Exclusief voor Reporters Online
Mijn vader blijft stug volhouden: ‘Mondkapjes helpen wel. Hoezo gaan jullie zonder de straat op?’ Hij had nog wat goede liggen en wilde ze wel komen brengen. Mijn vader is bijna 70, hartpatiënt en hij behoort dus tot de kwetsbare groep. Ik niet, dus ik wees zijn aanbod af. Daarbij waren mondkapjes helemaal niet nodig, zei het RIVM. Ze beschermen niet voldoende, we weten niet hoe we ze correct moeten dragen en weer afdoen, het geeft een vals gevoel van veiligheid en bovenal: in de zorg is er een tekort aan mondkapjes. Dan voelt het nogal egoïstisch om die kapjes zelf te gebruiken. Op Twitter zag ik mensen die dozen vol kapjes hadden gehamsterd en deze nu schoorvoetend naar de huisarts of het lokale ziekenhuis brengen.
Ondertussen was ik zelf ziek geworden, maar dat zei ik hem maar niet. Ik hield me vast aan de gedachte dat ik geen koorts had en niet onwijs aan het hoesten was. Een lullig verhoginkje: 37,4. Stelde vast niets voor. Een paar dagen later werden de mini-symptomen omgezet in snipverkouden wakker worden. Ik rook niets meer, proefde niets meer en had geen eetlust. Giga hoofdpijn, vooral achter mijn ogen. Ik negeerde het gevoeglijk. Wel ging ik de deur niet uit. Ik nam een gek gevoel waar, een soort kriebeltje in mijn borst… of toch niet?
Later die week werd ik benauwd, voelde druk op mijn borst wanneer ik ‘s avonds op de bank zat. Als ik onze zoon een standje gaf, was ik na drie zinnen kortademig. Twee trappen oplopen in huis voelde als de New York marathon. Ik kreeg steken in mijn borst. Testen zouden ze me niet, dus hoe kon ik nu weten of dit corona was?
Die nacht lag ik wakker van de benauwdheid. Hoe ik ook ging liggen, ik kon de slaap niet vatten. Voor iemand die nog nooit in haar leven benauwd is geweest, kon ik dit nu niet meer afdoen als een verkoudheid. Was ik misschien besmet tijdens het boodschappen doen? Waarom had ik niet naar mijn vader geluisterd en gewoon zo’n kapje opgezet? Maar, hoe zat het nu eigenlijk met het advies van het RIVM? Op rivm.nl staat:
“In Nederland adviseren we alleen mondkapjes voor medisch personeel. Mensen die werken met (mogelijk) besmette mensen gebruiken professionele mondkapjes. Deze mondkapjes helpen alleen als je ze op de juiste manier gebruikt; ze moeten heel goed sluiten over neus en mond en je moet ze regelmatig wisselen. De simpele (papieren) mondkapjes die veel mensen gebruiken, beschermen de drager niet tegen het virus. Verkeerd gebruik van de mondkapjes geeft schijnzekerheid.”
Eerst even een paar feiten over mondkapjes. Allereerst: hét mondkapje bestaat niet. Er zijn allerlei soorten en maten, variërend van simpele stofmaskers (waardeloos tegen virussen) tot geavanceerde FFP2-maskers die worden gebruikt door zorgpersoneel dat patiënten met het nieuwe coronavirus behandelt. Zo’n masker houdt minimaal 95% van de deeltjes tegen en voorkomt zo besmetting. Deze maskers zijn niet aan te slepen, vandaar dat gewone burgers die níet moeten kapen.
Maar er zijn meer opties. Neem bijvoorbeeld de maskers die tandartsen en chirurgen normaal dragen, die voor 80% bescherming bieden. Onvoldoende? Niet als je ze beschouwt als een van de manieren om de kans op verspreiding te verminderen. Plus, zeggen deskundigen: zie het vooral als een manier om ánderen niet te besmetten. Daar werken deze maskers goed voor. Vandaar dat ze in landen als Zuid-Korea gewone burgers worden aangeraden.
Op 17 maart, in de week dat ik klachten kreeg, verschijnt een opiniestuk in de New York Times, geschreven door Zeynep Tufekci, hoogleraar op Universiteit van North Carolina gespecialiseerd in de sociale effecten van technologie. Volgens Tufekci is de manier waarop de Amerikaanse autoriteiten over het tekort aan mondkapjes communiceerden een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Ook het Amerikaanse CDC laat het publiek weten vooral geen mondkapjes te gaan dragen, want als je ze al draagt, doe je het toch verkeerd én zorgverleners hebben ze harder nodig dan gewone burgers. Dit is niet alleen een tegenstrijdige, maar ook contraproductieve boodschap schrijft Tufekci, die er volgens haar zelfs voor gezorgd zou kunnen hebben dat mensen juist mondkapjes zijn gaan hamsteren.
