‘In hoeverre kun je elkaar cultuur en gewoontes opdringen?’

Hoe verhouden cultuur en leefomgeving zich tot elkaar? En hoe is dat voor nieuwkomers in een westers land? Op deze vragen gaat journalist Saadat Mousavi al filosoferend in.

Vandaag moest ik denken aan het boek van Dariush Shaygan met de provocerende titel Licht komt uit het Westen, oorspronkelijk geschreven in het Frans. In het Farsi kennen we het onder de (vertaalde) naam ‘Nieuwe betovering: vierdelige identiteit en mobiel denken’, in een vertaling van Atnaq Zamaneh. Net als Salman Rushdie en Orhan Pamuk was Shaygan geïnteresseerd in de interculturele interactie tussen Oost en West en de discussies hierover. De titel is bedoeld om de lezer aan het denken te zetten over de verschillen tussen Oost en West, niet zozeer op politiek of religieus vlak, maar vooral filosofisch gezien. Shaygan verwijst hiermee naar de zogeheten Verlichting, op wetenschappelijk en filosofisch gebied, die in het Westen is ontstaan. Hoewel de westerse cultuur uiteraard zijn eigen gebreken heeft, hebben er diepgaande en filosofische zoektochten plaatsgevonden naar de menselijke conditie. Hieruit zijn de moderniteit en de wetenschap voortgekomen, die zich vervolgens hebben verspreid.

Met de verspreiding van deze vooruitgang en ontwikkeling kwam echter een ander belangrijk aspect van ons mens-zijn in gevaar: spiritualiteit. Al filosoferend en gravend naar kennis nam de westerse mens zijn ziel en geest steeds nader onder de loep, en kwam de nadruk steeds verder op de ratio te liggen.

Een nieuwe vorm van spiritualiteit?
Degenen die nog steeds in theologie en ethiek in de klassieke zin geloven, denken dat secularisme en sciëntisme de spiritualiteit hebben teruggedrongen. Oosterse intellectuelen zoals Mohamed Jalal ad-Din Balkhi Rumi stellen vooral de vraag in hoeverre mystiek en spiritualiteit in het Oosten nog steeds leven, en of we deze aan westerlingen kunnen aanbevelen. Shaygan, de Iraanse filosoof Mustafa Malekian en sommige westerse denkers zijn ervan overtuigd dat spiritualiteit in het Westen verloren is gegaan, dat we wetenschap en industrie naar het Oosten moeten worden gebracht en we de westerlingen spiritualiteit moeten geven.

Maar hoe weet je of in het Westen niet een andere spiritualiteit is ontstaan, met een afwijkende taal en structuur? Vormen de verschillende soorten geestelijke en lichamelijke zorg die in het Westen volop worden beoefend, zoals yoga en therapie, niet die moderne spiritualiteit? Pamuk en Salman Rushdie zien Oost en West niet zoals Shaygan als totaal verschillend, maar beschouwen zichzelf als een product van beide werelden.

Stigmatiserende verhalen over spiritualiteit en religie drijven ons verder van de werkelijkheid af. Culturen, talen en grenzen zijn historisch gevormd en kunnen in principe elk moment ophouden te bestaan. De kracht van het denken, die inherent is aan de mens, moet niet worden gereduceerd tot het product van vluchtige en instabiele culturele verschijnselen. De mens en zijn denken zijn aan voortdurende verandering onderhevig, worden constant ondergedompeld in een wereld die in principe verstoken is van betekenis en die constant aan verandering onderhevig is.

Het opdringen van cultuur en gewoonten
In het moderne tijdperk raakten culturen steeds verder verbrokkeld. Talen verdwenen en culturele waarden werden geïntegreerd of gemarginaliseerd. Voor een tiener vandaag, die kunstmatige intelligentie gedichten en verhalen ‘op verzoek’ voor hem laat schrijven, klinken taalverering en de noodzaak tradities te behouden mogelijk dom en bespottelijk.

Toen ik bij een zeventigjarige Nederlandse vriend op bezoek was, vertelde zijn dochter, die er ook was, dat ze thuis nooit aardappelen aten. Haar vader trok zich deze opmerking aan, omdat aardappelen in de traditionele Nederlandse keuken een hoofdbestanddeel vormen, maar voor haar, een jonge vrouw, heeft de consumptie ervan kennelijk geen enkele waarde; zij ondersteunt niet langer deze traditie.

Veel emigranten die in de westerse wereld wonen laten hun kinderen online onderwijs volgen in de taal van het land van herkomst. Maar kan een kind, gescheiden van de omgeving en oorspronkelijke cultuur, de taal wel echt leren begrijpen? Er is niet iets fundamenteel mis met de wens een cultuur te behouden, maar evenmin met de wens je daartegen te verzetten. Het is alleen de vraag in hoeverre je elkaar een cultuur en gewoontes kunt opdringen, en in hoeverre je op grote afstand echt verbonden kunt blijven met het land van herkomst. Je kunt een stad of dorp niet met je meenemen naar de andere kant van de wereld.

