DJ Isis komt naar Dalfsen. En DJ Kareem Raïhani, en fado-folk-popzangeres Nessi Gomes. In totaal bieden vier podia ruimte aan zowel ‘plugged’ als akoestische muziek − van tribal tekno tot reggae, van jazz tot minimal music – maar ook aan theatervoorstellingen en vuurshows. Alles ter opluistering van deze primeur in Nederland: het Living Village Festival, een meerdaags eco-evenement rondom het concept van ‘levend bouwen’.
De bedenkers zijn Bob en Cathelijn Radstake-Blankevoort. Ze wonen met hun dochter Lelie (4) in een bos bij Dalfsen. Daar bouwden ze hun eigen huisje uit gerecyclede materialen, hebben een eigen waterbron en eten groenten en fruit uit eigen tuin.
Kunstmest
Cathelijn: ”Als dertienjarige droomde ik al van zelfvoorzienend leven: mijn eigen groente verbouwen, veel dieren om me heen en lekker biologisch eten.”
Ze volgde de lagere land- en tuinbouwschool, omdat ze later het boerenleven in wilde, maar werd enigszins teleurgesteld. “Je leerde daar niets over biologische landbouw, maar des te meer over kunstmest en zo.”
Cathelijn besloot om Culturele Maatschappelijke Vorming te gaan doen. Later volgde ze een opleiding in ‘restorative yoga’ (herstellende yoga) en massage. En nog later bekwaamde ze zich in de zogeheten permacultuur: een tak van wetenschap die zich richt op het creëren van een leefomgeving die, als een ecosysteem, zichzelf in stand houdt.
Cathelijn straalt wanneer ze over het Living Village Festival praat. Duizenden bezoekers uit alle windstreken hebben zich aangemeld, van de VS tot Australië. Allemaal mensen die hun ideaal in praktijk willen brengen: zorg voor de aarde, verbinding met de natuur en zelfvoorzienend leven. Met als hoofdthema het ‘levend bouwen’ waar op echtgenoot Bob Radstake zich sinds 2012 toelegt met het bedrijf The Greenman Project: het laten vergroeien van bomen tot (multi)functionele objecten, van tuinmeubilair tot complete huizen.
Iglo-achtig
Op het erf van de familie Radstake zien we zo’n levend huis in aanbouw. Prille appel- en hazelaarboompjes staan in opeengestapelde bloembakken, die een soort muur vormen. De contouren van wat een ruime woning moet worden, met wat iglo-achtige rondingen, tekenen zich al duidelijk af; zelfs de vensters zitten er al in.
“Op den duur groeien de takken aan elkaar tot één grote holle boom, waarin je kunt wonen,” vertelt Cathelijn. “Het is eigenlijk te eenvoudig voor woorden. En als je voor die boompjes aan het zorgen bent, maakt dat zó ontzettend blij!”
Bob Radstake wilde als kind al uitvinder worden. Na de middelbare school volgde hij een opleiding elektronica, in de veronderstelling dat daarin de vernieuwing lag. “Maar op een gegeven moment was ik internetmonteur en had ik een eigen huis. En ik vroeg me af: is dít nou echt wat ik wil? Dus ik verkocht mijn huis, verbrandde mijn hele administratie − inclusief mijn diploma’s − en reisde met alleen een rugzak naar Australië. Daar heb ik een paar maanden in de bush onder een zeiltje gewoond. Aan een beekje, tussen de wilde dieren.”
Bij terugkomst in Nederland viel hem plotseling op hoe gecultiveerd en versteend het Nederlandse landschap eigenlijk is. “Er blijven steeds minder bomen over. Dat bracht me op het idee van ‘levend bouwen’. En omdat in Nederland altijd alles functioneel moet zijn, begon ik meubels van levende bomen te maken, en schuttingen, veranda’s en huisjes… Zo ontstond uiteindelijk, via The Greenman Project, ook onze Stichting Het Levende Dorp.”