Wat het CDC volgens Tufekci met deze boodschap probeerde te doen is de schaarste van mondkapjes in goede banen te leiden door te benadrukken dat zorgverleners deze harder nodig hebben. Maar door tegelijkertijd te zeggen dat leken toch niet weten hoe ze deze moeten opzetten geef je een dubbele boodschap af: dus zorgverleners hebben ze wel nodig om beschermd te worden, maar wij niet? Hoezo kunnen wij ze niet goed omdoen? Tufekci vergelijkt het met het advies om je handen goed te blijven wassen. Omdat men het veelal niet goed noch lang genoeg doet, zijn er bordjes, filmpjes, aanwijzingen hoe we nu het beste onze handen kunnen wassen. Waarom zou dat niet met mondkapjes kunnen? Tufekci werd vergruisd en aangevallen. Ze was de eerste in de VS die zich hierover dorst uit te spreken.
Er zijn meer tegenwerpingen. Veelgehoord is bijvoorbeeld de vrees dat wie een mondkapje draagt, door gedragsverandering juist de kans op besmettingen zou verhogen. Dat doet denken aan de discussie over fietshelmen voor niet-wielrenners, waar we in Nederland ook maar niet aan willen. Wie de wetenschappelijke literatuur hierover in duikt, ontdekt dat die veronderstelling geen standhoudt. Dezelfde bezwaren hadden we trouwens eerder tegen skihelmen – het was een kwestie van tijd dat die de norm werden.
Bij mondkapjes is de situatie net wat anders. Het kan natuurlijk gebeuren dat iemand die nu thuis blijft vanwege een snotneus, straks een maskertje opzet en tóch de deur uit gaat. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Maar, zo redeneren voorstanders: juist mensen die nog nauwelijks klachten hebben, kunnen het virus al overdragen. Zij zouden dit kunnen voorkomen door een mondkapje te dragen. Ook interessant: op Twitter meldden zich ook mensen die verklaarden juist met een grotere cirkel om iemand met een mondkapje heen te lopen – wat het beschermende effect juist zou versterken.
“Er is geen specifiek bewijs dat suggereert dat het dragen van maskers door de massapopulatie enig voordeel heeft”, zei Dr. Michael Ryan, die de operatie tegen het coronavirus leidt vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie recent tijdens een persconferentie. Een internationale overzichtsstudie gepubliceerd in 2016 concludeerde dat er ondanks sterke aanwijzingen voor het nut van maatregelen zoal mondkapjes ‘weinig gegevens voorhanden zijn’.
Daar tegenover stellen experts uit Hong Kong in The Lancet: ‘Er is een essentieel verschil tussen afwezigheid van bewijs voor een effect, dan bewijs voor een afwezigheid ervan. Aangezien er aanwijzingen zijn dat COVID-19 kan worden overgedragen voor de symptomen optreden, kan de overdracht worden verminderd als iedereen, inclusief mensen die nog geen symptomen hebben, mondkapjes draagt.’
Ik begin me af te vragen waar onze weerstand tegen mondkapjes nu eigenlijk vandaan komt? We associëren ze met Aziatische mensen op het vliegveld, waar we tot voor kort een beetje meewarig naar keken. Overdreven vonden we het. Maar zou het misschien zo kunnen zijn dat het dragen van mondkapjes bij hen voortkomt uit hun ervaring met eerdere coronavirussen, sars en mers? Dat is in elk geval wat de vooraanstaande Koreaanse wetenschapper Woo-Joo Kim denkt. En de directeur-generaal van de Chinese CDC, George Gao, noemde het niet massaal dragen van mondkapjes recent in Science ‘een grote vergissing‘.
Ondertussen heeft Jeremy Howard, een Australische datawetenschapper die onderzoek doet aan de Universiteit van San Francisco en lid is van het World Economic Forum’s Global Al Council zich geroerd in het debat. Vanaf zijn Twitteraccount met 96.700 volgers begint hij de in Tsjechië gestarte #Masks4All the pushen. ‘Er worden veel fouten gemaakt door beleidsmakers, maar het onlogische en onwetenschappelijke advies aan het algemene publiek om vooral geen mondkapjes te dragen staat wel bovenaan,’ schrijft hij in de Washington Post.
