Dit huis lijkt op de vroegere Sallandse – rietgedekte – boerderij dat hier stond, maar in de jaren negentig afbrandde. De vorige eigenaar zette deze woning met bijgebouwen in 1998 daarvoor in de plek. Hoewel kortgeleden herbouwd, bleek de energievoorziening en isolatie niet optimaal. Zo blies een stevige winterwind op verschillende plekken door het riet heen. Dat hebben we als eerste, na de aankoop in 2002, aangepakt.
In het geheel – vloeroppervlakte van ongeveer zeshonderd vierkante meter – zaten drie cv-ketels: voor de woning, het gastenverblijf en het zwembad. We betaalden in het begin vierhonderd euro per maand, wat de jaren daarna langzaam opliep tot een maandelijkse kostenpost van zeshonderd euro.
Om eens te kijken wat het zwembad aan energie vroeg, zette ik hem in april aan. Het opwarmen kostte – per keer – driehonderd euro. Vervolgens kon je maximaal een paar dagen genieten van het warme water. Ik heb direct tegen mijn kinderen gezegd: Als je in april wilt zwemmen, krijg je van mij wel een kaartje voor het zwembad in het dorp. Vanaf eind juni wordt het warmer en kan er thuis gezwommen worden.
Na een jaar of zeven trokken we het gastenverblijf bij de woning. We schaften tegelijkertijd een warmtepomp en dertig zonnepanelen aan. Daarmee verwarmden we ons huis. Warm water voor douchen ging via het gas van de inmiddels vervangen HR-ketels. De rest van het stroomverbruik namen we af van de energieleverancier. Ons maandbedrag kelderde nadien naar 250 euro per maand voor het jaarlijkse verbruik van zo’n tachtig kuub gas en 12.000 kWh stroom.
Meten is weten
De eerste paar jaar heb ik genoten van de warmtepomp die deed wat hij moest doen. Toen wilde ik weten wat die warmtepomp exact uitvoerde. Ik heb jarenlang in de automatisering gewerkt en dat vuurtje bleef smeulen. Er was inmiddels een apparaatje op de markt, waarmee ik kon zien wat de warmtepomp deed. Maar de leverancier stond de inloggegevens niet af, omdat ik geen installateur ben. Ik heb het apparaatje per kerende post teruggestuurd en contact gelegd met een Duitse hackersgroep die wel wisten hoe je in mijn warmtepomp kon komen.
Eerst heb ik een paar jaar alleen gemeten. Meten is weten. Daarna heb ik een aantal instellingen (stooklijnen, pompsnelheden en temperatuur) veranderd en wat onderdelen vervangen. Toen werkte de warmtepomp twintig procent efficiënter.
Vervolgens sloot ik ook allerlei meters aan op zonnepanelen en andere apparaten zodat ik alles kon monitoren. Ik heb een huis met een hottub, zwembad, beregeningssysteem, elektrische auto, laadpaal, koeling en verwarming. Op een gegeven moment had ik driehonderd meetpunten met jaarlijks anderhalf gigabyte aan data. Ja, wat doe je daarmee?
Je zoekt eens wat, probeert het te interpreteren. Zo kwam ik erachter dat niet alleen buitentemperatuur, maar ook zoninstraling invloed had op de binnentemperatuur van de woning. Daarom nam ik in het vervolg ook de gegevens van het lokale weerstation mee in mijn metingen. Tegen het einde van vorig jaar zat ik – door de hoge energieprijzen en het verbruik (wat na de aanschaf van de elektrische auto was opgelopen tot ongeveer 15.000 Kwh per jaar) – aan een energierekening van 1100 euro per maand. Dat moest anders, besloot ik.
ChatGPT
Ik stapte over naar dynamische energieprijzen – tarieven per uur, afhankelijk van vraag en aanbod – van ANWB. Zonnepanelen worden niet gesaldeerd, je krijgt de marktprijs. Via de website GitHub en met behulp van ChatGPT schreef ik software die mijn apparaten aanstuurt op basis van die prijzen. Ik kocht hardware en een goedkope computer (een raspberry pi) om verbinding te kunnen maken. Dit kostte bij elkaar zo’n 250 euro.
Als het ‘s winters koud wordt, kijkt het hoofdprogramma naar de energieprijzen voor de komende dagen. Wanneer die laag zijn, wordt het buffervat van mijn warmtepomp – duizend liter water – opgewarmd tot 65 graden. In de winter verwarm ik mijn woning er zo’n acht uur mee. Wanneer de prijzen lang genoeg laag blijven, besluit het programma om mijn betonnen vloer een paar graden op te warmen. Met die warmte kan ik mijn woning nog ruim twee dagen verwarmen. Om niet te veel energie op te slaan kijkt het programma zes maanden terug en voorspelt aan de hand van de weersverwachting het energieverbruik voor de komende dagen.
Wanneer de stroomprijzen door veel aanbod – bijvoorbeeld in de zomer – negatief zijn, schakelt de software mijn zonnepanelen uit en gaan alle andere installaties aan. Ook bepaalt het programma hoever mijn auto-accu wordt opgeladen. Bij lage prijzen laadt hij volledig op en bij hogere prijzen wordt er alleen geladen tot een actieradius van 150 kilometer. Mijn maandelijkse energierekening daalde door dit alles van 1100 euro naar 225 euro. Programmeren lijkt effectiever dan investeren in accu’s. Mijn buffervat kan bijvoorbeeld ongeveer 50 Kwh energie opslaan en mijn betonvloer circa 120 Kwh, dat haal je niet met accu’s.