel heeft vooral te maken met de werking van het vaccin. Ik ben niet tegen vaccineren als het bewezen zinvol en veilig is. Dat is wat mij betreft nog niet voldoende het geval en daar zit ik mee. Ik ervaar dit als een dilemma.”
Welke instructies hebt u als huisarts gekregen?
“Ik heb niet zozeer instructies gekregen. Wel worden er online seminars en cursussen aangeboden. Daarin worden vooral de voordelen van vaccineren benadrukt. Nadelen en onzekerheden worden veel minder belicht. Vanuit de beroepsorganisaties worden vooral praktische richtlijnen gegeven voor de organisatie en logistiek. Hoe filter je de doelgroep uit je ICT-systeem? Waar vaccineer je? Hoe richt je de plaats van handeling in? Hoe nodig je patiënten uit? Op zich prima allemaal. Maar er hoort een vraag aan vooraf te gaan: moeten we wel vaccineren? En zo ja, moeten we dat nu al doen? Hoe zeker weten we dat wat we doen veilig is? Wat zijn de alternatieven voor vaccineren? Al deze vragen worden structureel overgeslagen. Er is nauwelijks ruimte voor reflectie op wat we eigenlijk aan het doen zijn.”
U hebt daarover een brief gestuurd aan het Nederlands Huisartsen Genootschap. Wat zeggen zij?
“Zij stellen dat uit onderzoek blijkt dat de vaccins werkzaam zijn maar dat hun effect op ziekte en sterfte onbekend is. Dat betekent dat pas na invoering van een vaccinatie-programma kan worden bepaald of de ziektelast en het sterftecijfer omlaag zijn gegaan. Achteraf bepalen we of het effectief was. Dat is op zich niet erg, maar dan moeten mensen wel goed ingelicht worden, zodat ze weten waar ze aan beginnen. Juist dat ontbreekt in de overheidsinformatie.”
In Noorwegen en Duitsland zijn tientallen kwetsbare ouderen overleden kort na het toedienen van een mRNA-vaccin. De eerste reacties zijn dat ze overleden aan hun onderliggende aandoeningen. Gek genoeg werd kort daarvoor precies omgekeerd geredeneerd als ouderen met COVID-19 overleden. Dan waren de onderliggende aandoeningen juist niet de oorzaak maar kwam het overlijden door het virus. Hoe kijkt u tegen deze kwestie aan?
“We moeten eerst heel goed onderzoeken wat hier gaande is en pas dan besluiten of we die kwetsbare ouderen wel moeten vaccineren. Eerst sloten we ze op. Dat bleek een vergissing. Een tweede vergissing kunnen we ons niet veroorloven. Juist kwetsbare mensen verdienen zorgvuldigheid. Je kunt dit niet wegwuiven en overgaan tot de orde van de dag. Zelf heb ik al mijn patiënten ouder dan 90 persoonlijk gebeld. Samen hebben we een individuele risicoweging gemaakt op basis van hun wensen en medische situatie. Daar waren ze enorm blij mee.”
Wat zijn de meest gestelde vragen van uw cliënten?
“Veel vragen gaan over veiligheid. Mensen zijn onzeker over de vraag of ze het vaccin nu al durven te nemen. Ze willen weten hoe ik erover denk. Daarnaast ervaren veel mensen sociale druk vanuit hun omgeving. Ze krijgen te horen dat het asociaal is om je niet te laten vaccineren. Verder hoor ik dat mensen door hun werkgever onder druk worden gezet om het vaccin te nemen. Tot slot zijn er mensen die willen weten hoe lang ze nog moeten wachten op het vaccin omdat ze bang zijn voor de ziekte. Ook zij verdienen het om gehoord te worden. Uiteindelijk probeer ik samen met de patiënt tot een afgewogen besluit te komen. De wens van de patiënt is altijd leidend.”
Waar gaan de gesprekken tussen huisartsen over?
