Kyra werd een ‘queer-widow’: ‘Goedmaakseks zat er niet meer in. In plaats daarvan wilde Nick ‘samen huilen.’ 

Dat iedereen een beetje bi is, vindt Kyra (24) onzin. Zij is honderd procent hetero. En dat is geen handige combinatie, als haar voorheen ultra mannelijke vriendje ineens als queer uit de kast komt.

‘Het kwam niet als een donderslag bij heldere hemel. Natuurlijk had ik al wat kleine veranderingen opgemerkt. Alleen, zoals dat gaat met dingen die geleidelijk gebeuren, merk je ze pas echt op als als er onherroepelijk iets is veranderd. In augustus, vlak voor we ons tweejarige jubileum zouden vieren, vertelde mijn vriend Nick me dat hij twijfelde aan zijn ‘genderidentiteit’, zoals hij het beschreef.

En ja, toen viel alles op zijn plek. Alle veranderingen. Sinds we een half jaar eerder samen naar Amsterdam waren verhuisd, was Nick behoorlijk… getransformeerd. Hij had bijvoorbeeld zijn baard afgeschoren, zonder het me vooraf te melden. Iets wat ik echt jammer vond, want ik was juist zo gek op zijn baard. Hij liet zijn haar langer groeien en frommelde het in zo’n afschuwelijke knot en droeg, toen het van de zomer zo snikheet was, in huis ineens vaak een lange rok van mij. Ik moest erom lachen, maar hij vond het ‘lekker luchtig’. Daar kon ik weinig tegenin brengen. Maar dat er een diepere betekenis zat achter deze dingen, had ik nog steeds niet door. 

Totdat Nick steeds somberder leek te worden. Sporten, succes op zijn werk, etentjes met vrienden… het waren allemaal dingen waar hij voorheen met volle teugen van genoot, maar ineens leek hij nergens meer plezier uit te kunnen halen. Ik herkende hem binnen het tijdsbestek van een paar maanden niet meer terug. Waar was de dynamische, daadkrachtige man gebleven waar ik verliefd op was geworden? Degene met wie ik ons veilige leventje in ons geboortedorp had achtergelaten om samen een toekomst op te bouwen in een vreemde stad? We hadden beiden dezelfde droom gehad: ontsnappen uit het saaie dorp waar we waren opgegroeid. Toen Nick een geweldige baan aangeboden kreeg als projectcoördinator in de culturele sector, leek dat hét moment om de sprong te wagen. Ik had het met hem aangedurfd omdat ik dacht dat ik wist wat we aan elkaar hadden, maar nu was ik daar niet meer zeker van…..Al sinds we verhuisd waren waren we allebei lyrisch over het bruisende uitgaansleven in Amsterdam, en ook de huisfeestjes bij Nick’s nieuwe collega’s – allemaal leuke, creatieve mensen, van die types die mijn brave, burgerlijke ouders als ‘paradijsvogels’ zouden typeren – waren episch. Wát een verschil met de brave feestjes die we van huis uit gewend waren.  Maar na zijn aanvankelijke opleving, leek Nick ineens helemaal in te zakken. Ik herkende hem binnen het tijdsbestek van een paar maanden niet meer terug

Ter ere van ons tweejarig jubileum had ik een romantisch nachtje in een hotel geregeld. Tegen beter weten in hoopte ik dat Nick daar in ieder geval enig enthousiasme voor zou kunnen opbrengen. Maar toen ik het hem vertelde, was zijn reactie op zijn minst lauw te noemen. Op dat moment hield ik het niet meer. ‘Wat is er toch met je?’ siste ik. ‘Je wilt niets, je doet niets, en je lijkt de laatste tijd alleen maar depressief. Ik word er gek van! Waarom vertel je me niet wat er met je aan de hand is?’ 

