‘De dood is altijd om ons heen’, is mij wel eens verteld. Toen ik jong was had ik twee oma’s en een opa die ontzettend veel van me hielden. Één opa heb ik nooit gekend. Die stierf rond zijn 65ste al, ver voordat ik werd geboren.
Op vakantie ging mijn gezin amper. Mijn ouders waren altijd druk in de winkel aan het werk. En aangezien we al in een Zeeuwse badplaats woonden, was het strand ook maar tien minuten van mij vandaan. Wat we wel deden in de vakanties? Uit logeren!
Ja, ik was altijd jaloers wanneer iedereen tijdens het kringgesprek op de basisschool vertelde over de verre landen waar ze waren geweest. Op wintersport, op de camping in Frankrijk. Voor mij waren dit alleen maar dromen over plaatsen waar ik nooit was geweest.
Juist bij de grootouders komt de familie samen.
Maar ik ging logeren bij mijn grootouders. Meestal bij mijn oma van vaders kant in Oud-Sabbinge, ’t Ouwe Land zoals ze het daar noemen. Vlak bij het Veerse Meer. Kibbeling halen in Wolphaartsdijk, de dijk overfietsen en bij oma opeten. En soms in Kruiningen, bij opa en oma van moeders kant. Daar was het altijd feest. Lekker eten en spelletjes doen. Of vissen met opa.
Maar die tijden zijn vervlogen. Zelf heb ik geen kinderen, maar mijn broer, neven en nichten wel. Hun kinderen hebben mijn opa en oma’s nog wel gekend. En gelukkig hebben ze nog hun eigen opa’s en oma’s.
Iedereen komt samen
Eigenlijk ben ik fobisch voor de feestdagen. Het is altijd hetzelfde riedeltje. Eerst Sinterklaas, dan Kerst, Oud en Nieuw en dan volgt mijn verjaardag en al snel die van mijn moeder, broer en vader. Mijn verjaardag werd vaak overgeslagen door de familie, omdat we elkaar kort ervoor nog hadden gezien. “We komen in februari ook voor jou”, hoor je dan. Maak dat een kind van acht maar eens wijs… Maar opa en oma’s waren er altijd. Oké, een keer sneeuwde het zo erg, dat ze de stormvloedkering niet over konden. Maar verder waren ze er altijd. En die ene keer werd ook keurig ingehaald.
Gezelligheid en saamhorigheid vonden we traditioneel sowieso met Kerst en Oud en Nieuw, daar niet van. Want juist bij de grootouders kwam de familie samen. Iedereen komt elkaar een fijne Kerst wensen en een gelukkig nieuw jaar. Zijn er tal van hapjes en drankjes. Het bier staat koud in de schuur en de frituur mag overuren draaien.
En dan heb je ineens geen grootouders meer
Oma van vaders kant is al een paar jaar geleden begraven. Ik mocht wat woorden spreken bij de uitvaart en heb haar met mijn broer, neven en nicht in de grond mogen laten zakken. Sindsdien proberen we een familiedag te organiseren. Om haar te eren, maar ook om het samenzijn in stand te houden. Zoals zij dat had gewild. Zij was immers de verbindende factor.
En dan heb je ineens geen grootouders meer. Onlangs overleed mijn opa. De dominee zei bij de begrafenis: “hij was de stamvader van de familie”. En dat klopt. Hij bakte appeltaarten, vermaakte ons met flauwe grapjes en goocheltrucs, zag ons allemaal opgroeien en gaf ons zijn geluk. Hij stond bovenaan de ladder van het leven. Tot het laatste moment in het verzorgingstehuis zwaaide hij nog met zijn pasje dat hij iedereen wel op koffie trakteerde. Iets lekkers erbij? Doen we gewoon!
De dood overkomt ons allemaal.
Negen dagen nadat hij was overleden stierf ook mijn andere oma. Ze waren 66 jaar samen gelukkig. Hij was haar mantelzorger, zelfs toen hij was uitbehandeld tegen kanker. Zij heeft meerdere tia’s gehad. Een levensvreugdevolle vrouw die nog tot een decennium geleden met gemak de provincie doorfietste met haar vriendinnen van de fietsclub. Het is een vreselijk lot dat iedereen kan treffen.
Aan al mijn grootouders die ik heb gekend heb ik actieve herinneringen. Ik ben ze dankbaar, want ik weet dondersgoed dat dat heus niet voor iedereen opgaat. Ik bén ook een beetje (van) hen. De creativiteit, de zwarte humor, nieuwsgierigheid, allemaal mooie kwaliteiten die ik van hen geleerd. En ik zal ze blijven eren en herdenken. Ik ga nog graag naar het graf van mijn oma. Een plek waar familiegeschiedenis ligt, want er ligt meer familie. Straks ga ik dat ook doen in Kruiningen, waar de andere familie komt te liggen.
De dood overkomt ons allemaal. Het hoort nu eenmaal bij het leven. Maar laten we dan vooral niet vergeten, dat iedereen die overlijdt ook heeft geleefd.