“Dat is een interessante vraag. Er werd tot voor kort weinig over de maatregelen en vaccinaties gesproken. In de behoudende medische wereld worden kritische geluiden al snel als ongemakkelijk ervaren. Het is comfortabeler om je niet teveel af te vragen en de gangbare opvattingen te volgen. Op LinkedIn krijg ik nogal eens persoonlijke berichten van collega’s die mijn zorgen delen maar daar niet voor uit durven te komen. Dat begrijp ik heel goed. Als je het waagt om af te wijken van de gangbare opinie, wordt het je niet altijd gemakkelijk gemaakt. Vooral voor jonge artsen, die zich nog moeten bewijzen, is dat hachelijk. Dat is ontzettend jammer want kritische denkers zijn juist de stuwende krachten achter vooruitgang en vernieuwing. Ik vind dat artsen niet langer mogen zwijgen. Bij goede zorg hoort dat je voor patiënten opkomt. Ik roep alle artsen op om hun verantwoordelijkheid te nemen, de angst af te werpen, te staan voor de belangen van hun patiënten, eerlijke voorlichting te geven en de zelfbeschikking van patiënten te respecteren. We kunnen ons niet langer verschuilen in de veiligheid van de spreekkamer.”
Waarover bent u het meest ongerust?
“In eerste instantie was dat het effect van het vaccin. De artseneed, primum non nocere, het niet schaden van de patiënt, moet het uitgangspunt zijn. Daar heb ik twijfels over. Ik weet dat grootschalig gebruik van de mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna bij gezonde mensen totaal nieuw is en dat het onderzoek ernaar slechts enkele maanden duurde, waarbij de totale onderzoeksgroep voor het Pfizer-vaccin slechts 170 besmettingen telde. Dat is extreem weinig voor het trekken van conclusies op basis waarvan je een groot deel van de bevolking gaat injecteren. En over de lange termijn is er al helemaal niks bekend. Ook op het onderzoek waarop de effecten van het vaccin zijn gebaseerd, is wel het een en ander aan te merken. Uit een onderzoek naar het Pfizer-vaccin van Peter Doshi, wetenschapper en redacteur van het medisch vakblad BMJ, blijkt dat er 3.410 voor COVID-19 verdachte gevallen buiten het onderzoek zijn gelaten. Dat is cruciaal voor de beoordeling van de werkelijke effectiviteit. Verder heeft men in het onderzoek niets anders aangetoond dan het effect op verkoudheden en griepachtige verschijnselen. Maar wacht even… als je miljoenen mensen aan een relatief onbekend vaccin blootstelt, moet je je doel dan niet wat ambitieuzer stellen? Voorkomen van een verkoudheid is niet genoeg. Je moet aantonen dat vaccineren ziekenhuisopnames, IC-opnames of sterfte voorkomt. Geen van die parameters is onderzocht. Dat betekent dat ik niet weet of ik mijn patiënten schaad. Dus wie de patiënt serieus neemt, licht hem of haar eerlijk en volledig in, zodat die weloverwogen keuzes kan maken. Op dat punt laat de overheid haar burgers grondig in de steek.”
Daarmee is uw punt van zorg verschoven. Neemt u politiek Den Haag iets kwalijk?
