Zodra de zon schijnt hoor je de vertrouwde klanken weer in elke Hollandse strandtent: No Woman, No Cry. De mooie live-versie van de hit van Bob Marley, de koning van de reggae, de Jamaicaanse muziekstijl met dat typische, dwarse gitaarritme. Grote kans dat je het ooit hard hebt meegezongen, met een spottende blik van ‘Ja, zonder vrouwen was het leven een stuk eenvoudiger’. Grote kans ook dat je Bob Marley associeert met eenvoudig, vrolijk en relaxed. Waarbij je een plaatje voor je ziet van een breed glimlachende man met dreadlocks en een joint.
Aan Bob Marley is niets relaxed
Een probleem: aan Bob Marley is niets relaxed. Zijn eerste twee internationale albums hebben opruiende namen: Soul Rebels en Soul Revolution (daarna komen Catch A Fire en Burnin’). Op de covers zijn gewapende mensen afgebeeld. Bekijk je een beeldopname van zijn optredens, dan zie je dat Bob Marley er allesbehalve ontspannen bij staat. Zijn gezicht is verwrongen van een intense pijn of urgentie. Bob zingt het uit alsof alles op het spel staat. Zijn muziek heeft een missie.
Om bijvoorbeeld eens een oppervlakkige mythe te ontkrachten: No Woman, No Cry is geen lofzang op het leven van de single man. Het moet juist vertaald worden als: ‘Nee, vrouw, huil niet’ en is een troostlied van Bob Marley voor zijn geliefde. Hij droogt haar tranen, bezingt haar een zonnige toekomst en neemt zich dan voor om zijn verleden nooit te vergeten. De armoede, de hypocriete mensen en de overleden kameraden. Maar kameraden in welke strijd? Daarvoor moeten we in de geschiedenis van Jamaica duiken.
Black pride op Jamaica
Jamaica is in de zestiende eeuw gekoloniseerd. Eerst door Spanje, maar in 1655 wordt het een Engelse kolonie. De Britten bevolken het Caribische eiland met tot slaaf gemaakte arbeiders uit Afrikaanse koloniën. Zo vormen zwarte families met een geschiedenis van slavernij vandaag de dag nog steeds de overgrote meerderheid van de Jamaicaanse inwoners. De moeder van Bob Marley is een van hen; haar echtgenoot en Bobs vader is een witte Engelsman. Op het moment dat de moeder van Bob Marley wordt geboren is de Britse slavernij al ongeveer een eeuw afgeschaft, maar nog steeds zijn er grote ongelijkheden tussen de bevolkingsgroepen op Jamaica.
Intussen groeit er wereldwijd een Pan-Afrikaans zelfbewustzijn. De mensen wier voorouders ooit door Europeanen als slaven werden verscheept, worden mondiger in het articuleren van hun antikolonialisme en black pride. Er wordt gesproken van een terugkeer uit de westerse ballingschap en een hervinden van de eigen wortels. Er wordt gedroomd van Afrika als een in volle glorie hersteld zwart continent. Een van de voormannen van die internationale beweging is Marcus Garvey (1887-1940), een Jamaicaan.
Look to Africa, when a black king shall be crowned, for the day of deliverance is at hand! -Marcus Garvey
Haile Selassie, de zwarte messias
Na 2 november 1930 neemt deze beweging een vlucht door een gebeurtenis die bepalend gaat zijn voor het leven van Bob Marley. De kroning van Ras Tafari Makonnen tot keizer Haile Selassie (‘Kracht van de Drie-Eenheid’, bijnaam: ‘Conquering Lion of Judah’) van Ethiopië. Deze grootse ceremonie maakt wereldwijd veel indruk en het majesteitelijk elan van de nieuwe Ethiopische keizer geeft de Afrikaanse diaspora een nieuwe hoop. Op Jamaica begint prediker Leonard Howell te verkondigen dat Haile Selassie (die een directe afstammeling zou zijn van de Bijbelse koning Salomo en de koningin van Seba) de teruggekomen Jezus is. De zwarte messias is gevonden en Ethiopië is zijn beloofde land.
Als Bob Marley geboren wordt, heeft Haile Selassie zijn eerste grote test al achter de rug: een ballingschap en een bezetting door fascistisch Italië. De Rastafari zijn op Jamaica uitgegroeid tot een serieuze religieuze stroming. Dat krijgt nog een extra impuls door een episch bezoek van de Ethiopische keizer aan Jamaica in 1966, waar Ras Tafari als een godenzoon wordt onthaald door een enorme menigte. In die jaren sluit ook Bob Marley zich aan bij de spirituele levensstijl en wereldbeschouwing van de rastafari.
De rastafari-beweging is een religieuze en politieke opstand tegen het Europese kolonialisme. Het is de zwarte bevolking van (voormalige) koloniën die in verzet komt tegen de culturele dominantie van de aloude onderdrukker. Dat betekent: een eigen vocabulaire. Een revolutionaire muziekstijl, reggae. Een eigen kledingstijl, bij voorkeur in de Ethiopische kleuren rood, goud, groen (en zwart). Een bevrijde haardracht, dreadlocks. En een eigen religie. Maar daarvoor beginnen de rastafari niet opnieuw. Integendeel, zij claimen juist het verwesterde christendom terug en vertalen het naar de context van Jamaicaanse black pride. Met verrassend succes: een postkoloniale bevrijdingstheologie wordt geboren.
