‘Thijn is nog steeds de eerste aan wie ik denk wanneer ik wakker word, en de laatste voordat ik in slaap val. Dat klinkt misschien romantisch, maar alleen zolang er sprake is van een relatie. En die is er niet meer, al ruim acht maanden niet meer. Althans, niet voor zover Thijn weet. Voor mij was onze relatie tot voor kort nog springlevend. Al bestond die uitsluitend nog uit de uren die ik doorbracht op zijn Facebook en Instagram-pagina, en alle manieren waarop ik ongemerkt invloed op zijn leven probeerde uit te oefenen.
Pas geleden hoorde ik voor het eerst de term ‘exaholisten’. Wie kennen allemaal wel de uitdrukking ‘liefde is een drug’ en dat het loskomen van een ex voelt als een afkickproces. Inclusief de obsessie en het verlangen naar het euforische gevoel dat verliefdheid oproept.
Voor mij was het allemaal nog heftiger. Thijn was de eerste waar ik echt van hield. Een mijlpaal, want ik ben niet de makkelijkste en stel me niet snel open voor iemand. Ik ben geadopteerd en heb een hechtingsstoornis, waardoor ik last heb van verlatingsangst die vaak doorschiet in allerlei complottheorieën.
Mijn argwaan was volgens Thijn ook de grootste reden voor het stuklopen van onze relatie. Als hij een aantal uur niet online was geweest op Whatsapp schoot ik letterlijk in paniek. Wanneer hij zonder mij uitging, wat ik sowieso al niet leuk vond, bleef ik de hele nacht wakker om hem vroeg in de ochtend te bellen om te kijken of hij thuis was. Uiteindelijk werd hij mijn controledwang en onzekerheid zat en zette hij een punt achter onze relatie. Ik heb twee dagen jankend van ellende op de badkamervloer doorgebracht voordat ik mezelf enigszins bij elkaar wist te rapen.
Daarna ging ik achter mijn computer zitten en voor ik het wist had ik Thijn’s naam ingetypt op Google. De resultaten gaven me alleen maar informatie die ik allang wist, maar op de een of andere manier voelde ik me rustiger. Ik voelde me letterlijk geamputeerd doordat Thijn onze relatie zo plotseling had verbroken, en op deze manier kreeg ik toch mijn ‘dosis’ van hem binnen. Ik weet dat het raar klinkt, maar ik voelde me als een noodgedwongen ex-roker die een nicotinepleister in handen kreeg.
De dagen erna checkte ik zijn Facebookpagina wel tien keer per dag en probeerde tussen de regels van zijn status updates te lezen, op zoek naar een teken dat hij nog steeds gevoelens voor me had.
IJskoud
Ook bleef ik hem appen. Ik wilde zo graag nog een keer met hem praten om alle vragen te stellen waar ik mee was blijven zitten. Maar Thijn was ijskoud. ‘Ik houd gewoon niet meer van je, het gevoel is weg en het komt ook niet meer terug. Ga alsjeblieft verder met je leven, want dat doe ik ook.’ was de enige reactie die ik nog van hem ontving. Daarna reageerde hij nergens meer op.
Ook een vriendin bij wie ik mijn hart uitstortte, scheen me niet te begrijpen. ‘Lieverd, je was maar vier maanden met hem’ zei ze. ‘Het is klote, maar nu moet je echt verder.’ Ze had makkelijk praten, vond ik. Als zij liefdesverdriet had pakte ze een grote bak Ben & Jerry’s, ging ze na een paar dagen weer flink feesten, en dan was het klaar. Voor mij werkt het niet zo. Als ik afgewezen wordt heeft dat veel meer impact op mij dan op iemand die als kind wel normaal gehecht is.
Doordat Thijn alle contact afsneed, begon ik steeds bozer te worden. Nog steeds loerde ik dagelijks meerdere keren op zijn Facebook en Instagram, en door alle foto’s waarop hij vrolijk lachend stond, en lol maakte op festivals en feestjes terwijl ik depressief thuis zat, werd die woede alleen maar groter. Al snel was het niet meer genoeg voor me om hem online te stalken. Ik wilde hem betaald zetten dat hij me zomaar aan de kant had geschoven.
Dat ging zelfs zo ver dat ik, hoewel ik nooit met dat soort dingen bezig ben geweest, op een forum voor moderne hekserij een ‘lovespell’ opzocht die ervoor zou zorgen dat je ex weer verliefd op je zou worden. Baat het niet, dan schaadt het niet, dacht ik. Voor ik het wist stond ik omringd door rode kaarsen in mijn woonkamer te ‘chanten’.
Natuurlijk gebeurde er niets. Althans, niet wat ik had gehoopt. Wat er wel gebeurde was dat er steeds vaker een blond meisje op Thijn’s foto’s verscheen. En dat zijn status op Facebook werd aangepast in ‘heeft een relatie.’ Dit was echt de druppel. Ik schaam me nog steeds als ik het vertel, maar dit is ook onderdeel van mijn verwerkingsproces.
Aanstichter
Ik draaide helemaal door en begon alles over dat meisje uit te zoeken. In mijn hoofd werd zij de aanstichter van alles. Zij was de reden dat Thijn niet bij me terug kwam. En met elke foto en post waaruit ik concludeerde dat zij vrolijker, ongecompliceerder, slanker en succesvoller was dan ik, werd mijn haat voor haar groter.
Het kostte me een hoop doorklikwerk, maar hee, ik had niets beters te doen. Ik had me inmiddels ziek gemeld op mijn werk, en kon dus de hele dag besteden aan mijn obsessie. Uiteindelijk kwam ik erachter waar ze woonde, en toen ben ik allerlei dingen op haar adres gaan bestellen. Sextoys, een kuub zand, pizza’s, en misschien wel het ergste: een rouwkrans met haar naam erop. Gestoord, inderdaad. Dat besef ik nu ook. Maar op dat moment was ik volledig losgeslagen. Omdat ik tegen niemand durfde te zeggen waar ik mee bezig was heb ik – uiteraard onder een andere naam – op een internetforum voor vrouwen een topic geopend over mijn gedrag.
Door de reacties die ik daar kreeg, gingen mijn ogen langzaam open en heb ik uiteindelijk de stap gezet om psychologische hulp te zoeken. Natuurlijk wist ik in mijn achterhoofd wel dat mijn gedrag veel verder ging dan ‘gewoon’ liefdesverdriet, maar ik kon het in mijn eentje niet meer stoppen. Op de een of andere vreemde manier dacht ik dat ik door hun leven te vergallen, mijn leven beter zou maken. Maar zo werkt het natuurlijk niet.
Uiteindelijk heb ik al mijn moed bij elkaar geraapt en ben ik naar mijn huisarts gestapt, waarna ik ben doorverwezen naar een psycholoog. Een heel lieve vrouw die veel weet van hechtingstoornissen en de problemen die daarmee gepaard gaan. Met haar hulp probeer ik nu weer gezond in het leven te komen te staan, en mezelf weer gelukkig te gaan voelen.
Heel misschien kom ik ooit zover dat ik mijn excuses durf aan te bieden. Al ben ik nog steeds doodsbang voor Thijn’s reactie als hij erachter komt wat ik heb allemaal heb geflikt. Dat ik me nog steeds druk maak over hoe hij over me denkt, geeft wel aan dat ik er nog lang niet ben.’
Image by Thomas Wolter from Pixabay