“Ja, absoluut. Heel erg zelfs. Laat ik vooropstellen dat ik niet graag in de schoenen van de politici zou staan. Hun dilemma’s zijn bijzonder lastig. In het begin van een crisissituatie zijn fouten dan ook niet te vermijden en hoort tolerantie voor onjuiste beslissingen erbij. Maar bij voortschrijdend inzicht moet je bijsturen. En daar ging het mis. En blijft het mis gaan. De focus ligt volledig op het ontzien van de zorg en IC-afdelingen. Vanaf het begin was er maar één oplossing in beeld en dat was het vaccin. Alternatieven zoals vroegbehandeling, het betrekken van de huisarts, het inzetten van mobiele IC-units, een compleet IC-schip inclusief personeel… allemaal oplossingsrichtingen die werden genegeerd. In de voorlichting van de regering zien we welgeteld twee virologen, Jaap van Dissel en Marion Koopmans. Maar virologen zijn geen vaccin-deskundigen. Zij zien geen patiënten. Vervolgens zien we steeds dezelfde intensivist, Diederik Gommers, ongetwijfeld goed in zijn vak, maar hij begeeft zich inmiddels ver daarbuiten. Van vaccins hebben de meeste intensivisten geen kaas gegeten. Waar zijn de immunologen, vaccinologen, psychologen, statistici en gedragswetenschappers? We zien ze niet in de media en in het OMT zijn ze nauwelijks vertegenwoordigd. Ondertussen wordt de onvoorstelbare nevenschade van de maatregelen steeds duidelijker. Depressies, kindermishandeling, verloren onderwijs, faillissementen, in de knop gebroken bedrijven, schade aan de ontwikkeling van jeugd, gebrek aan sociale contacten, verwoesting van cultuur… het zijn enkele effecten van een lange lijst. Als de maatregelen niet werken? Dan krijgen de mensen de schuld. Dus ja, ik neem de regering haar kortzichtige, kille houding bijzonder kwalijk. De aard van de problematiek rechtvaardigt totaal niet de buitenproportionele prijs van de maatregelen.”
U hebt gezegd dat er meer op het spel staat dan de volksgezondheid. Wat bedoelt u daarmee?
“Onze regering diende een gedrocht van een spoedwet in, die controlerende instanties een vrijbrief geeft om achter de voordeur te controleren hoeveel mensen er in huis zijn. Met deze wet, die naar believen verlengd kan worden, kan de volksvertegenwoordiging, nota bene de stem van het volk, buitenspel worden gezet. Dat is een fundamentele aantasting van vrijheid, medezeggenschap en democratie. Ik ben geschrokken van het gemak waarmee de kamer zich buitenspel liet zetten. Vrijheden worden geleidelijk ingeperkt en de controle neemt steeds verder toe. Dat draai je niet zomaar terug. Dit alles kon natuurlijk gebeuren omdat de bevolking inmiddels massaal angstig was gemaakt door berichtgeving vanuit de media, die meer op sensatie dan op waarheidsvinding is gericht. Onze ‘kwaliteitskranten’ zweren een kritische benadering af en verlagen zich tot het niveau van een staatskrant.”
Maar de regering krijgt toch goede adviezen van RIVM en Gezondheidsraad?
“Het RIVM stelde volkomen terecht dat het succespercentage van een groepsonderzoek niet vertaald mag worden naar het individu. Die informatie werd bij het publiek weggehouden. Het RIVM adviseerde tegen een mondkapjesplicht, maar mondkapjes werden verplicht. De Gezondheidsraad adviseerde de meest kwetsbaren eerst te vaccineren en niet te beginnen met de gezonde bevolking. Het advies werd genegeerd. De WHO adviseerde tegen een lockdown, maar ze werd ingevoerd en zelfs verlengd. Hetzelfde geldt voor de avondklok, een draconische maatregel met een enorme lading, door de WHO als niet zinvol beschouwd maar toch ingevoerd. Door het voeden van angst wordt inmiddels alles geaccepteerd. Daar maak ik me zorgen over. Niet alleen artsen, ook journalisten, economen en politiefunctionarissen zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en nu op moeten staan. Maar het is oorverdovend stil. Ik begrijp er werkelijk niets van.”
U hebt zich al eerder kritisch uitgelaten in uw blogs en in de regionale kranten van het AD. Heeft dat uw werk bemoeilijkt?
“Nee, het heeft goed uitgepakt. Natuurlijk is er kritiek, vooral vanuit de medische wereld. In de spreekkamer verandert er niets. Ik blijf wie ik was en respecteer iedereen, met welke mening of kleur dan ook. Mijn patiënten waarderen dat. Ik heb ruim 3.000 patiënten en er is er precies één opgestapt.”