De daarop volgende crisis eiste een zware tol, advertentie-inkomsten daalden snel waardoor de enige inkomstenbron van gratis dagbladen snel opdroogde. In de daarop volgende jaren daalde de oplage tot bijna de helft: 15 miljoen in 2012.
Veel titels verdwenen – zoals in Nederland DAG en De Pers. Van de 140 gratis kranten in 2007 waren er vijf jaar laten nog maar 75 over. Maar merkwaardig genoeg stierf in bijna geen enkel land het fenomeen volledig uit. Waar vroeger vier of meer gratis kranten verschenen, is er nu nog maar één – of in uitzonderingsgevallen twee (zoals in Nederland waar TMG zowel Metro als Spits uitgeeft).
Voor het Deense wetenschappelijke tijdschrift Journalistica analyseerde ik hoe in West-Europa gratis kranten zich ontwikkeld hebben. In vrijwel elke markt ging men van hevige concurrentie naar een monopolie of bijna-monopolie situatie.
Hieronder bijvoorbeeld de ontwikkeling in de vier van de vijf Nordic landen (in Noorwegen zijn nooit gratis kranten geweest): een enorme groei tot 2006/2007 en daarna een even zo indrukwekkende daling. Nergens verdwenen gratis kranten overigens. In Zweden ging men van drie landelijke titels naar één (Metro), in Denemarken van 11 gratis kranten in 2006 naar één in 2013, in Finland en IJsland van twee naar één. In 2006 was de gezamenlijke oplage 3.8 miljoen, in 2013 1.1 miljoen.
In het artikel komen ook de ontwikkelingen in Duitstalige landen (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Luxemburg), Engeland/Ierland, en Nederland/België aan bod.
Het hele nummer van Journalistica is gratis te downloaden vanaf deze locatie (pdf). Mijn hoofdstuk is ook hier te downloaden: The life cycle of a free newspaper business model in newspaper-rich markets (de rest van het tijdschrift is in het Deens).