‘Be careful what you wish for, because you might get it’ zeggen ze toch wel eens? Nou, dat klopte in dit geval helemaal. Ik wilde de waarheid, weten wat er aan de hand was met Nick, maar toen ik het eenmaal wist was ik er eigenlijk helemaal niet blij mee. In plaats van wilde seks in ons hotelbed, hadden we een pijnlijk eerlijk gesprek waarin Nick me vertelde dat hij het gevoel had dat hij delen van zichzelf aan het ontdekken was die hij eerder nog niet kende. Ik snapte er nog steeds geen bal van, en dat zag hij waarschijnlijk aan mijn gezicht. Misschien komt het wel door de verhuizing’ zei hij: ‘Hier in de stad staat iedereen veel meer open voor dingen die niet zo in het geijkte hokje passen, en merk  je veel meer van het groeiende bewustzijn in de maatschappij.’ Dat had iets in hem wakker gemaakt, zei hij. ‘Het voelt letterlijk alsof ik een transformatie doormaak, maar hoe het uiteindelijk uit gaat pakken? Wist ik het zelf maar. Het enige wat ik kan doen is meedrijven met de stroom en kijken waar ik uitkom.’ ‘En ik dan?’ dacht ik ‘waar kom ik dan uit?’ maar ik slikte mijn woorden in.  Ik hoorde Nick vertellen over hoe hij zesentwintig jaar in onwetendheid had doorgebracht. ‘In de schaduw van opgedrongen ideeën over hoe mannelijkheid eruit moest zien’. En dat hij, nu zijn ogen waren geopend, ‘in het licht wilde gaan staan’.  En dat kon dus blijkbaar niet met een volle baard en een jeans, begreep ik.

Okee, dat laatste verzon ik er stilzwijgend bij, maar het kwam er wel op neer. ‘Maar hoe zit het dan…voel je je geen man? Ben je soms transgender?’ vroeg ik met een piepstem. “Dat gevoel heb ik niet. Ik zou het zelf eerder beschrijven als genderqueer. Althans: zoals ik er nu tegenaan kijk. Ik wil niet in een hokje geduwd worden, zeg maar.’’

We huilden ondertussen allebei. Het het enige wat ik kon bedenken om te zeggen was dat ik Nick natuurlijk zou steunen. Hoe ik dat in godsnaam moest doen, gezien mijn onvermogen om onze geplande toekomst samen op dat moment nog voor me te zien, zei ik er niet bij. Ik voelde me een vreselijk mens, maar wat er werkelijk door mijn hoofd ging, was dat dit geen onderdeel van het plaatje was waar ik voor had gekozen. Je hoort wel eens dat iedereen een beetje bi is, maar dan ben ik de uitzondering. Ik ben echt voor de volle honderd procent hetero. Ter illustratie: Gerard Butler is mijn droomman, en dan vooral in de film 300. Met baard inderdaad. Nick deed me zelfs een beetje aan hem denken toen ik hem ontmoette. Dezelfde rauwe, puur mannelijke uitstraling. Maar die was dus stukje bij beetje aan het verdwijnen nu Nick meer ‘in contact’ kwam met zijn vrouwelijke kant. Inwendig gaf ik mezelf een schop onder mijn kont. Ik vond het niet kunnen dat ik zo oppervlakkig was dat er blijkbaar een innerlijke stampvoetende kleuter in me leefde. Een die begon te pruilen bij het afpakken van haar favoriete speelgoedje. Maar hoe ik het ook bekeek, het was wel zo. 

Ik had geen idee wat dit allemaal precies inhield, maar Nick’s tranen waren inmiddels opgedroogd. Hij vertelde steeds enthousiaster en ratelde maar door, smijtend met termen als CIS, non-binair, genderfluïde en heteronormatief. Ik benadruk nog maar eens dat we beiden uit een klein dorpje in de Betuwe komen. De woorden die Nick op me afvuurde had ik wel eens voorbij horen komen, maar ik vond het eerlijk gezegd maar bizar gedoe, wat alleen bedacht kon zijn door gekkies uit de grote stad. En tot op dat moment had ik  altijd gedacht dat Nick er net zo tegenaan keek. Voor mij waren er tot op dat moment gewoon twee geslachten. Dat mannen op mannen en vrouwen op vrouwen kunnen vallen, vind ik overigens prima. En dat sommige mensen het gevoel hebben dat ze in een verkeerd lichaam zijn geboren, daar kan ik ook nog wel in meegaan, maar verder? Al die gekkigheid met mensen die niet meer met ‘hij’ of ‘zij’ aangesproken willen worden, maar met ‘hen’? Ik kan er niets mee. En dat hoefde ik gelukkig ook niet. Tot nu toe dan, want Nick zei nu dat hij al sinds de lagere school het gevoel had gehad dat hij zijn mannelijkheid moest bewijzen, en dat hij zich bevrijd voelde door dat ‘juk’ van zich af te kunnen gooien nu hij in een meer tolerante omgeving woonde.