In Tadzjikistan worden miljoenen exemplaren gedrukt van Shahnameh, door mensen die uit nostalgie willen terugkeren naar het tijdperk van Ferdowsi, de grote Perzische dichter en auteur van het boek, een van de grootste epische werken ter wereld, die in de vierde eeuw na de islamitische kalender leefde (ongeveer tiende eeuw na Christus). De Shahnameh, bestaande uit heldenverhalen en koningen van Iran vanaf het begin van de geschiedenis tot de val van de Sassaniden, wordt vanwege zijn taalkundige en beeldende rijkdom niet alleen als een literaire erfenis beschouwd, maar ook als een symbool van de nationale identiteit van de Iraniërs, en Ferdowsi als een van de pijlers van de Perzische literatuur.

Maar hoeveel jongeren in Iran zouden Ferdowsi echt lezen en bestuderen, buiten degenen die onderzoek doen naar geschiedenis en literatuur? Zelfs professoren in de literatuur in Tadzjikistan hebben moeite om zijn teksten echt goed te doorgronden. Wat moet dan een kind, dat zo weinig met de wereld en het tijdperk van Ferdowsi gemeen heeft, met deze verhalen uit een oude mythische wereld? Het taalgebruik en de inhoud van de Shahnameh lijken voor veel jonge mensen vandaag de dag moeilijk en ver verwijderd van hun dagelijks leven. Ze zijn opgegroeid met moderne taal en nieuwe technologieën.

Archaïsme en het vasthouden aan waarden uit het verleden, hoe cultureel en historisch belangrijk ze ook zijn, kunnen ons verder af brengen van een begrip van de wereld van vandaag, waardoor we minder goed kunnen omgaan met alledaagse kwesties. Jongeren moeten worden blootgesteld aan hun klassieke taal en literatuur, maar op een manier die relevant is voor de moderne wereld en hun huidige behoeften. Alleen op deze manier kunnen ze profiteren van hun cultureel erfgoed en tegelijkertijd de uitdagingen van de hedendaagse wereld het hoofd bieden.

Elk einde is een nieuw begin
Waar we ook gaan op de planeet, iedere plek kent zijn eigen taal, cultuur en voeding. Deze kenmerken zijn niet willekeurig ontstaan, ze zijn het gevolg van geografische en omgevingsfactoren. Een Indiase vrouw met wie ik in een taalcafé sprak, vertelt dat je het pittige eten uit haar land van herkomst alleen in de hitte van India kunt eten. Het is volgens haar niet verstandig om dat in een koud, Europees land te doen. Persoonlijk heb ik niet zulke ideeën over de culturele eigenschappen van het land van mijn moeder. Ik heb geen speciaal verlangen om Perzische boeken en teksten te lezen, en evenmin beangstigt dat me; het is een mentale toestand die niet te forceren is. Het heeft ook niets te maken met iemands bewustzijnsniveau. Wanneer we het venster van onze geest en ons hart openen voor de wereld, krijgen veel begrippen en verschijnselen een andere plek binnen in ons, of ze raken verloren.

Socialisatie, het aanpassen aan een bepaalde samenleving, berust op wil, kennis, inspanning. Het hangt niet samen met hoe lang je ergens woont. Iemand die niet de wil heeft om een oude of nieuwe samenleving te accepteren, blijft een vreemde, zelfs na honderd jaar. Socialisatie is ja zeggen tegen de natuurlijke loop van het leven en erkennen dat wij mensen onderdeel zijn van de natuur. Het komt neer op actief en doordacht leven.

In een boekenclub ontmoette ik een man uit Afghanistan die in de jaren negentig naar Nederland is gekomen, ruim dertig jaar geleden. Toch is het net alsof hij zojuist uit de buitenwijken van Kaboel is gearriveerd. Angst en het verdriet over zijn ballingschap schemeren door in zijn stem, in zijn blik. Net als velen heeft hij zijn eigen voedsel, taal, muziek en meer meegenomen en houdt hij hieraan vast. Op die manier ontstaat er nooit echte toenadering tot de nieuwe samenleving en cultuur waarin ze zich bevinden, en zullen de angst en heimwee nooit verdwijnen. Misschien willen velen van hen wel ontsnappen aan hun vroegere omgeving, maar lukt het ze niet, en die onmacht leidt tot zowel psychisch als fysiek lijden.

Ik schreef deze woorden in een rustig bos, uit het verlangen me te verbinden met de natuur, vanuit mijn eigen ervaring en begrip. Misschien vindt u mijn bevindingen vreemd, of onzinnig, en dat is oké. Soms zijn taal en denken als een ongehoorzaam paard, ze nemen ons over. Om deze reden wordt wel gezegd dat denken gevaarlijk is, aangezien het twijfel kan oproepen aan de heersende cultuur en gemeenschappelijke waarden, en intellectueel een bedreiging kunnen vormen voor de gevestigde orde. Maar niet denken is nog altijd veel gevaarlijker.

Foto: F. (deelnemer New Voices I)

Mijn gekozen waardering € -