We leren nu dat zaken die we meestal als vanzelfsprekend beschouwen in tijden van crisis niet altijd vanzelfsprekend zijn. Wij zijn in het rijke en vrije Westen gewend aan bewegingsvrijheid. Gewoon gaan en staan waar je wilt. Nu dat even niet meer kan merk je pas hoe waardevol dat is. Het is pijnlijk om vrienden en familie niet te kunnen zien, zeker als ze tot een kwetsbare groep behoren. In deze onzekere tijd, die soms lijkt op een slechte film, merken we hoe hard we elkaar nodig hebben. En dat terwijl we elkaar in het normale leven vaak niet eens de aandacht geven die we verdienen.
We worden er nu ook aan herinnerd dat er in onze maatschappij vitale beroepsgroepen bestaan. Zoals de mensen aan het front in de gezondheidszorg die de strijd tegen het coronavirus voeren met gevaar voor eigen leven. Maar ook heel veel anderen die er voor zorgen dat de infrastructuur van onze samenleving blijft functioneren. Degenen die ervoor zorgen dat we veilig eten hebben, schoon drinkwater, elektriciteit en zelfs internet. Mensen die het werk doen waarvan we ons doorgaans niet realiseren hoe cruciaal het is. Je begrijpt dat die opsomming verre van compleet is.
Dat zijn de mensen die we nu waarderen met applausjes en liedjes, en dat is mooi, maar we vergeten ze te belonen zoals we ze waarderen. We wisten natuurlijk allemaal wel dat het niet klopt dat een bankier gemiddeld ruim drie keer zoveel verdient als een doktersassistent (om maar een willekeurige vergelijking te kiezen), maar tijdens deze crisis wordt het pijnlijk zichtbaar dat waarde en waardering niet gelijk opgaan. En dan hebben we het nog niet eens over exorbitante salarissen voor sporters, tv-persoonlijkheden, CEO’s en anderen die nu gewoon thuis zitten.
Het is goed te zien dat er een hoop solidariteit getoond wordt tijdens deze pandemie. Er zijn in het hele land een hoop initiatieven ontstaan om mensen te helpen met kleine klusjes zoals boodschappen of soms zelfs gewoon een praatje. Zowel particulieren als kleine en grote ondernemers laten zich van hun beste kant zien en proberen elkaar te steunen waar het kan.
We ervaren nu dat het een voorrecht is om in een rijk land als Nederland te wonen. Op alle overheidsniveaus wordt keihard gewerkt om burgers en bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen. En nee, dat gaat nog lang niet voor iedereen goed, maar je ziet elke dag verbeteringen. Laat degenen die het niet het hardst nodig dan ook wat geduld hebben. Politici, bestuurders, ambtenaren en uitvoeringsorganen staan voor een ongekend karwei. Prijs het land gelukkig waarin zoveel goed gaat in een situatie die nog nooit iemand eerder meegemaakt heeft.
Ook aan ons consumptiegedrag is van de een op de andere dag veel veranderd. We zien dat we allerlei goedkope troep die we normaal de hele wereld rondvliegen helemaal niet zo hard nodig hebben. Maar ook is er de verwachting dat er een langdurig tekort aan allerlei medicijnen zal zijn omdat we daarvoor afhankelijk zijn van landen als China en India. Leveranciers van lokale landbouwproducten hebben het drukker dan ooit en agrarische producten die voor de export bedoeld zijn (waar we nogal veel van produceren) raken we niet meer kwijt.
We wisten al lang dat we de globale wereldhandel onlogisch en oneerlijk ingericht hebben, nu zien we hoe kwetsbaar het systeem is. Onderbetaalde arbeiders in arme landen betalen de hoogste prijs: zij zijn hun karige inkomsten kwijt en hebben vaak niet eens de ruimte om aan social distancing te doen. Er blijkt weinig internationale solidariteit te zijn, kijk alleen maar naar onze harde opstelling naar buurlanden in de Europese Unie. Binnen de grenzen van die Unie laten we vluchtelingen nog steeds in de steek, en aandacht voor de allerarmsten nog verder weg, daar lijkt al helemaal geen tijd voor te zijn.
We zouden van de coronacrisis een hoop kunnen leren over hoe we met elkaar omgaan. Niet alleen binnen onze landsgrenzen maar ook internationaal. Benutten we de coronacrisis om de wereld straks eerlijker in te richten? Grijpen we deze kans om over te stappen op een duurzamer levensstijl? Heel veel duidelijker dan nu kan niet blijken dat dat hard nodig is. Persoonlijk verwacht ik niet dat er snel een radicale systeemverandering zal komen. Al was het alleen maar omdat bijna iedereen smacht naar hoe het leven tot voor kort was. Daar komt bij dat degenen met de grootste belangen in eerste instantie het minst kwetsbaar zijn voor deze crisis of er zelfs aan verdienen.
Toch geloof ik de kracht van de goede wil. Omdat we nu met onze neus op de feiten gedrukt worden kunnen we niet anders dan nadenken over een andere koers. Nu we weer weten wat echt van waarde is kunnen we door ons gedrag en de keuzes die we maken invloed hebben op de toekomst. We leren nu iets over wat waardevol is en dat is een collectieve les. Een eerlijke en meer solidaire wereld is in ieders belang en daarmee een streven dat ook in ons eigen belang is.
Zelf kan ik niet wachten tot we elkaar weer in het echt mogen zien en weer redelijk onbezorgd naar buiten kunnen. Ik kan niet wachten om weer meer te kunnen werken en ik verheug me op de dag dat de zorgen minder worden. Ik hoop dat ik later zal onthouden hoe leerzaam deze periode was.
Het is belangrijk dat we onthouden wat we nu leren en die kennis en ervaring benutten bij het inrichten van de toekomst. Gaat dat ons lukken? De tijd zal het leren: we zijn er zelf bij.