Shan Kai: “Vier jaar geleden kochten we ons huis, een echt grotemensenhuis met een tuin. Toen waren we al bezig om een kind te krijgen, maar we wisten niet zeker of het zou lukken. Tijdens het bieden op die woning vroeg Frederik aan me: ‘Ga jij ook met z’n tweetjes gelukkig zijn in dit huis?’ Daarop volgde een emotioneel gesprek, want ik kon daar gewoon geen ‘ja’ op zeggen. Mijn kinderwens was zo groot dat mijn geluk er vanaf hing. Tijdens onze eerste date vroeg ik al aan Frederik of hij kinderen wilde. Ik ben namelijk erg van de planning en ik wist dat ik een gezin wilde. Het leek me zo mooi om een klein persoontje wegwijs te maken in de wereld.” Frederik: “Terwijl ik nooit echt had nagedacht over vader worden, maar ik had altijd wel het gevoel dat ik dat ooit zou doen, alsof het vanzelfsprekend was. Pas toen ik in het traject belandde om een kind te krijgen met een man, realiseerde ik me hoe ongelofelijk ingewikkeld dat is.”
Gezoend op straat
Frederik: “Voor ik Shan Kai ontmoette had ik alleen relaties met vrouwen gehad. Toen ik 30 was, ontmoette ik via werk Kai. Zijn manager stelde ons aan elkaar voor. Nu weet ik dat ik meteen verliefd was, toen dacht ik vooral: wauw, wat een knappe man. Ik had een heel sterk gevoel bij hem en bestudeerde die avond zijn Facebookprofiel. Ik kon nog niet zo duiden wat ik voelde, maar besloot hem een berichtje te sturen. Ik had tot dan toe nog nooit iets met een man gehad en ik wist niet eens of Kai op mannen viel. Maar ik wilde hem gewoon weer zien en weten wat mijn gevoel betekende.” Shan Kai: “Niet lang daarna kreeg ik een berichtje van Frederik, of ik een keer wilde afspreken zodat we door konden praten over ons werk. Ik was 25 en het was mijn eerste baan, dus ik dacht: zo gaat dat blijkbaar als je zakelijke contacten opdoet. Wel vond ik het wat verwarrend dat hij in het weekend wilde afspreken. Eerlijk gezegd vond ik hem ook al meteen aantrekkelijk, tijdens die ontmoeting op kantoor. We spraken af en het gesprek liep vanzelf, koffie werd een biertje en één biertje werden drie biertjes. Helemaal aan het einde van de avond hebben we gezoend, midden op straat.”
Ik had niet eens door dat ik op mannen viel tot ik Kai ontmoette
Frederik: “Voor mij was meteen duidelijk dat ik de liefde van mijn leven gevonden had. Tegelijkertijd was het ingewikkeld, want niemand in mijn omgeving wist dat ik ook mannen leuk vond. Ik had het zelf niet eens door tot ik Kai ontmoette.” Kai: “Terwijl ik al sinds mijn twaalfde weet dat ik gay ben. Frederik moest voor mijn gevoel nog een hele ontdekkingsreis doormaken. Moest ik hem niet de vrijheid geven om zich niet gelijk te binden aan de eerste man waar hij verliefd op werd? Maar hij was super-duidelijk: hij wilde met mij verder.” Frederik: “Pas veel later heb ik me gerealiseerd dat die gevoelens voor mannen er bij mij al veel langer waren, maar dat dat onbewust ontmoedigd werd door mijn omgeving. Mijn familie komt uit een streng katholiek milieu en wij hadden geen voorbeelden van mannen die relaties hadden met mannen. Daardoor realiseerde ik me pas dat ik ook op mannen val toen ik Kai ontmoette, en dan was hij ook nog eens gelijk de ware.”
Bekende genen
Shan Kai: “Een paar jaar na onze ontmoeting vroeg Frederik me ten huwelijk. Hij verraste me toen we op vakantie op de Filipijnen waren. Een klein bootje bracht ons naar een onbewoond eilandje waar fakkels een pad verlichtten over het strand naar een gedekte tafel. In die super-romantische setting deed hij het aanzoek. Na onze bruiloft begonnen we onze kinderwens te onderzoeken. We wisten dat we een kind wilden, maar hoe? We hebben eindeloos veel koffie gedronken met stellen die geadopteerd hadden, koppels die co-ouderschap met de moeder of moeders van hun kind hadden en met ouders die een draagmoeder gebruikt hadden om hun kind te krijgen. In die ‘research-fase’ kwamen we erachter wat bij ons paste. Co-ouderschap met een vrouw of een lesbisch stel viel af omdat we ons kind graag fulltime bij ons wilden hebben. Draagmoederschap sprak ons aan omdat het zo’n positief traject is: iedereen doet het om te helpen, ze willen bijdragen aan jouw droom.”