Eerlijk gezegd voelde ik me een beetje belazerd. Was de Nick die ik kende, waar ik smoorverliefd op was geworden en twee jaar van mijn leven mee had doorgebracht dan alleen maar een act geweest? Zeker toen Nick ook nog eens begon over ‘panseksualiteit’ en dat hij zich niet langer wilde beperken tot relaties met het andere geslacht, voelde dat als een mes in mijn rug. Dat is ook het enige moment geweest dat hij misschien zelf ook wel even het gevoel had dat hij te ver ging. Hij verzekerde me dat er niemand anders was. “Alleen, ik weet nu dat ik verliefd wordt op een persoon. Ik hoef niet meer in het heteronormatieve hokje te passen. Dus of die persoon nu een vrouw of een man is, maakt voor mij niet langer uit. Maar eh.. nu ben jij dat natuurlijk!”

Ik weet niet waarom, maar ik had het idee dat die laatste zin er nogal geforceerd uitkwam. Toch vond ik dat ik mijn relatie niet zomaar overboord kon gooien. Zoals Nick benadrukte, was hij nog steeds dezelfde persoon. Alleen dan completer. Echter. Zoals hijzelf zei: “Alle facetten van mezelf mogen er nu zijn, in plaats van alleen het eendimensionale beeld wat in ons oude sociale kringetje geaccepteerd werd.” En tja, wat kon daar mis mee zijn? Is het uiteindelijk niet de bedoeling dat je volledig jezelf kunt zijn in je relatie?

Hoewel ik weet dat het antwoord op die vraag een volmondig ‘ja’ moet zijn, en ik daar ook nog een paar maanden naar heb geprobeerd te leven, moet ik helaas toegeven dat ik heb gefaald. Naarmate Nick meer ruimte leek te geven aan zijn gevoelige, zachtere en intuïtieve kant, begon ik steeds meer af te knappen. Ik werd er vreselijk kriegel van. Nick’s hele manier van communiceren veranderde. We konden zelfs niet meer lekker knallend ruziën zoals vroeger, met een spetterend potje goedmaakseks erachteraan. Ineens wilde hij de hele tijd praten en samen huilen als iets niet goed ging.  De eerste keer dat we daarna seks probeerden te hebben, raakte ik zelfs bijna een beetje in paniek. Nick was altijd lekker dominant geweest, waar ik van houd. Hij trok aan mijn vlecht als we het op zijn hondjes deden en gaf me af en toe wel eens een klap op mijn billen. Nu was hij alleen maar zacht en …. teder. Terwijl hij minutenlang op mijn oorlel sabbelde en over mijn buik kriebelde met een slap, week handje, had ik echt een gevoel van: ‘Wie ben jij?’ Toen hij ook nog bij elke handeling toestemming begon te vragen was ik er klaar mee en duwde ik hem van me af. En dat was natuurlijk weer echt niet leuk voor hem. Maar ja, ik kon gewoon niet faken. Het was alsof ik iemand had die helemaal op mijn golflengte zat, en toen veranderde hij ineens in een soort wannabe beste vriendin, maar dan een die blijkbaar ook mijn sekspartner was. Die omschakeling was toch echt iets te veel voor me.

