Bij niet heel veel Groningers zal vorig jaar maart een belletje zijn gaan rinkelen toen het overlijden van Lodewijk Frederik (Lou) Ottens wereldkundig werd gemaakt. Toch was de geboren Bennewolmer mondiaal gezien een hele grote meneer. Op de keper beschouwd is Ottens heel goed te vergelijken met Steve Jobs, de in 2011 overleden Apple-topman en aartsvader van onder meer de iPhone.
Revolutie ontketend
Jobs ontketende met zijn vinding een ware revolutie, maar Ottens had zo’n veertig jaar eerder al precies hetzelfde gedaan: niets minder dan een revolutie ontketend. Het zal de hedendaagse jeugd of zelfs millennials misschien niks meer zeggen, maar Ottens was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje.
Niet dat de aandacht die Ottens bij zijn overlijden krijgt te vergelijken is met de schok die het heengaan van Jobs teweeg bracht. Maar toch. In kranten over de hele wereld verschijnen In Memoriams voor Ottens. Van de New York Times, de BBC en Rolling Stone tot the Guardian, the Independent, the Washington Post en Le Monde – allemaal staan ze stil bij de revolutie die hij in 1963 ontketende.
Technische knobbel
Lou Ottens komt op 21 juni 1926 in Bellingwolde ter wereld als zoon van geboren Bennewolmer Jan Ottens en de Limburgse Frederika Sievers. Lou groeit op in Hilversum, waar zijn vader een baan krijgt bij het arbeidsbureau. Loutje blijkt al snel een technische knobbel te hebben. Zo bouwt hij tijdens de Tweede Wereldoorlog eigenhandig een radio, waarmee naar Radio Oranje kan worden geluisterd. De radio is voorzien van een primitieve richtantenne, waardoor het signaal geen last heeft van nazi-stoorzenders.
De cassette moet in de zak van mijn colbert passen, vindt Ottens
Ottens gaat werktuigbouwkunde studeren aan de TH in Delft, en gaat vervolgens – hij mag zich inmiddels ingenieur noemen – in 1952 aan de slag bij Philips. Aanvankelijk ‘gewoon’ in Eindhoven, maar in 1957 wordt hij overgeplaatst naar het Belgische Hasselt. In deze vestiging van het bedrijf worden platenspelers, platenwisselaars, bandrecorders en luidsprekers gemaakt.
In 1960 wordt hij er hoofd van de nieuwe afdeling productontwikkeling. Onder zijn leiding ontwikkelt Philips de EL 3585, de eerste draagbare bandrecorder. Dat wordt een succes, want er gaan er niet minder dan één miljoen exemplaren over de toonbank.
Het moet goedkoper, kleiner en handzamer
Succes of niet – de Groninger is niet tevreden. Het moet goedkoper en kleiner. Handzamer vooral ook. Het batterijverbruik moet drastisch omlaag terwijl de geluidskwaliteit op peil moet blijven. ‘De cassette moet in de zak van mijn colbert passen’, vindt Ottens, die een stukje hout in de afmetingen van een cassette laat zagen om zijn idee te visualiseren.
In 1963 is het zover: het cassettebandje is geboren. Wat er zo revolutionair aan is? Je kunt er van alles mee opnemen én afspelen. Op een makkelijke en draagbare manier. Miljoenen tieners zitten met hun vingers op de play en record-knoppen van hun recordertje, klaar om hun favoriete nummers op te nemen van de radio. Scheldend op de dj, als die het waagt om door het intro heen te praten. Dankzij Ottens kunnen duizenden tieners ook hun liefde verklaren door een romantische mixtape te maken voor de veroorzaker van hun vlinders.
De uitvinding is geboren uit frustratie, bekent Ottens in 2011. ‘M’n bandrecorder ontspoorde weer eens’, aldus Ottens. ‘Dat moest anders kunnen, vond ik. Het moest kleiner en compacter. Er moest een bescherming komen om de tape. Je moest het in je zak kunnen steken. Het apparaat dat ze afspeelde moest op batterijen kunnen werken en bovendien gemakkelijk te bedienen. Nou, dat is allemaal gelukt.’