Je wilt bepaalde karaktereigenschappen plaatsen
Frederik: “Ik vond het belangrijk dat ons kind de genen van één van ons had, zodat het ‘bekend’ is. Bij adoptie heb je dat niet en dat vind ik een nadeel. Zelf verloor ik op mijn twintigste mijn vader en nog steeds denk ik vaak: zou ik dat van hem hebben? Je wilt bepaalde karaktereigenschappen plaatsen, dat kan ik nu met onze zoon Andreas die genen van een van ons heeft. Dat we niet allebei genetisch gelinkt zijn aan ons kind, vind ik niet erg. Ik heb zelf een soort surrogaat-vader, oom Jaap. Die leerde ik pas kennen op mijn vijftiende, maar volgens Kai heb ik zijn manier van praten, zijn mimiek. Ik heb dankzij oom Jaap aan den lijve ondervonden dat je onvoorwaardelijke liefde en een sterke band kunt hebben zonder dat genetische verwantschap.”
Excelsheet eiceldonoren
Shan Kai: “We hebben heel bewust voor open donatie gekozen. Dat betekent dat onze zoon Andreas later altijd contact kan zoeken met de eiceldonor. We werden aan haar gekoppeld door een ivf-kliniek in Amerika. De eiceldonoren zijn vooral studenten, jonge vrouwen. Ze worden uitgebreid gescreend en psychologisch bijgestaan, ze weten wat het inhoudt om hun eitjes af te staan. Wij mochten op basis van dossiers een eiceldonor uitkiezen. Je leest dan wat hun medische geschiedenis is, dat vond ik het belangrijkste, maar er staat ook informatie over hun karakter en zelfs hun schoolresultaten. Aangezien ik nogal van het overzicht ben, hebben we een Excelsheet gemaakt met de kandidaat-eiceldonoren.” Frederik: “Ik vond ook uiterlijk belangrijk en dat ze slim was. Dat klinkt misschien gek, maar realiseer je dat we nou eenmaal mochten kiezen. Je moet érgens op selecteren en het is niet alsof we eigenschappen voor ons kind uit kozen. Het ging puur om de eiceldonor, die je toch op basis van iets moet kiezen. Toen we onze eiceldonor hadden gevonden, werden met haar eitjes en ons zaad embryo’s gemaakt. Die lagen ingevroren in de kliniek te wachten tot wij een draagmoeder hadden.”
Luister deze aflevering van de podcast ‘Eva belt aan’ van journalist Eva Munnik voor het ontroerende verhaal van een vrouw die draagmoeder was voor haar schoonzus.
Shan Kai: “Via een kliniek in Canada gingen we op zoek naar een draagmoeder. Dat land sprak ons aan omdat je daar alleen op altruïstische basis draagmoeder mag zijn, dus niet voor het geld. Een draagmoeder vinden is ontzettend lastig, ook al helpt de kliniek. Dat komt doordat er veel meer emotie bij komt kijken dan bij de eiceldonor. De draagmoeder moet immers negen maanden lang je kind dragen en bevallen, daarvoor heb je een stevige vertrouwensband met elkaar nodig. Als je partner zwanger is, kun je elke avond even haar rug masseren en vragen hoe het gaat. Bij ons zou er een oceaan zitten tussen ons en de vrouw die ons kind droeg. Vertrouw je dat ze zichzelf – en daarmee je baby in haar buik – al die tijd goed verzorgt? De database met draagmoeders is niet groot, mondjesmaat kregen we kandidaten doorgestuurd. Kelsey was de derde vrouw waar we contact mee hadden. Zij was al eerder draagmoeder geweest en wist wat het inhield. Ze had zelf vier kinderen, was stabiel en het klikte.”
We waren vanaf drie verschillende continenten een baby aan het maken
Frederik: “Kelsey was geen draagmoeder voor het geld, dat mag dus niet in Canada, maar de onkostenvergoeding speelt wel een beetje mee. Verder is het voor die vrouwen ook een avontuur. Ze hebben altijd zelf al een gezin – dat is een vereiste – en wonen vaak in the middle of nowhere, ze hebben meestal geen carrière en zien het draagmoederschap als een bijzondere ervaring. We hebben Kelsey halverwege de zwangerschap naar Amsterdam gevlogen en meegenomen naar Parijs, daar had ze altijd al heen gewild. Ik denk dat het draagmoederschap haar oplevert dat ze zich speciaal voelt. Zo schreef ze eens op Facebook: I am a surrogate, what’s your superpower?” Shan Kai: “De embryo werd in de kliniek in Amerika geplaatst. Ik zat op dat moment in Azië en Frederik voor werk in Kenia. We waren dus vanaf drie verschillende continenten een baby aan het maken. Via Facetime volgden we het en het ging allemaal goed: we waren zwanger.”
