Deze week verschijnt het nieuwe boek van jeugdboekenschrijfster Floortje Zwigtman (1974), getiteld 'Vlam'. Het is het eerste deel van een nieuw drieluik, de Vonk-trilogie, en inmiddels al haar tiende boek. Zwigtman debuteerde in 2001 met ‘Spelregels’, een jaar later gevolgd door ‘Wolfsroedel’, waarmee ze twee prijzen won, de Gouden Uil en de Zilveren Zoen. De roman ‘Schijnbewegingen' uit 2005, bekroond met de Gouden Uil en de Gouden Zoen, vormde het eerste deel van de Groene Bloem-trilogie; 'Tegenspel' (2007) en 'Spiegeljongen' (2010) maakten het drieluik compleet.
Floortje Zwigtman – Vlam (448 p.). Moon, €19,95/€12,99 (e-book)
Door Anna van Praag
MÚSICA
Je nieuwe boek gaat over een popgroep. Hoe belangrijk is muziek voor jou? Heb je muziek op bij het schrijven? Welke muziek zouden we moeten luisteren bij het lezen van dit boek?
‘Ik ben opgegroeid met muziek. Altijd op de achtergrond de radio aan, bij wat ik ook deed. Mijn leven heeft een soundtrack die van begin jaren tachtig tot halverwege de jaren ‘00 loopt. (Nu ben ik selectiever in wat ik beluister en luister vooral muziek via Spotify.) Als tiener fantaseerde ik mijn eigen band bij elkaar. Daar is ‘Datura’ – de band uit dit boek – uit ontstaan.
Bij het schrijven zet ik vaak muziek op om in de sfeer te komen. Bij ‘Wolfsroedel’ bijvoorbeeld veel Dead can Dance of muziek van andere artiesten die zijn beïnvloed door historische dan wel etnische muziek. Bij ‘Vlam’ was dat vooral muziek uit de jaren tachtig of retro-elektro. Op Spotify staat een ‘soundtrack’, voor de liefhebber. Ik kan alvast verklappen dat er een grote rol is weggelegd voor Crystal Castles en London Grammar.’
ANGST
‘Nothing in life is to be feared. It is only to be understood.’ Die zin (van Marie Curie) noem jezelf op je site als je lijfspreuk. Waar ben jij bang voor? Is schrijven je angst bezweren?
‘Vroeger was ik bang voor de dood, nu niet meer. De dood is de grote relativator. Hij maakt ons allemaal gelijk: beestjes met voorbijgaande problemen. Als je de dood zo kunt zien, is dat een grote bevrijding.
Waar ik wel bang voor ben, is het gedoe voor de dood. Aftakeling, ziekenhuisopname, afhankelijk worden van de bemoeizucht van anderen. Dat mag wat mij betreft overgeslagen worden. Geef me maar een spuit of leg me langs de kant van de weg, maar bespaar me dat.
Schrijven is voor mij proberen de wereld te begrijpen. En kennis kan een wapen tegen de angst zijn. Maar het verzamelen van kennis is ook een puur genoegen.’
ROEM
Er wordt reikhalzend uitgekeken naar deze nieuwe trilogie, veel recensenten beschouwen je als de absolute top van young adult-schrijvers in Nederland. Hoe vind je dat? Heb je er last van, van die verwachtingen? Wat verwacht je zelf?
‘Ik was wel verbaasd dat ik na bijna vijf jaar afwezigheid – vijf jaar waarin het ook nog eens helemaal niet goed ging in de boekenwereld – zo veel gretige reacties kreeg op het nieuws dat er een nieuw boek van mij zou uitkomen. Dat alleen is al iets om erg blij mee te zijn.
Hoe het boek ontvangen zal worden, geen idee. Het is een verhaal met weerhaakjes, dat speelt met de verwachtingen van lezers, soms door ze in te willigen, soms door er juist niet aan te voldoen. Sommigen zullen zich daardoor teleurgesteld voelen, anderen zullen het juist spannend vinden. Maar ik kan niet anders dan mijn eigen koers volgen. Het schrijven van romans is zo’n moeilijk, veeleisend vak dat ik het niet zou doen als de verhalen zelf mij niet meer zouden fascineren.’
DICTATORS
Wie is je ultieme dictator en waarom? Waar komt je fascinatie voor dictators vandaan? Met welk personage in een dictatuur identificeer je je het meest: de zwijger, de dwarse, de wegloper, de volger? Echoot dat ook in je boek?
‘Voor veel mensen zijn extravagante alleenheersers als Muammar Gaddafi en Idi Amnin de ultieme dictator. Ik vind de muizige boekhouderstypes zoals Kim Jong-il, Nicolae Ceau?escu en Erich Honecker dat waren, die verloren ronddwalen in hun eigen roem, echter interessanter. Ze maken een ietwat treurige indruk, en zijn tegelijk zeer gevaarlijk.
Dictators symboliseren de schijnbare maakbaarheid van de werkelijkheid. De ultieme macht van de dictator bestaat eruit mensen te dwingen in iets te geloven waarvan ze zelf niet weten dat het waar is. Als een overheersende ouder ontzeggen ze hun volk het recht geestelijk volwassen te worden. De hele relatie tussen een dictator en zijn volk is eigenlijk een verstoorde ouder-kindrelatie. Vandaar dat ik het in dit boek ook zo interessant vindt de parallellen daartussen te onderzoeken: wat in het gezin van president Tron gebeurt, wordt weerspiegeld in het land, en omgekeerd.
Al mijn personages gaan met hun situatie om op een manier die ik me voor kan stellen. Ik zou de voorzichtige Una kunnen zijn, die alles slikt om haar familie te beschermen. Maar ook de van woede kokende Rafael die grote risico’s neemt. Mocht Nederland ooit in een dictatuur veranderen, dan heb ik – vrees ik – geen andere keuze dan een rebel of een martelaar te worden. Ik heb op de sociale media al genoeg subversieve sporen achtergelaten.’
STOUTE SEKS
Eerder schreef je al expliciet over gay seks, nu is er een jong meisje dat erg met seks bezig is. Vind je het leuk om over seks en seksuele taboes te schrijven, zoek je het op? Of overkomt het je gewoon?
‘Ik schrijf graag zintuiglijk en wat is zintuiglijke dan seks? Bovendien is schrijven over seks lastig. (Wat opwindend bedoeld is, kan bij de lezer een luide lachbui opwekken.) Als het dan wel lukt, is het heerlijk. Ik vind trouwens dat ik me in dit boek behoorlijk ingehouden heb wat betreft de seks. Dat zal ik in deel twee moeten inhalen…
De vele seksscènes in de Groene Bloem-trilogie waren logisch in een boek dat over het ontdekken van je seksuele identiteit gaat. Bij Marina – het personage dat je noemt – maakt die belangstelling voor seks onderdeel uit van haar persoonlijkheid: ze is een rebel die graag grenzen overschrijdt. Ook op dat gebied.’
TRILOGIE
Wat zou je ons, aankomende lezers van de trilogie mee willen geven, hoe zou je ons na afloop van het lezen het liefst aantreffen?
‘Ik zou mijn lezers het liefst achterlaten met een enigszins ongemakkelijk gevoel: het besef dat ze meegeleefd hebben met schoften en zich hebben verheugd over de dood van een mens.’