“Tell me why?
I don’t like Mondays.
I want to shoot
The whole day down.”
– ‘I don’t like Mondays’
Zo luidde het refrein van de grootste hit van de Ierse new wave groep The Boomtown Rats, die ook in Nederland en België wekenlang in de Top 10 stond.
En achter dit nummer steekt een zeer macaber verhaal.
“Vrij sullig uitziend” meisje
De 16-jarige Brenda Spencer was met haar 1,57 m en 44 kilo helemaal geen intimiderend meisje, eerder een verschijning die snel door pesterijen getroffen werd. Ze had een sproetenkop, lang, felrood haar en droeg een voor haar smalle gezichtje veel te grote, zilverkleurige bril. Haar klasgenoten beschreven haar dan ook “vrij sullig uitziend” en een loner omdat ze meestal op zichzelf was.
Na de scheiding van haar ouders, woonde Brenda met haar vader in een op het eerste gezicht doodgewoon huis met één verdieping in de buitenwijken van San Diego. Het huis stond aan de overkant van de straat van de Grover Cleveland basisschool en de ramen waren bedekt met tralies, net als bij elk ander huis in de buurt. Het was een kinderrijke buurt, die bekend stond om hoe normaal het er was. Een prima buurt voor normale gezinnen.
Men zou naar binnen moeten gaan, om te kunnen zien dat Brenda en haar vader in armoede leefden. Beiden sliepen ze op een eenpersoonsmatras in de woonkamer, omringd door lege bierblikjes en wijnflessen.
Hoewel ze uitblonk in buitenschoolse activiteiten en daarbij prijzen won voor haar fotografie, maakte Brenda zelden haar huiswerk af. Laat staan dat ze uberhaupt naar de les kwam. Het meisje haalde lage cijfers, spijbelde veel, en leraren zagen haar vaak bleek en versuft in de klas zitten. Onzeker of ze wel wakker was.
Begin 1978 had Brenda zoveel schooldagen gemist dat ze naar een instelling voor risicojongeren werd gestuurd om haar spijbelproblemen aan te pakken. Nadat ze Brenda onderzocht hadden, informeerden de medewerkers haar ouders dat ze zwaar depressief en suïcidaal was en drongen aan op opname in een psychiatrische inrichting, maar Brenda’s vader weigerde zijn toestemming te geven.
Een merkwaardig kerstcadeau
Diezelfde zomer werd Brenda gearresteerd omdat ze met een luchtdrukpistool de ramen van de Grover Cleveland Elementary had ingegooid. Haar reclasseringsambtenaar adviseerde Brenda een psychiatrische evaluatie te laten ondergaan, maar haar vader weigerde opnieuw.
Voor Kerstmis dat jaar, schenkte vader Wallace zijn tienerdochter een geweer met 500 kogels. Zij verklaarde later dat ze haar vader om een radio had gesmeekt, maar dat ze in plaats daarvan een geweer kreeg. Omdat hij wilde dat ze zelfmoord zou plegen, aldus Brenda.
Ze vertelde haar klasgenoten dat ze graag “het hoofd van een politieagent eraf zou schieten” en dat ze een goede scherpschutter zou zijn. Ze had ook gesproken over “iets groots doen om op televisie te komen“.
Alle signalen waren dus daar. En als Brenda’s vader haar de hulp had toegestaan die ze zo duidelijk nodig had, werd wat er 35 dagen later gebeurde wellicht voorkomen…
Maandagochtend, 29 januari 1979
Om ongeveer 7 uur ’s morgens, vertelde Brenda haar vader dat zij zich niet lekker voelde, en vroeg of zij de hele dag thuis mocht blijven. De onverschillige vader Wallace zei ja, en vertrok vervolgens naar zijn werk.
Brenda gebruikte het volgende anderhalfuur om zichzelf in haar huis te barricaderen, en richtte vervolgens om half negen een Ruger semi-automatisch .22 kaliber geweer op de kinderen buiten. Deze stonden netjes in de rij voor de poort van Grover Cleveland Elementary, wachtend tot de directeur het hek zou openen.
Het schoolhoofd, de 53-jarige Burton Wragg, en leraar Daryl Barnes van groep 6 waren zaten nietsvermoedend binnen, in het kantoor, te nippen van hun ochtendkoffie toen ze iets hoorden wat op vuurwerk leek. Toen ze naar buiten renden, ontdekten ze echter snel dat het geen vuurwerk was. Het was het geluid van huilende kinderen die werden bekogeld met een eindeloze stroom van kogels.
Toen hij naar een gewond kind rende, werd Wragg in de borst getroffen en viel hij achterover in een nabijgelegen bosje. De concierge van de school, de 56-jarige Michael Suchar, schoot Wragg te hulp en werd zelf neergeschoten. Tragisch genoeg bezweken beide mannen aan hun verwondingen.
Leraar Daryl Barnes greep zoveel mogelijk kinderen en bracht ze de school binnen. Hij riep daarbij snel naar de secretaresse, en droeg haar op om de politie te bellen, voordat hij wederom moedig naar buiten rende om meer kinderen in veiligheid te brengen. Dit in de hoop aan Brenda’s klauwen te ontsnappen, die haar kogels nu op hem richtte. Hij overleefde de aanval zonder verwondingen.
De schietpartij duurde twintig minuten en eindigde alleen dankzij een dappere politieagent, Ted Kasinak, wiens snelle denken hem ertoe bracht een vuilniswagen voor Brenda’s huis te parkeren. Deze fungeerde vervolgens als barrière tussen haar en de kinderen.
Brenda Spencer was in staat twee mensen te doden (directeur Wragg en zijn hulp Suchar) en negen te verwonden (acht kinderen en de agent die als eerste ter plaatse kwam). In totaal werden 36 schoten gelost.