Wachten op de finish
Frederik: “Tijdens de zwangerschap hadden we een appgroep met Kelsy die Love heette en was er bijna dagelijks contact. Maar die negen maanden waren voor ons niet genieten, we waren echt aan het wachten op de finish, het moment dat we ons kind in onze armen zouden houden. Tot die tijd maakten we ons vooral veel zorgen en zat de draagmoeder erg ver weg.” Shan Kai: “De laatste maand was heftig. Kelsey vond het zwaar, had allerlei klachten en was depri. Midden in de nacht stuurde ze appjes dat ze zich zo rot voelde. De dag voor de geboorte vlogen we naar Canada. Met koffers vol rompertjes en flesjes en een lege kinderwagen checkten we in op Schiphol, heel gek is dat. De bevalling hadden we helemaal doorgesproken en ik zou Andreas opvangen als hij eruit kwam. Maar dat ging niet door, want hij lag in stuit.” Frederik: “Je voelde de sfeer in de kamer als het ware veranderen toen de arts zei dat de baby verkeerd om lag. Toen Andreas geboren werd, hield iedereen z’n adem een paar seconden in. Vervolgens begon Andreas te krijsen: nieuw leven. Dat was zo emotioneel, ik gun het iedereen om zoiets bijzonders mee te maken, zo waanzinnig was het.”
Glimmend van trots hield Frederik ons piepkleine baby’tje omhoog
Shan Kai: “Ik hield Andreas vast en voelde me meteen vader. Eindelijk kon ik die gevoelens kwijt die ik al zo ontzettend lang had. Die eerste nacht sliepen wij in het ziekenhuis op een kamer met Andreas, Kelsey lag in de kamer ernaast. Van de opwinding heb ik geen oog dicht gedaan, ik heb alleen maar naar hem gekeken. We hadden er zo lang naar uitgekeken, veel langer dan negen maanden. Ik voelde me oneindig dankbaar. En tegelijkertijd was het ook: holy moly, nu moet ik voor hem zorgen. We zaten de eerste weken in een appartement in Canada en hadden geen kraamzorg of familie om ons te helpen.” Frederik: “Maar Kai had alle babyverzorgings-boeken gelezen die er maar zijn, dus wist precies wat we moesten doen. Het was die weken verder heerlijk om in een bubbel te zitten, zo met z’n drietjes in dat appartement in Canada.” Shan Kai: “Ondertussen woedde er een sneeuwstorm en lag er een dik pak sneeuw buiten.” Frederik: “Na drie weken vlogen we naar Nederland, een vlucht van zo’n tien uur. Gelukkig was de crew super-aardig: zo´n jonge baby zagen ze maar zelden aan boord.” Shan Kai: “Toen we na de landing bij de bagageband kwamen zagen we achter het raam onze familie en vrienden. Glimmend van trots hield Frederik ons piepkleine baby’tje omhoog voor het glas.”
Een tweede kind
Shan Kai: “De eerste maanden was ik vrij van mijn werk om voor de baby te zorgen. Het was coronatijd en ik maakte eindeloos wandelingen door een uitgestorven stad met Andreas in de draagzak, heel mooi was dat.” Frederik: “Inmiddels is Andreas een peuter van bijna drie jaar en we genieten intens van hem. Hij is sociaal en vrolijk. Aan draagmoeder Kelsey appen we regelmatig updates en foto’s. Kai is wat meer van de babytijd, ik vind het zelf steeds leuker worden hoe groter Andreas wordt en hoe meer interactie er is. Als hij blij is, laat hij dat merken door me een kusje te geven, zo lief.”
Oneerlijk dat het in Nederland een politieke keuze is om draagmoederschap moeilijk te maken
Shan Kai: “We zouden heel graag een tweede kind willen. We hebben nog embryo’s, het is alleen heel ingewikkeld om een draagmoeder te vinden. Draagmoeders in Canada zijn nog schaarser sinds we op zoek waren voor Andreas. In Nederland is het bijna onmogelijk iemand te vinden omdat je hier geen oproep mag plaatsen. Als je toevallig iemand kent die het wil doen, is het toegestaan, maar een advertentie zetten is verboden en er zijn geen bemiddelingsbureaus. Dus hoe vind je ooit een draagmoeder? Het voelt oneerlijk dat het in Nederland een politieke keuze is om draagmoederschap zo moeilijk en onbekend te maken. Terwijl je het als overheid heel zorgvuldig zou kunnen toestaan. Een nieuwe wet is in aantocht en ik hoop van harte dat die het allemaal wat makkelijker maakt. Wij gunnen namelijk iedereen de kans ouders te worden.” Frederik: “Innig geluk geeft het ons. Onbetaalbaar zijn die momenten dat ik Andreas ophaal van de crèche en hij blij in mijn armen vliegt. Of dat ik door de stad fiets met Andreas voorop en hij zijn kleine armpjes in de lucht steekt en heel hard roept: ‘jaaaaaaaaa’.