Hij staat aan het begin van zijn carrière, maar is ondertussen gepokt en gemazeld in omgaan met teleurstellingen. De set voor Metro TV stond in de hoogglans, toen Chris Egbers op 4 november om tien uur ’s avonds een telefoontje kreeg dat de opnames de volgende dag niet door zouden gaan, vanwege aangescherpte maatregelen. “Gelukkig werd er een nieuwe datum beloofd. Twee maanden extra voorbereidingstijd; zo probeer je er dan maar naar te kijken.”
Nu vreesde hij de gevolgen van de avondklok, maar daar kan een mouw aan worden gepast. Er staat iets op het spel, verklaart Egbers: “Die livestream is één ding, maar de videoregistratie blijft online staan. We willen ons supergoed presenteren.” De extra voorbereidingstijd hebben ze onder meer gebruikt om eerdere afleveringen grondig te bestuderen op do’s en don’ts. Het belangrijkste: “Zo min mogelijk benadrukken dat dit geen gewone liveshow is. We werken met een duidelijk plan, maar daar moet de kijker eigenlijk niks van merken. Een vloeiend geheel, daar streven we naar. Zonder opmerkingen over hoe vreemd het allemaal is, want dat weet iedereen nu wel.”
Energie en enthousiasme komen er wel uit
Als derdejaars student aan de Popacademie is Chris Egbers het stadium van freewheelen voorbij. In 2019 formeerde hij een band om zich heen en begon de zoektocht naar stijl en repertoire. Begin vorig jaar waren ze klaar voor het podium, Egbers en zijn bandleden Yme van Elsloo (drums), Bart Geleynse (toetsen), Martijn Emmen (gitaar) en Jan Honnef (bas). “Er stonden een stuk of zes optredens gepland.” Het werd uiteindelijk juni voor zich een kans voordeed om de buitenwereld een beetje op te zoeken. Vanuit de lege woonkamer van de net verhuisde drummer presenteerden ze wekelijks online de Living Room Sessions. In eigen beheer live opgenomen en gemixt. Ook de video’s werden eigenhandig gemonteerd.
Het initiatief kreeg veel publiciteit, wat Egbers een dubbel gevoel bezorgde. “Het schept ook verwachtingen, dus dat maakte het spannend. Maar de respons was best goed. Als ik terugkijk denk ik: het had misschien professioneler gekund, maar de energie en het enthousiasme komen er wel uit.”
Inspiratie van Bertolf tot The War On Drugs
Zijn muziek in zijn eigen woorden: onthaastende, sfeervolle indie-pop. “Met de herkenbare structuur van pop, inclusief een catchy refrein, en de sfeer en effecten van indie, wat voor een zekere dromerigheid zorgt. Die twee kanten zitten erin.” Tegelijkertijd is hij niet wars van wat steviger invloeden, zoals van americana.
Als hij namen moet noemen: “John Mayer is een van mijn voorbeelden. Vroeger was ik groot fan van Jason Mraz. In Nederland vind ik Bertolf heel erg cool. Maar ik laat me ook inspireren door Nick Mulvey, die veel werkt met klassiek gitaar. Hij mengt bijvoorbeeld flamenco met pop. Van The War on Drugs spreken de grootsheid en gelaagdheid me aan. Het is alternatiever dan wat ik zelf doe, maar dat overrompelende vind ik mooi.”
Chris Egbers wil band en solo-optredens blijven combineren. “Zo kan ik mijn liedjes lekker klein spelen of juist groot. Het maakt je ook lekker flexibel. Dat is in deze tijd nog meer dan anders een toverwoord, ja.” Met zijn afstuderen in zicht begint hij “de druk wel een beetje te voelen”, zegt hij. “Kan ik straks verder, of ligt de hele boel dan nog op z’n gat? Het gaat echt wel weer worden zoals het was, daarvan ben ik van overtuigd, maar dat zal nog wel even duren.”
Wat je mist zijn momenten van beloning
Hij zal er dingen naast moeten doen, beseft hij. Desnoods in de horeca, maar liever in de lijn van wat hij nu vrijwillig doet als hoofdredacteur van 3 voor 12-Overijssel en medewerker van het Booster Festival. “Dat geeft ook veel voldoening. Het is heel goed om naast al dat nadenken over wat je zelf wilt, dingen te organiseren waarmee je anderen een podium kunt geven.” Aan opgeven heeft hij in dit crisisjaar nooit gedacht. “Wat je mist zijn de momenten van beloning. Maar de drive is niet weg.”
Die is er al sinds hij op zijn zevende gitaarles nam. Vanaf zijn twaalfde begon hij zelf liedjes te schrijven en te zingen, sinds zijn vijftiende treedt hij op. Egbers groeide op in Leeuwarden, waar zijn ouders vanuit Borne naartoe verhuisden toen hij nog een baby was. “Dat ik nu weer terug ben in Twente is een grappig toeval. Ik heb wel bewust gekozen voor de opleiding in Enschede, ook omdat de gemoedelijkheid bij me past. Je hebt hier onderling niet dat gehaaide wat ik in Amsterdam proefde.”
Wie goed naar zijn teksten luistert komt aan de weet wat er in hem omgaat. In zijn nummers klinkt door wat hij ‘stiekem wel weet maar nog niet hardop durft te zeggen’, staat in de bio op zijn website. Zoals? “Ik heb een hele tijd gehad dat ik tegen beter weten in teveel ballen in de lucht wilde houden, om mezelf en anderen niet teleur te stellen. Uiteindelijk moet je er natuurlijk toch aan geloven. Een liedje is het begin van zo’n proces.”
Een lied voor tachtiger Fieny
Met andermans verhaal kan hij ook uit de voeten, bewees hij met het nummer ‘Rise’ dat hij vorig jaar schreef voor tachtiger Fieny. Gebaseerd op haar heftige persoonlijke geschiedenis. Het was Egbers’ bijdrage aan het project Twents Zilver – Kwiek met kunst!, een initiatief om ouderen via kunst te activeren. De singer-songwriter interviewde de vrouw en schreef een lied over haar veerkracht. Het heeft ook Egbers’ blik verruimd. “Wat je soms vergeet is dat ouderen ooit hebben geworsteld met dezelfde dingen als jij. Ik vraag nu bij mijn eigen oma’s ook vaker door, naar hoe ze dingen hebben beleefd. Daar kan ik zelf ook wat mee.”
MetroTV, met Chris Egbers en band en Sheryl, vrijdag 29 januari om 20.30 uur. Gratis te volgen.