Het zou zo leuk zijn om het eens een keer níét over dood en verderf te hebben.
Maar jammergenoeg is er deze week – naast een familiedrama en een tragisch busongeluk – zeer ernstig nieuws over Brazilië’s toch al niet vrolijk stemmende geweldsstatistieken.
Onder het tapijt geveegd
Uit een deze week gepubliceerd rapport van onderzoeksinstituut Ipea blijkt dat er in Brazilië per jaar zo’n 8.600 geweldsdoden onder het tapijt geveegd worden. Het gaat om mensen in wiens overlijdensakte ‘doodsoorzaak onbekend’ vermeld staat, terwijl nader onderzoek uitwijst dat hun dood wel degelijk het gevolg was van geweld.
Volgens het rapport ligt het werkelijke aantal geweldsdoden in Brazilië achttien procent hoger dan het door de overheid gehanteerde gemiddelde van vijftigduizend slachtoffers per jaar.
Op de gedenkmuur voor de Amerikaanse slachtoffers in de Vietnamoorlog, in Washington DC, staan achtenvijftigduizend namen; in Brazilië kan er dus met de namen van mensen die door geweld om het leven komen elk jaar zo’n muur gevuld worden.
‘O Brasil chora! Um minuto de silêncio. Homenagem às famílias que perderam seus filhos…’
?‘Brazilië huilt! Een minuut stilte. Een eerbetoon aan de families die hun kinderen verloren…’
Alleen bestaat zo’n officieel gedenkteken niet. Het enige monument dat ik ooit voor Brazilië's geweldsslachtoffers zag was de muurschildering in de foto bovenaan dit artikel, op een willekeurige muur in Nilópolis, een voorstad van Rio de Janeiro. Hiernaast het opschrift.
Familiedrama
Vijf doden die naar alle waarschijnlijkheid wél in de geweldsstatistieken terechtkomen zijn de slachtoffers van een familiedrama dat zich maandag in een buitenwijk van São Paulo voltrok. De politie verdenkt een dertienjarige jongen ervan zijn ouders (beiden militaire politieagenten), zijn oma en een oudtante dood te hebben geschoten. Later op de dag zou de jongen zichzelf van het leven beroofd hebben.
De zaak was uiteraard voorpaginanieuws. Gruwelijke details werden de lezer niet bespaard; de terughoudendheid van de Nederlandse media bij dit soort zaken is de Braziliaanse pers vreemd.
Bus van viaduct
Woensdagmiddag vloog in Rio de Janeiro voor de tweede maal in vier maanden een bus van een viaduct, met dodelijke afloop. In de randgemeente Itaguaí landde een stadsbus na een val van vijftien meter ondersteboven op een spoorlijn en deels op een kerk. Er vielen zes doden. Vierendertig mensen raakten gewond, waaronder tien zwaar. De precieze oorzaak van het ongeluk is nog niet bekendgemaakt. Beelden van Globo.
Begin april vielen er negen doden en elf gewonden toen er vlakbij het internationale vliegveld van Rio de Janeiro een bus van een viaduct stortte, nadat de chauffeur van een boze passagier een trap in zijn gezicht had gekregen.
Bussen in brand
Buspassagiers hebben in Brazilië nogal wat te verduren; dat het slechte en dure openbaar vervoer een van de hoofdoorzaken van de recente protestgolf is, is dan ook niet verwonderlijk. Regelmatig vormt de bus zélf een doelwit – zowel van politieke als minder legitieme protesten.
In Salvador – overigens in de wijk waar mijn Braziliaanse familie woont – staken criminelen donderdagmiddag vijf stadsbussen in brand, uit protest tegen een grootschalige politieoperatie waarbij eerder die dag verscheidene leden van plaatselijke bendes werden opgepakt. Resultaat: onschuldige wijkbewoners hebben nu vijf bussen minder en moesten vrijdag een eind lopen naar de halte, want de chauffeurs wilden de wijk niet meer in. Beelden van A Tarde.