“Ik hou niet van maandagen. Dit verlevendigt de dag.”
Tijdens de schietpartij belde een journalist van een plaatselijke krant lukraak naar telefoonnummers in de buurt. Na enkele pogingen kreeg hij Brenda aan de lijn, en vroeg wat haar tot zo’n afschuwelijke daad had gebracht.
Brenda antwoordde, “Ik hou niet van maandagen. Dit verlevendigt de dag.” Het 16-jarige meisje vertelde de journalist eveneens dat ze bewust kinderen had neergeschoten die donsjacks droegen. Dit omdat ze ervan hield, “de veren te zien vliegen.”
Na het neerschieten van agent Robert Robb, de eerste agent terplaatse, riep Brenda blij: “Ik heb een varken neergeschoten!”. En hing vervolgens op om “er nog meer te neer te schieten.”
Een Burgerking maaltijd
Nu Brenda’s zichtveld geblokkeerd was, kon ze niet meer op de school schieten. Ze barricadeerde zichzelf in de woonkamer haar huis en raakte verwikkeld in een patstelling met de politie en het S.W.A.T.-team.
Ze vertelde de politieonderhandelaars ter plaatse dat de kinderen en volwassenen die ze had neergeschoten gemakkelijke doelwitten waren en dat ze “schietend naar buiten zou komen”.
De patstelling duurde zes uur. Brenda kwam uiteindelijk naar buiten nadat haar een maaltijd van de Burger King was beloofd.
Brenda in de gevangenis
Vanwege de gruwelijke aard van haar misdrijf, werd Brenda berecht als een volwassene. Ze pleitte schuldig aan twee aanklachten van moord en één aanklacht van mishandeling met een dodelijk wapen. Op 4 april 1980, de dag nadat Brenda 18 jaar was geworden, werd ze veroordeeld tot 25 jaar tot levenslang in de gevangenis.
Onder de voorwaarden van haar onbepaalde straf kwam Spencer in 1993 in aanmerking voor hoorzittingen om haar geschiktheid voor voorwaardelijke vrijlating te beoordelen. Zij is bij vier hoorzittingen van de Raad voor Parool niet in het gelijk gesteld. In de praktijk zijn er vóór 2011 in Californië zeer weinig personen die voor een moord zijn veroordeeld, voorwaardelijk vrijgelaten.
Tijdens haar eerste hoorzitting met de reclassering zei Spencer dat zij ten tijde van het misdrijf alcohol en drugs gebruikte en dat de tests waaruit bleek dat zij geen drugs in haar lichaam had toen zij in hechtenis werd genomen, vervalst moeten zijn geweest.
Tijdens de eerste voorwaardelijke hoorzitting in 2001 zei Spencer dat haar vader haar had geslagen en seksueel misbruikt. De voorzitter van de voorwaardelijke vrijlating zei dat hij betwijfelde of de beschuldigingen op waarheid berustten, aangezien zij deze voordien aan geen enkel gevangenispersoneel had verteld.
In 2009 oordeelde de paroolcommissie dat Spencer de komende tien jaar niet meer in aanmerking zou komen voor voorwaardelijke vrijlating. Ze komt pas in aanmerking voor een hoorzitting in september 2021.
Brenda nu
Brenda, nu 57, verblijft nog altijd in de gevangenis, en is ondergebracht in de California Institution for Women in Chino.
Ze is erkend als ’s werelds eerste tiener die de gruweldaad van massa schietpartijen op een school beging.
Na deze gebeurtenis gaat het bizarre trekje van massamoorden door in de Verenigde Staten, waardoor honderden scholen te maken krijgen met dezelfde gruweldaad en menselijke waanzin. Tussen 2009 en 2020 zijn er in Amerika maar liefst 288 schietpartijen op scholen geweest.
Een gedenkplaat en een vlaggenmast werden opgericht op Cleveland Elementary ter nagedachtenis van de slachtoffers van de schietpartij. De school werd in 1983 gesloten, samen met een dozijn andere scholen in de stad, vanwege teruglopende leerlingenaantallen.
In 2018 werd de school gesloopt en werd de gedenkplaat verplaatst naar een nabijgelegen straathoek.
Op 17 januari 1989, bijna tien jaar na de gebeurtenissen op de Grover Cleveland Elementary in San Diego, vond er opnieuw een schietpartij plaats op een school met de naam Grover Cleveland Elementary. Deze keer in Stockton, Californië. Vijf leerlingen werden gedood en dertig raakten gewond. Een overlevende van de schietpartij in 1979 beschreef zichzelf als “geschokt, bedroefd, ontzet” door de griezelige gelijkenissen met hun eigen traumatische ervaring.
Brenda als inspiratie
Bob Geldof, toen de leadzanger van de Boomtown Rats, hoorde over het incident toen een nieuwsbericht erover van de telex kwam bij WRAS-FM, het radiostation op de campus van de Georgia State University in Atlanta.
Hij was vooral getroffen door de bewering van Spencer – dat ze het deed omdat ze niet van maandagen hield – en begon er een liedje over te schrijven. De eerste regel van het liedje schoot hem meteen te binnen.
“The silicon chip inside her head
Gets switched to overload
And nobody’s gonna go to school today
She’s gonna make them stay at home…”
Het nummer verscheen een maand na Spencer’s gruweldaden en stond wekenlang in de top 10 in Amerika, Canada, de UK en Europa.
Later gaf Geldof toe dat hij spijt had dat hij het liedje had geschreven omdat hij “Brenda Spencer beroemd had gemaakt“.
Link naar de documentaire die over Brenda Spencer is gemaakt:
https://youtu.be/9EA1eH-t3yc