Kort van Stof: Vreemdenliefde, deel 2 – ‘Dunderklumpen’

In de serie Kort van Stof publiceren toonaangevende schrijvers een nieuw, ongepubliceerd kort verhaal. In een speciaal feuilleton publiceert schrijver Richard de Nooy verkorte versies van hoofdstukken uit 'Vreemdenliefde', zijn nieuwe roman in wording, die van Noorwegen tot aan Israël voert. Vandaag deel 2 in Zweden: 'Dunderklumpen'.

Na zijn roman Zes beetwonden en een tetanusprik (2008), bekroond met de University of Johannesburg Prize for Best First Book, publiceerde Richard de Nooy bij Nijgh & Van Ditmar de romans Zacht als Staal (2010) en Zendingsdrang (2013). Zijn nieuwe roman Vreemdenliefde zal verschijnen in 2015.
Naast schrijver is Richard de Nooy ook zanger/performer in de band Brandjes. Kijk en luister naar het nummer 'Girls Girls': 

_____

 

Dunderklumpen

 

‘Zij kunnen zo niet mee,’ zei Katrin vastberaden.

De magere man zuchtte, haast opgelucht, en draaide zich naar zijn reisgenoten, die op hun koffers vuistje-tik zaten te spelen als twee onhandelbare kinderen van middelbare leeftijd.

Het waren broers, zo te zien. Ze hadden beide hetzelfde dunne grijsblonde Vikingenhaar, maar de één droeg het los, als halfgare spaghetti, en de ander in een rattenstaart die heen en weer spartelde op zijn Satanic Slaughter T-shirt. Hun leren jassen lagen op de vloer, hun armen ontbloot als een gespierde waarschuwing, geschreven in schedels, vlammen en Gotische letters. 

De magere man bedacht zich en draaide terug naar de balie. ‘Onze vlucht vertrekt pas over drie uur. Ik zorg dat ze tot die tijd alleen nog zwarte koffie krijgen.’

‘Dunderklumpen!’ riep Rattenstaart. ‘Wat is het probleem?’

‘Dunderklumpen?’ vroeg Katrin met een lach. ‘Van de film?’

‘Ja,’ glimlachte de magere man. ‘Ik heet Jens. En we komen uit Strömsund.’

‘Strömsund?’

‘Daar is Dunderklumpen opgenomen. Mijn moeder was gek op die film. Vandaar dat ik Jens heet.’

‘Zo heette dat jongetje toch, uit de film?’

De magere man knikte vermoeid. ‘Luister, ik hou ze in de gaten, oké? Alleen koffie. Misschien kunnen ze ergens een dutje doen.’

‘Het is te riskant…’

‘Wat is er nou goddomme aan de hand, Dunderklumpen?’ bralde Rattenstaart en wierp zijn arm zo enthousiast om Jens’ nek dat hij bijna geplet werd tegen de balie.

‘Dit is niet handig, Tommy. Jullie zijn dronken en…’

‘Wie is hier goddomme dronken? Wie zegt dat?’

‘Deze mevrouw. En ik…’

‘Wie bent u mevrouw? Wie? Zeg het me?’

‘Mijn naam is Katrin, meneer, en u kan…’

‘Katrin, je bent een lekker wijf, maar je weet niet wat dronken is. Thor! Thor! Thor-wald! Ben jij dronken?’

De man met de spaghetti slierten keek langzaam op. ‘Ik?’

‘Ja Thor, jij, ben jij dronken? Dit lekkere wijf zegt dat je dronken bent.’

‘Tommy?’ zei Jens. ‘Ga even zitten alsjeblieft, dan ga ik dit oplossen, oké?’

‘Je bent een goede vriend, Dunderklumpen!’

‘Heel fijn, Tommy, ga nu maar even zitten,’ zei Jens.

‘Mijn vader heeft zijn leven gered, Katrin,’ sliste Tommy. ‘Weet je nog Dunderklumpen?’

Katrin kon zien dat Jens het nog heel goed wist en dat Tommy het hem waarschijnlijk nooit zou laten vergeten. Ze had medelijden met de magere man, die helemaal niet bij zijn reisgenoten leek te passen, alsof zijn leven zich tegen het verkeerde decor afspeelde.

‘We gingen voor het eerst jagen, Dunderklumpen, weet je nog? Wisten wij veel dat je niet kon skiën! Een Zweed die niet kan skiën, Katrin, op zijn dertiende, dat is toch zielig?!’

Katrin zag Jens ineenkrimpen alsof er geen dertig jaar waren gepasseerd. Ze voelde hoe een onprofessionele woede haar kaken strak trok en hoorde haar moeders stem snauwen: ‘Meneer Tommy, als u niet nu meteen gaat zitten, dan zorg ik dat u niet alleen niet mee mag vliegen maar dat u ook uit de vertrekhal wordt gezet. Heeft u het begrepen?’

‘Zo, die is pittig,’ zei Tommy tegen Jens.

‘Ga nou maar gewoon zitten, Tommy, dan regel ik het,’ zei Jens.

Tommy liep terug naar zijn koffer en maakte gekscherende bewegingen naar Thorwald, die niet eens opkeek vanachter zijn spaghetti gordijn.

‘Fijne vrienden,’ zei Katrin tegen Jens.

‘Buurjongen,’ zei Jens. ‘Mijn hele leven lang. Nog steeds. Thorwald is zijn neef. Vandaag voor het eerst ontmoet.’

‘Gezellig,’ zei Katrin. ‘Ik kan ervoor zorgen dat je alleen met vakantie gaat.’ Ze glimlachte. ‘Zeg het maar.’

‘Heel verleidelijk,’ zei Jens. ‘Maar Tommy gaat trouwen.’

‘Aha, vrijgezellenfeest in Bangkok en jij bent de reisleider,’ zei Katrin.

‘Pattaya. Daar woont zijn verloofde. Thorwald en ik zijn getuigen.’

‘Ai,’ zong Katrin. ‘Die staat nog heel wat te wachten.’

‘Wie?’

‘Zijn toekomstige vrouw.’

‘Ja,’ zei Jens bedachtzaam. ‘Ze is gelukkig nog jong…’

‘Gelukkig?’

‘Nou ja…’

‘Gelukkig ben jij in de buurt,’ zei Katrin.

‘Ja,’ lachte Jens. ‘Mogen we mee alsjeblieft? Anders moet ik morgen weer.’

Katrin lachte. ‘Het moet maar, Dunder…’

Achter Jens knalde een koffer omver. Tommy lag languit op zijn rug op de vloer te lachen. Een grondstewardess keek geschrokken toe. Ze hield met beide handen haar rok strak om haar benen.

_____

www.richardenooy.com

 

Mijn gekozen waardering € -