Zo’n 20 procent van de Nederlandse vrouwen heeft geen kinderen. Iets minder dan de helft van deze groep is ongewenst kinderloos, de rest kiest er bewust voor geen kinderen te krijgen. Ondanks het feit dat het ongeveer een miljoen vrouwen betreft, is het vaak taboe om dit te zeggen.
Marloes de Vries (40) is bewust geen moeder. Ze schreef en illustreerde in 2023 het boek Kinderen krijgen is optioneel, omdat ze het gesprek op gang wil brengen dat je als vrouw een keuze hebt om wel of juist geen kinderen te krijgen. ‘Sommige mensen zijn een beetje gechoqueerd. Het is nooit bij ze opgekomen dat het überhaupt een mogelijkheid is om ze niet te willen,’ zegt ze.
De meest gehoorde reden is dat deze vrouwen de behoefte aan een kind simpelweg niet voelen. En met dat gevoel is niets mis, vindt De Vries. ‘Ik denk dat sommige vrouwen al jong voelen dat kinderen krijgen hun doel op aarde is, dat vind ik heel mooi. Maar sommige vrouwen voelen dat niet. Dat gevoel heeft net zoveel bestaansrecht als het gevoel dat je ze wel heel graag wilt.’
Maar over deze keuze praten kan lastig zijn. Volgens psycholoog Inez de Haan ligt er een taboe op het onderwerp. ‘Je beantwoordt niet aan de verwachtingen die we als norm hebben in onze maatschappij.’
‘Wees nieuwsgierig naar waarom jouw kind geen kinderen wil.’
Vaak is het een kwestie van ‘zo hoort het’, zegt De Haan. Je hebt het meegekregen van je ouders en voorouders. ‘Maar’, zegt De Haan, ‘mensen die zich bewust afvragen waarom ze wél kinderen willen, zijn ook in de minderheid.’ Toch zou het wat haar betreft verstandig zijn om die vraag wel degelijk te stellen.
De Vries krijgt regelmatig mailtjes van mensen die haar boek gelezen hebben. ‘Ik heb hartverscheurende verhalen gelezen van vrouwen die het gevoel hebben vast te zitten in een leven dat ze eigenlijk niet wilden. Sommigen van hen zijn zwaar depressief, maar moeten ondertussen wel voor hun kind zorgen, omdat ze dat leven nu eenmaal zijn aangegaan.’
Open gesprek
Maar hoe vertel je je omgeving dat je geen kinderen wilt? De keuze die jij maakt, raakt hoe dan ook je omgeving, legt De Haan uit. ‘Het is belangrijk daar oog voor te hebben. Als je het gesprek aangaat, vraag dan ook oprecht: wat doet dit met jullie? Heb het over de wederzijdse impact en wees nieuwsgierig naar de ander.’ Dat geldt ook voor de ouders die deze boodschap te horen krijgen. ‘Wees nieuwsgierig naar de reden dat je kind geen kinderen wil.’
Het is volgens De Haan logisch dat je zo’n gesprek lastig vindt. Er komen immers best veel emoties bij kijken. ‘Probeer mensen om je heen te hebben waar je sowieso een open gesprek mee kunt voeren, zeker als dat met je ouders lastiger gaat.’
Die sociale steun vindt De Vries ook belangrijk. ‘Je zou het gesprek bijvoorbeeld eerst kunnen oefenen met een goede vriendin. Als je merkt dat je ouders het een lastig onderwerp vinden, of als je weet dat ze graag kleinkinderen zouden willen, kun je het gesprek beginnen door te zeggen: ‘Ik vind het spannend om aan jullie te vertellen, maar ik voel sterk dat ik geen kinderen wil.’’
‘Als je een bepaalde verwachting hebt van het leven, is het soms pijnlijk als die niet wordt ingelost.’
Het juiste moment
Volgens De Haan kun je dit gesprek het beste aangaan in een privésetting. ‘Ik zou het zeker niet aan de kersttafel bespreken. Dat is bij uitstek een symbolisch moment voor mensen, alles moet dan pais en vree zijn.’
Niet in een groep bespreken, dus, maar liever één op één. Vooraf signalen geven kan handig zijn, maar is niet noodzakelijk. Wanneer ouders of andere familieleden vragen naar je kinderwens, kun je aangeven dat je er nog niet uit bent of dat je het best met ze wil bespreken, maar op een moment dat voor jou goed voelt.
‘Mensen mogen dit eerst in hun eigen bubbeltje uitzoeken’, zegt De Vries. ‘Geef duidelijk je grenzen aan door rustig te zeggen: ik vind het geen onderwerp om nu te bespreken. Als mensen toch blijven aandringen, is het prima om te zeggen: kunnen we erover ophouden?’
Geen opa en oma
En dan is het hoge woord eruit. Hoe de ander reageert op jouw boodschap heb je niet in de hand. ‘Het kan zijn dat ze emotioneel reageren, maar dat is uiteindelijk niet jouw verantwoordelijkheid’, vindt De Vries.
‘Een verlangen hebben naar kleinkinderen of neefjes en nichtjes mag best’, zegt De Haan, ‘maar de consequentie is dat je daarin teleurgesteld kunt worden. Daar moet je op een volwassen manier mee omgaan.’
‘We dragen allemaal op een bepaalde manier ons steentje bij. Laten we elkaar vooral niet afwijzen om de keuzes die we maken.’
De Vries is het daarmee eens. ‘Als je een bepaalde verwachting hebt van het leven, is het soms pijnlijk als die niet wordt ingelost. Maar als jij verwachtingen hebt die buiten jouw macht liggen, heb je onrealistische verwachtingen, denk ik.’
Doel op aarde
Het is goed om in je achterhoofd te houden dat je altijd terug mag komen op een gemaakte beslissing. Als je na een paar jaar toch kinderen wilt, is dat prima. Maar ook als je niet van gedachten verandert, is en blijft dat jouw keuze.
‘Ik geloof dat we op aarde zijn om iets toe te kunnen voegen. De een wordt moeder, de ander vader, en weer een ander wordt schrijver, arts of docent. We dragen allemaal op een bepaalde manier ons steentje bij. Laten we elkaar vooral niet afwijzen om de keuzes die we maken.’
Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.