‘Tree Shaping’
Het planten en laten samengroeien van takken (via vlecht- en enttechnieken) heet ‘arbor sculpture’ en is al eeuwenoud. Het onderhoud bestaat uit zorgvuldig bijsnoeien of ‘tree shaping’, zo leert de fraaie brochure van Stichting Het Levende Dorp.
“Binnen kan het interieur worden afgewerkt zo als bij een gewoon huis,” verzekert Cathelijn. “Maar voor levend bouwen heb je geen giftige stoffen als cement nodig. Bovendien slaat het huis kooldioxide op én levert verse zuurstof.”
Zo sprookjesachtig als de foto’s en artist’s impressions er uitzien, zo pragmatisch klinkt de begeleidende tekst. Enkele tips: gebruik voor arbor sculpture altijd bomen uit dezelfde familie. Voor snelbouw kun je de snelgroeiende wilg of de hazelaar nemen, waarvan takkenbundels vergroeien tot stevige pilaren. Met langzame groeiers krijg je steviger constructies, die zich naderhand voor een fundering lenen. Onderdelen die niet bij de basisconstructie horen, maak je van fruitbomen (appel, peer, kers), zodat je ook de vruchten van je eigen huis kunt plukken.
Tot zover is het voor de leek nog te volgen. En The Living Village Festival voorziet straks in lezingen en workshops die dieper op de materie ingaan.
“Er zijn hands-on workshops waarbij de deelnemers echt zelf een ‘tiny house’ gaan bouwen,” belooft Cathelijn. “Maar we hebben ook lezingen over permacultuur en zelfvoorzienend leven. En er is Living Village Speeddating. Daarbij kun je tijdens een kennismaking polsen of je genoeg op dezelfde golflengte zit om samen een project op te starten.”
Naast zulke verdiepende onderdelen is er gelegenheid voor vertier en ontspanning, in de vorm van concerten, lekker eten of wellness- en yogasessies.
Een écht levend dorp
We mogen de term ‘Living Village’ overigens letterlijk nemen. Stichting Het Levende Dorp staat namelijk niet alleen voor een ecologische visie, maar heeft ook een concreet eindresultaat voor ogen: een dorp van levende huizen, bewoond door een gemeenschap van gelijkgestemden en gebouwd in een zogeheten ‘eetbaar landschap’ van ecologische akkers en een voedselbos.
Cathelijn Radstake: “Dat is nooit eerder op de wereld vertoond. Maar het kan wel! We hebben dit benefietfestival in het leven geroepen om geld in te zamelen. Daarmee willen we een stuk grond vrijkopen en teruggeven aan de burger.”
Weiland of landbouwgrond zou ideaal zijn om hun droom te realiseren, licht ze toe: ,,Dan kunnen we via ‘herstellende landbouw’ laten zien hoe je een uitgeputte bodem weer vruchtbaar maakt. Een stukje bos erbij zou mooi zijn. Al zouden we met ons Levende Dorp natuurlijk ook weer niet graag ín een bestaand bos gaan zitten. Want dat is al een ecosysteem op zichzelf, waarin je dan ingrijpt.”
Koffie zetten
Bob: “Onze Lelie eet nu ook van alles uit de tuin en uit het bos: appels, aardbeien, paardenbloemen… Ze weet al dat lijsterbessen alleen voor vogeltjes zijn en dat je van rauwe vlierbessen buikpijn krijgt, maar dat je daarvan wel weer lekkere jam kunt maken. Als ze twijfelt, vraagt ze wel eerst: ‘Kan ik dit eten?’ Dat hebben we duidelijk afgesproken.”
De Radstakes zijn zich er terdege van bewust dat zelfvoorzienend leven in Nederland slechts tot op zekere hoogte mogelijk is.
“Neem nu alleen al een simpel voorbeeld als koffie zetten,” zegt Cathelijn. “Ook al hebben we hier zonnepanelen en een eigen waterbron: de koffiebonen zelf halen we natuurlijk wel uit de winkel. Maar met eigen energievoorziening, een voedselbos en een permacultuur-tuin waarvan je je eigen voedsel kunt oogsten, ben je toch een aardig eind op weg.”
Dalfsen, 18 t/m 21 mei. Zie www.thelivingvillagefestival.org