Er gaan in de decennia die volgden miljarden cassettebandjes over toonbanken wereldwijd
In 1963 gaat Ottens met zijn product de markt op, onder andere in Amerika. ‘Leuk, maar daar is bij ons geen markt voor’, krijgt hij te horen.
Japanse rip-off
Dat kan je net denken: er gaan in de decennia die volgen miljarden cassettebandjes over toonbanken wereldwijd. Philips schat dat er in totaal zo’n 100 miljard cassettebandjes zijn verkocht.
Daarvoor moeten Ottens c.s. nog wel even wat zien te regelen met de Japanners. Want daar, bij Sony, waren ze er razendsnel in geslaagd om een goedkope rip-off van Ottens cassettebandje te maken.
Ottens: ‘Om het echt wereldwijd tot een succes te laten worden, moesten wij die Japanners ervan overtuigen dat ze ook ons systeem zouden gaan gebruiken. Daarover werden we het gelukkig snel eens. Aanvankelijk hadden we ook nog de hoop dat we per verkocht cassettebandje één of twee cent aan royalties zouden kunnen krijgen, maar daar wilden ze niet in meegaan.’
Over het ontstaat van het cassettebandje wordt in 2007 trouwens een mooie documentaire gemaakt. ‘Cassette: a Documentary Mixtape’, heet het. De maker van de docu is Zack Taylor, een absolute fan. Volgens Taylor heeft Ottens er moeite mee om de credits te accepteren voor zijn uitvinding, of voor het belang die het cassettebandje heeft gehad in de geschiedenis van de muziek. In de docu zegt Ottens bijvoorbeeld: ‘Je kunt me de credits geven voor een paar ideeën. Maar de designers ontwikkelden het apparaat. Ik heb niets speciaals gedaan.’
Waar ter wereld ik ook kom kijk ik in winkels of er nog wat staat, en ja hoor: daar staat het nog steeds, mijn spul
Taylor zelf is veel meer onder de indruk. Wat heet: ‘Het bedenken van het cassettebandje was net zoiets als het schilderen van een meesterwerk op een postzegel’, vindt hij. Wellicht is het Ottens’ Groningse inborst, maar hij heeft de neiging om zijn vinding altijd te relativeren: ‘Wij waren gewoon jongetjes die aan het spelen waren. We hadden op dat moment geen idee dat we met iets groots bezig waren.’
Ook Panorama schat hem op waarde: in 1991 schaart het weekblad hem bij de drie grootste namen van de twintigste eeuw. ‘De naam Lou Ottens is niet zo bekend’, aldus de Pano. ‘Maar de uitvinder zal ‘een enorme invloed op onze toekomst hebben.’
Nog altijd verrast door het succes
Op onbewaakte ogenblikken laat Ottens, die overigens óók nog een dikke vinger in de pap heeft bij de ontwikkeling van de CD, echter toch ook wel weten best trots te zijn: ‘Waar ter wereld ik ook kom kijk ik in winkels of er nog wat staat, en ja hoor: daar staat het nog steeds, mijn spul.’
De geboren Groninger, getogen Hilversummer en tot wasdom gekomen Brabander toonde zich een paar jaar geleden overigens nog altijd verrast door het enorme succes van zijn vinding. ‘Dat het een succes zou worden hadden we wel verwacht’, zei hij toen, ‘maar niet dat het een revolutie zou ontketenen.’
Maar dat doet het dus wel. De New York Times schrijft bij het overlijden (op 6 maart 2021) van de geboren Bennewolmer een prachtig artikel. ‘Lou Ottens, Father of countless Mixtapes’, staat erboven.
Bronnen: The Guardian | Philips | Brabants Dagblad | Omroep Brabant | Rolling Stone | New York Times