Eén van John Kerry’s tekortkomingen zou – aldus enkele critici – zijn dat hij zich te makkelijk laat inpakken door dictators en heersers van enigszins dubieuze landen. al-Assad, Mubarak, de Emir van Qatar; Kerry kan – of voornamelijk kon – met ze door één deur. Dat werd al gauw als naïef of een zwaktebod gezien.
Dergelijke leiders beschouwen Kerry echter eerder als ‘diplomatiek’. Daarom gaf het Kremlin al aan wel ‘fan’ te zijn van Kerry’s mogelijke carrièreswitch van senator voor de staat Massachusetts naar een machtig buitenlands beleidsmaker. Of dat mede komt door zijn gevoel voor humor ten faveure van de Russen is overigens niet bekend.
Afghanistan, Pakistan, Soedan, Israël: Kerry zou met praktisch elke probleemstaat overweg kunnen, aldus voorstanders. Enkel Azerbeidzjan gruwelt van Kerry. President Ilham Aliev heeft nachtmerries van de Amerikaan, omdat Kerry al decennialang pro-Armeense activiteiten uitvoert. De Armeense gemeenschap heeft hem op een schild gehesen en lobbyisten hopen dat zijn aanstelling zorgt voor een erkenning van de Armeense genocide.
Met Turkije zou Kerry graag op goede voet blijven, maar Azerbeidzjan kan hem vanuit humaan oogpunt worden gestolen. Al eerder zei Kerry eens, tijdens een hoorzitting van de Senaat: “De democratische waarden van Azerbeidzjan kun je onder een autobus gooien.” Waarop president Aliev woedend was, parlementsleden Kerry ‘een rotzak die op het geld van Armeense terroristen leeft’ noemden en de Bakoese krant Echo kopte: "John Kerry is gevaarlijk, want hij houdt niet van Azerbeidzjan."
Het begin van de onderlinge ‘haat’ dateert van twintig jaar terug, toen het Amerikaans Congres ‘Section 907a’ van de Freedom Support Act aannam, die verbood dat de regering van de Verenigde Staten ook maar enige vorm van overheidssteun zou verlenen aan de regering van Azerbeidzjan in het conflict om de enclave Nagorno-Karabach (zie verderop). Een wet die van de hand kwam van John Kerry.
Terugblikkend hierop schreef Svante E. Cornell in zijn The Politicization of Islam in Azerbaijan (2006) het volgende:
This bill was introduced and championed by Democratic Senator John Kerry, later a presidential candidate, whose knowledge of Azerbaijan was non-existent but whose loyalty to Armenian lobbyists from his home state of Massachusetts was absolute.
Toen Kerry in 2004 nipt verloor van George W. Bush en geen president van de Verenigde Staten werd, was dat een opluchting voor de Azeri. Want het is Kerry die in hun ogen telkens partij voor Armenië kiest, en daarmee automatisch de positie van Azerbeidzjan minimaliseert. Niet alleen de ingevoerde wet van 1992, maar ook het feit dat de senator zich verder nooit kritisch heeft uitgesproken over de situatie in het bevroren conflict om Nagorno-Karabach, zien de Azeri als hét bewijs voor Kerry’s partijdigheid.
Kerry zorgt dus weer voor hoofdpijn in Bakoe. “Als de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken John Kerry zal zijn, zullen de betrekkingen tussen Bakoe en Washington verslechteren”, zo heeft Adil Bagirov, hoofd van de ‘US Azeri’s Network’, al verklaard.
Of Kerry zal minderen in zijn kritiek op Azerbeidzjan is maar de vraag. Twee weken geleden trok hij – evenals zijn beoogd voorganger Hillary Clinton – weer fel van leer toen Azerbeidzjan één van ‘s lands gruwelijkste misdadigers zo maar gratie verleende. De militair Ramil Safarov had in 2004 de Armeense officier Gurgen Markarian in zijn slaap met een bijl vermoord. Dit had plaats tijdens een militaire uitwisseling in Hongarije, onder auspiciën van de NAVO. Safarov werd op 31 augustus door Hongarije echter uitgeleverd aan Azerbeidzjan (hierin speelt het naderende staatsfaillissement van Hongarije een grote rol, dat door deze geste goedkope olie probeert binnen te slepen) dat Safarov na aankomst gelijk een vrij man verklaarde.
“Ik ben geschokt en ontzet”, zei Kerry. “Safarov is niet alleen vrijgelaten, maar zelfs tot held gebombardeerd. Dit is een provocerende stap die de geloofwaardigheid van de regering van Azerbeidzjan ondermijnt.”
Verschenen op Lockstep.nl, op 14-11-2012