In de exposities Hollandse Meesters: Van Vermeer tot Van Gogh en Mondriaan: Een overdaad aan kleur word je als toeschouwer in bijna een uur volledig ondergedompeld in het hoofd en de schilderijen van verschillende Hollandse meesters. Vanaf het moment dat je binnenstapt waan je jezelf tussen bloemenvelden, zeeslagen of in bijvoorbeeld De Sterrennacht, alsof je onderdeel bent van het schilderij. “Je ziet mensen er helemaal in zitten. Je zit niet alleen fysiek in de kunstwerken, maar ook in de wereld van de kunstenaar”, vertelt Alders.
Fabrique des Lumières bestaat inmiddels twee jaar in Amsterdam en is een van vele expositieruimtes in de wereld waar dit soort immersieve tentoonstellingen plaatsvinden. “Wat ik altijd zeg is dat we proberen om kunst laagdrempelig aan te bieden door middel van mooie bewegende beelden en begeleidende muziek, waardoor die ervaring rechtstreeks naar je hart gaat. Waar je in de regel op heel veel andere locaties toch eerst moet nadenken, hetzij door een begeleidende tekst te lezen of door naar iemand te luisteren”, vertelt de museumdirecteur. “Je wordt echt ondergedompeld.”
Schilderijen die over de hele wereld verspreid zijn komen samen in de voormalige zuiveringshal op het Westergasterrein in het cultuurdorp. Ruim 350 schilderijen van Hollandse meesters zijn hier verzameld in een multi-zintuiglijke ervaring. “Normaal gesproken moet je er vijf wereldreizen voor maken”, vertelt Alders.
Radiohead door de speakers
Een van de belangrijke elementen naast de schilderkunst is de muziek die door de speakers klinkt. Van klassieke composities tot moderne muziek van bands zoals Radiohead. Alders legt uit: “De begeleidende muziek hebben we echt gekozen om de emotie die een dergelijk schilderij of kunstwerk normaal gesproken beoogd te bewerkstelligen bij de kijker”. De animaties van de schilderijen zijn afgestemd op de dynamiek van de muziek waardoor er een geheel synchrone ervaring ontstaat. Op deze manier moet het verhaal van de kunstwerken nog verder worden versterkt.
Een bezoek aan het museum is een heuse apotheose. Directeur Alders is persoonlijk fan van de taveerne-taferelen van Gerard van Honthorst (Utrecht, 1592-1656). “Dat stuk vind ik zoveel levensvreugde uitspreken, ook in de expositie. Dat kaarslicht wat dan in de animatie ook echt tot leven komt, wat bij uitstek een stijlvorm was die hij in die tijd gebruikte: het eenzijdig verlichten van mensen en schaduw op de andere kant.”
De woeste penseelstreken glijden over de vloer, de verschillende muren, zuilen en paviljoens en worden dankzij de animaties en muziek tot leven gebracht. “Dat hebben we bewust op zo’n manier geanimeerd dat je ook de hand van een kunstenaar voelt”, legt Alders uit. “Maar net zoals met alle vormen van kunst, hetgeen wat het met je doet is vrij individueel. Of je je nou een figurant voelt in een schaatstafereeltje, je jezelf aan de bar voelt zitten in een van de taveernes van Van Honthorst of dat je je als een kunstenaar voelt wanneer je je handen ook maar een beetje beweegt. Het lijkt alsof je zelf die kunst tot leven wekt.”
Geen schaduw te bekennen
De muren van de ruimte, de vloer, zuilen en paviljoens in de hal zijn de canvassen van de expositie. “Het ene paneel leent zich beter voor het ene verhaal dan het andere. Bij ons heb je twee hele hoge muren van zeventien meter hoog tot de nok van het dak. Die zijn heel imposant en daar breng je natuurlijk de apotheose. Maar alles wat ernaartoe leidt kan natuurlijk op de zijmuren of op een van onze paviljoens”, vertelt Alders.
Wat opvalt als je de ruimte betreedt is dat amper een schaduw valt te bekennen. Ondanks dat er wel overal lichtprojecties aanwezig zijn. Het is specialistenwerk, legt de museumdirecteur uit. “Dat komt doordat wij meer dan honderd high-end projectoren hebben die op plekken waar mensen schaduw kunnen veroorzaken van minimaal twee kanten hetzelfde beeld projecteren.”
Voor de technische animaties is veel software nodig om te zorgen dat alles naadloos in elkaar overgaat. “Maar ook een team die, dat noem je dan video mapping en de geometrie die daarbij komt kijken, zorgt dat de lijn recht is en elke pixel op dezelfde plek landt.”
Elke dag wordt de techniek nog een beetje handmatig bijgeschaafd en aangepast. “We zitten in een heel oud pand. Die projectoren hangen aan wat wij vroeger een ‘plofdak’ noemden. De hal waar we in zitten is de voormalige zuiveringshal. De functie hier was het reinigen van het ruwe gas wat opgewekt werd in de gashouder. Dat ging met grote tanks met chemicaliën en zand door de zuiveringshal. Maar dat leverde nog wel eens een ontploffing op”, legt Alders uit. “Het dak is zo gemaakt met stalen stang-constructies, dat het ook tien centimeter de lucht in kan. Maar als het waait beweegt het ook en daar hangt onze techniek aan.”
Jaar voorbereiding
Een team van ruim vijftig mensen is betrokken geweest bij de totstandkoming van de huidige exposities in de voormalige zuiveringshal. “Het is hetzelfde als het maken van een toneelstuk”, legt Alders uit. Van het bepalen welke periode moet worden genomen, welke kunstenaars in het verhaal moeten worden verwerkt en welke thema’s voorbijkomen. De totaalervaring is een groot verhaal dat goed op elkaar aansluit.
“Dan hebben we wat we noemen iconografie. Dat zijn mensen die heel veel verstand hebben van kunstwerken. Waar bevinden die zich en hoe zorgen we ervoor dat we er alles van af komen te weten? Ook de wetenschappelijke notities bijvoorbeeld.” Het team van het museum is ruim een jaar bezig geweest met onderzoek, vormgeving, animaties en technische realisatie.
Beklonken met een biertje
Alders raakte vijf jaar geleden geïnspireerd om Fabrique des Lumières naar Amsterdam te brengen. “Ik was zelf zo’n vijf jaar geleden in Parijs bij Atelier des Lumières. Dat was mijn eerste keer met zo’n dergelijke ervaring en daarvan was ik dusdanig onder de indruk, dat ik ze een mailtje heb gestuurd vanuit de trein terug met: kunnen we praten over Amsterdam? Hun reactie was eigenlijk van: bel maar terug als je een locatie hebt.”
De locatie moet aan allerlei eisen voldoen. “Idealiter industrieel erfgoed, binnen de ring, minimaal duizend vierkante meter en hoge muren. Allemaal dat soort dingen. Maar het allerbelangrijkste was dat het voor tien jaar te betrekken zou moeten zijn”, vertelt Alders. Uiteindelijk werd de deal met de huidige eigenaar van het pand, Duncan Stutterheim beklonken na een ontmoeting tijdens een andere installatie in het gebouw. “Ik heb diezelfde avond nog een biertje met hem gedronken en een handshake gemaakt dat we eruit gingen proberen te komen.”
De exposities: Hollandse Meesters: Van Vermeer tot Van Gogh en Mondriaan: Een overdaad aan kleur zijn nog tot ten miste het eind van het jaar te bezoeken in Fabrique des Lumières in Amsterdam.