Howard heeft ook een antwoord op het bezwaar dat zorgverleners prioriteit hebben en anderen hen de mondkapjes niet uit de mond moeten stoten: laat mensen zelf katoenen mondkapjes maken. Die, zo citeert hij uit de wetenschappelijke literatuur, blijken zelfs voor toepassingen in het ziekenhuis in veel gevallen goed genoeg – dus voor gewone stervelingen al helemaal – ondanks dat ze niet perfect zitten en niet door iedereen juist gedragen worden.
In Tsjechië, waar mondkapjes op straat inmiddels verplicht zijn, hebben burgers een systeem opgezet van ‘mondkapjesbomen’, waarin mensen hun creaties aan hangen, beschikbaar voor anderen met minder creatieve aanleg. Influencers hielpen de Tsjechen over hun weerstand heen.
En dus zoek ik in de schuur naar het tasje met mondkapjes wat mijn vader vorige week uiteindelijk tóch aan mijn man meegaf toen die boodschappen bij hem bracht. Er zaten wat stofmaskers in en één degelijker exemplaar, dat hij op de kop had getikt bij de bouwmarkt lang voor de ellende uitbrak. Wanneer ik, een paar dagen klachtenvrij, weer eens naar de supermarkt ga, zet ik een van de maskers op. Het voelt gek, en eenmaal in de winkel aangekomen, voel ik me af en toe vijandig aangestaard.
Dan komt er een heel verdrietig bericht. Op woensdag 1 april is de begrafenis van de moeder van mijn ex. Corona. Opgelopen in het verpleeghuis waar ze zat wegens een hersenziekte. Hoewel ze het de afgelopen twee jaar erg moeilijk had met haar verhuizing, keek ze erg uit naar de komst van haar kleinzoon in juni. Alle goede zorgen van het zorgpersoneel ten spijt, ze was te fragiel om naar het ziekenhuis te gaan.
Ondertussen lijkt het debat over mondkapjes in de Westerse wereld te kantelen. De redenering bij beleidsmakers schuift steeds meer op richting: de kans dat het íets bijdraagt is groter dan de kans dat het niets doet of juist de kans op infecties vergroot.
In navolging van buurlanden Tsjechië en Slowakije, kondigde ook Oostenrijk aan het dragen van mondkapjes verplicht te gaan stellen, in dit geval in de supermarkt, gevolgd door delen van Duitsland. De Franse president Macron bestelde 1 miljard chirurgische maskers, de meeste in China, meldde hij deze week. De Amerikaanse CDC neigt naar het adviseren van mondkapjes op straat, LA loopt hier al op vooruit en ook de WHO overweegt haar eigen negatieve advies te herzien op basis van nieuw onderzoek wat suggereert dat mondkapjes wel degelijk kunnen helpen de pandemie in te dammen.
Amerikaanse wetenschappers hebben het Witte Huis op 1 april geïnformeerd over onderzoek dat erop duidt dat het nieuwe coronavirus zich niet alleen via druppeltjes door niezen of hoesten kan verspreiden, maar ook door praten of soms alleen zelfs ademen. Vakblad Science schrijft hierover in een nieuwsbericht: ‘Als het coronavirus zich kan verspreiden via de ultrafijne nevel die we produceren wanneer we uitademen, wordt de bescherming moeilijker, wat het argument versterkt dat alle mensen in het openbaar maskers zouden moeten dragen.’ En op 3 april concludeert een team van onderzoekers uit China, Hong Kong en de Verenigde Staten in Nature Medicine dat mondmaskers de verspreiding van coronavirussen door mensen met symptomen inderdaad kunnen afremmen.
Dit sluit aan bij wat Jeremy Howard schrijft: adviezen hobbelen vaak achter de feiten aan.
Ook in Nederland lijkt het een kwestie van tijd voordat de meeste burgers, en wellicht binnenkort ook het RIVM, zullen zeggen: acht, we doen het gewoon. Zolang dat niet ten koste gaat van de maskers voor artsen en verpleegkundigen, lijkt me dat een goede zaak. In Nederland is sinds vanavond ook een petitie gestart: mondkapjesvooriedereen.nl.
Uiteindelijk zou je het dragen van een mondkapje moeten zien zoals al die andere dingen die we al zijn gaan doen, zoals zoveel mogelijk thuis blijven, afstand houden en regelmatig handen wassen: alles om de kans te verkleinen dat wij zelf iemand anders aansteken. Geen van die maatregelen is op zichzelf voldoende, alle beetje helpen. Ook een zelfgemaakt mondkapje.