Met mijn echte vriendinnen kon ik er trouwens ook niet echt over praten. Die uit mijn oude woonplaats keken me aan alsof ze water zagen branden als ik maar een heel klein tipje van de sluier oplichtte, en die uit Amsterdam leken het probleem niet te zien. Dat maakte het voor mij niet makkelijker, want tegenover de ene groep wilde ik Nick niet afvallen, en bij de andere wilde ik voorkomen dat ik als een soort intolerante fascist zou overkomen, om het even heel gechargeerd te stellen. Toch werd al snel duidelijk dat dit niet zomaar over zou waaien. Nick’s ‘reis naar zijn diepste zelf’ werd voor mij al snel een weg die bezaaid was met stop- en ‘ga terug nu het nog kan!’ -borden. Natuurlijk merkte hij dat ook. Ik ben nu eenmaal niet heel erg goed in het verbergen van mijn gevoelens, en ik kon het al snel niet meer opbrengen om met Nick naar bed te gaan. Hij stelde nog voor om in therapie te gaan, maar wat dat betreft ben ik dan waarschijnlijk weer niet fijngevoelig genoeg. Ik vind dat therapie heel goed is voor stellen die tien jaar samen zijn en een koophuis en kinderen hebben, maar als je zoiets al nodig hebt na twee jaar, waarin je nog aan de spreekwoordelijke kroonluchter zou moeten slingeren van geluk, vind ik het een teken aan de wand. Een die je zegt dat je misschien nog even een deurtje verder moet kijken.

Toen Nick als klap op de vuurpijl met het ‘briljante’ idee kwam dat een open relatie misschien wel eens de oplossing voor ons zou kunnen zijn, haakte ik definitief af. Hij bracht het leuk hoor: ik zou dan mijn voorkeur voor hele mannelijke mannen kunnen uitleven, en hij kon experimenteren met zijn ‘fluïde seksualiteit’, maar ik werd al misselijk bij het idee alleen. Prima als mensen zoiets willen, maar ik ben gewoon ouderwets monogaam. Ik moet er niet aan denken dat mijn vriend met een ander seks heeft, en zelf heb ik er ook totaal geen behoefte aan. Toch heeft me heel wat moed gekost om op te biechten dat ik niet meer met de ‘nieuwe’ Nick verder wilde. Wat uiteindelijk de doorslag gaf, was dat ik bedacht dat als hij het recht had om zijn authentieke zelf te zijn, dat ook voor mij opging. En mijn authentieke zelf valt nu eenmaal op alpha mannen. Echte kerels, met een flinke dosis branie en eelt op hun handen, niet op zachte jongens in een yogabroek die de hele dag over hun gevoelens willen praten.

Ik woon inmiddels weer tijdelijk in ons oude dorp. Nick deelt ons appartement met een collega van hem. Een jongen met net zo’n knotje als hij, en een voorkeur voor wijde broeken, gemaakt van iets dat nog het meeste wegheeft van lamahaar. Voor zover ik weet slapen ze apart, maar ik durf mijn handen er niet voor in het vuur te steken. Hoewel ik me soms nog best rot voel over mijn droombeeld van Nick en mij samen dat keihard in de kiem is gesmoord, heb ik goede hoop dat Nick en ik uiteindelijk een mooie vriendschap kunnen opbouwen.Zoals in de lijn der verwachting lag, was hij wel gekwetst, maar uiteindelijk heel begripvol. En je weet nooit: misschien kan ik ooit nog eens bij hem uithuilen over hoe bot mijn toekomstige nieuwe vriend tegen me was, of zoiets. Maar voor die spetterende goedmaakseks, ga ik dan weer snel naar huis.’’

 *Dit verhaal verscheen eerder in VIVA

Mijn gekozen waardering € -

Freelance Journalist. Ik schreef voor o.a. LINDA., Viva, Grazia, Flair, Veronica Magazine, Margriet, VROUW, Oh! Magazine, Nieuwe Revu, Story, de Telegraaf, Psychologie Magazine, Marie Claire, Cosmopolitan en als (web)content creator voor o.a. VODAFONE en Sanoma Marketing Partnerships. Voor mijn volledige profiel: zie LinkedIn.
$twitter.xrptipbot.com/Vivscontent