Until all Africans stand and speak as free human beings, equal in the eyes of the Almighty; until that day, the African continent shall not know peace. We Africans will fight if necessary and we know that we shall win as we are confident in the victory of good over evil. -Haile Selassie in een speech aan de Verenigde Naties. Verwerkt in het lied ‘War’ van Bob Marley.
De Bijbel gaat over onderdrukte volken
Als Bob Marley en zijn geloofsgenoten de Bijbel lezen, ontmoeten ze een volk met een geschiedenis vol slavernij en ballingschap. Het belangrijkste joodse feest is Pesach, de herdenking van de uittocht uit de slavernij in het buitenland. Op dat verhaal kan Bob Marley moeiteloos zijn hit Exodus baseren. Een groot deel van de Hebreeuwse Bijbel is geschreven toen het volk Israël in ballingschap leefde in Babylon. Die term komt in de rastafari-teksten van Jamaicaanse reggae veelvuldig voor: maar nu zijn de zwarte Jamaicanen het uitverkoren volk in ballingschap, is Europa de boze bezetter Babylon en is Ethiopië het beloofde land Zion waarnaar zij terugverlangen.
In de Bijbel krijgt Abram van God te horen: ‘Luister: jouw familie ná jou zal als vreemdelingen wonen in een land dat niet hun eigen land is. Ze zullen slaven zijn van de mensen daar. Ze zullen er 400 jaar lang onderdrukt worden’. Die belofte is voor ons, zingt Bob Marley in 400 years. De vier eeuwen kolonisatie zitten erop. We mogen nu in vrijheid terug naar ons land. De rastafari ontdekken zo al snel dat de Bijbel direct tot hen spreekt. Het enige dat ze hoeven te doen is ‘Ethiopië’ lezen waar ‘Israël’ staat en ‘Europa’ lezen waar ‘Babylon’ of ‘Egypte’ staat. Gesteund door Psalm 68: ‘Ethiopia shall soon stretch out her hands unto God’. In diezelfde tekst wordt God met de afkorting Jah aangeduid, en dat wordt voortaan de Godsnaam voor de rastafari.
Leaving Babylonia
Op alle mogelijke manieren maken de rastafari zich verder los van Babylon. God en Jezus zijn niet wit: de paus mag wijken voor Haile Selassie (ook al ontkent de keizer zijn eigen goddelijkheid). Ze zweren alcohol af en zoeken spiritualiteit in het heilige kruid marihuana. De Romeinse haardracht vinden ze een vervreemding van hun natuur: ze dragen dreads en baarden. Ook in hun taal hervinden zij hun trots: onderdrukking tolereren ze niet meer. Het ‘ik’ mag zich niet meer verliezen zoals ten tijde van de slavernij, en dus gebruikt Bob Marley vaak ‘I’ in plaats van ‘me’ en ‘I and I’ in plaats van ‘we’. De onderdrukker verdient de eer van de naam ‘oppressor’ niet en heet voortaan ‘downpresser’.
Old pirates, yes, they rob I. Sold I to the merchant ships.-Bob Marley, Redemption Song
Zo is de hele rasta-cultuur die Bob Marleys muziek vertegenwoordigt een grote rebellie tegen wit, koloniaal Europa. Het is voor westerse christenen goed om te beseffen dat het leven van de Bijbelschrijvers dichter aansluit bij de belevingswereld van de rastafari dan bij de bevoorrechte westerse situatie. De Bijbel stond altijd al aan de kant van de onderdrukte, de tot slaaf gemaakte, de balling met heimwee. In die zin ontsluiten de rastafari die oude heilige teksten weer en ontdekken zij het revolutionaire dynamiet dat onder het geloof verborgen ligt, wachtend op een moment om een imperium omver te blazen.
You can’t forget your past
Inmiddels is Bob Marley al 36 jaar dood (en Haile Selassie nog iets langer). De grootschalige terugkeer van de verstrooide Pan-Afrikanen naar Ethiopië en omstreken is uitgebleven. De rastafari-beweging bestaat nog steeds, hoewel het overlijden van de kopstukken de religie een grote slag toebracht. De meest bekende recente bekeerling is Snoop Dogg, die zich in Jamaica om liet dopen tot Snoop Lion. Nog steeds bloeit de anti-koloniale spiritualiteit als een heilzame tegencultuur. Per maand luisteren 8 miljoen Spotify-gebruikers naar de protestpsalmen van Bob Marley. Lofzangen op Afrikaanse trots, hoop op bevrijding en kritiek op de kolonialen.
Voor de nalatenschap van Bob Marley is het eeuwig zonde als hij gedomesticeerd wordt door de Europese witte radiocultuur. Dat zou bijna een tweede kolonisatie zijn: Bob Marley als onze eigen knuffel-Jamaicaan. Altijd lachen, altijd relaxed. Maar zo moeten we ons hem niet herinneren. We moeten het door talentenjachten herontdekte Redemption Song blijven horen als een diep ontroerend gebed om bevrijding uit de slavernij. We moeten Get Up, Stand Up in de strandtent niet als rustgevend beschouwen, maar als een dringende, beschuldigende oproep om het verleden niet te vergeten en in opstand te blijven komen tegen onderdrukking hier en nu. ‘In this bright future, you can’t forget your past’.