Zijn grootouders leefden al als vrije Afro-Amerikanen, maar waren wat huisvesting, werk en inkomen betreft nog wel afhankelijk van een blanke boer. Zijn vader Martin King Sr. (geboren Michael) verliet op 13-jarige leeftijd het ouderlijk huis in Stockbridge, Georgia. Hij trouwde in 1926 met Alberta Christine Williams en werd voorganger van een baptistengemeente in Atlanta. Zoon Martin Luther King Jr. (ook geboren Michael of Mike) kwam op 15 januari 1929 ter wereld in Atlanta. Alhoewel hij tijdens zijn tienerjaren de boot afhield, trad hij in de voetsporen van zijn vader. De middelnaam Luther nam King Sr. overigens aan na een reis naar Duitsland waar hij leerde over de Duitse protestantse kerkhervormer Maarten Luther. King Sr. moet danig onder de indruk van hem zijn geweest.
Activistische voorganger
In 1954 gaat King Jr. zijn eerste eigen baptistengemeente leiden in Montgomery, Alabama. Zijn streven is na een paar jaar te gaan doceren. Hij is ondertussen getrouwd met Coretta Scott. Zij was niet zijn eerste liefde en ook zeker niet de laatste vrouw met wie hij een verhouding zou krijgen. Zij blijven wel altijd een paar en krijgen vier kinderen. In plaats van een rustig leven als voorganger met een preek op zondag en andere kerkelijke verplichtingen, ontpopt King zich in Montgomery als voorvechter van gelijke rechten voor Afro-Amerikanen. Met dank aan Rosa Parks.
Haar verhaal is bekend. In het sterk gesegregeerde Montgomery was het voor Afro-Amerikanen niet toegestaan om zomaar op elke plek in de bus te gaan zitten. Voorin was voor de blanken. Achterin voor de Afro-Amerikanen. Als de plaatsen voorin allemaal bezet waren, mocht een blanke een plek achterin opeisen. Op 1 december 1955 weigerde Parks op te staan voor een blanke. De politie kwam erbij. Ze kreeg een boete die ze aanvocht voor de rechtbank. Enkele vooraanstaande figuren in de Afro-Amerikaanse gemeenschap van Montgomery besloten haar te steunen en vroegen hun nieuwe voorganger Martin Luther King daarbij te helpen. Hij stemde erin toe.
Het verzet tegen de behandeling van Parks groeide uiteindelijk uit tot een bus boycot door de Afro-Amerikaanse gemeenschap in Montgomery die een jaar duurde. De strijd was bitter, maar uiteindelijk wonnen ze. Afro-Amerikanen hoefden niet meer op speciale plekken in de bus te gaan zitten en ook niet meer op te staan voor blanken. De strijd stopte hierbij niet. Afro-Amerikanen in het zuiden van de VS ondervonden op nog veel meer andere terreinen discriminatie. Ze mochten niet stemmen. Werden geweerd uit openbare parken, restaurants, het onderwijs, etc. Na de overwinning in Montgomery ging King door met de strijd voor gelijke rechten. In Birmingham, in Atlanta, waar bij in 1960 naar terugkeerde met zijn gezin. En met de mars op Washington, augustus 1963, waar hij zijn fameuze I have a dream toespraak hield.
King en de presidenten
Naarmate King en zijn beweging, de Southern Christian Leadership Conference (SCLC); meer bekendheid kreeg in de VS werd zijn politieke invloed groter. Dat was nog niet het geval tijdens de regering Eisenhower in de tweede helft van de jaren 50. John F. Kennedy hield wel al meer rekening met King en zijn eisen. De onderhandelingen daarover liet hij dan weer grotendeels over aan zijn broer Robert. Na de moord op Kennedy in november 1963 nam de invloed van King alleen maar toe bij de nieuwe president Lyndon B. Johnson.
Het was Johnson die verschillende wetten doorvoerde die de situatie van Afro-Amerikanen in de VS moesten verbeteren. Niet alleen in het zuiden, waar nog altijd veel weerstand was tegen King en zijn beweging, maar in de gehele VS. Voorbeelden zijn de Civil Rights Act van 1964 en de Voting Rights Act van 1965. King had de nodige invloed daarop. In die zin dat Johnson zelf met King contact erover had en hem geregeld op de hoogte hield van de inhoud en de vorderingen bij het tot stand komen van de wetsvoorstellen. Ondanks hun goede verstandhouding en de beloofde verbeteringen in de situatie van Afro-Amerikanen bleef King doorgaan met actie voeren.
De niet aflatende strijd van MLK
Eig gaat in zijn biografie diep in op bovengenoemde gebeurtenissen in het leven van King. Dat doet hij niet alleen aan de hand van reeds bekende documenten en boeken over het leven van King. Hij put tevens uit nieuwe vrijgekomen (FBI) documenten, uit wat personen uit de directe omgeving van MLK over hem hebben verteld in interviews de afgelopen decennia en uit interviews met King en zijn naasten zelf. Zo ontstaat het beeld van een leider die eigenlijk tegen wil en dank steeds opnieuw de barricaden opzocht. Vooral in de eerste jaren met succes, al moest hij daar persoonlijk een hoge prijs voor betalen.
Het aantal keren dat Martin Luther King Jr. kortstondig of langduriger in de gevangenis belandde, valt niet op de vingers van vier handen te tellen. Eig beschrijft naast de fatale moordaanslag in 1968 nog twee eerdere mislukte aanslagen op MLK. Daarnaast was hij geregeld het doelwit van aanslagen op zijn woning. King stapte echter nooit van zijn geloof af en bleef vasthouden aan geweldloze protesten voor gelijke rechten.
Stond hij eerst telkens op de bres voor het verkrijgen van gelijke rechten voor Afro-Amerikanen in het zuiden van de VS, in de tweede helft van de jaren 60 verschoof zijn aandacht naar het noorden. In het noorden was nooit sprake geweest van officiële segregatie. Dat wilde niet zeggen dat de levensomstandigheden van Afro-Amerikanen daar veel beter waren. Nadat hij in 1964 de Nobelprijs voor de Vrede had ontvangen, ging MLK zich ook nadrukkelijker bemoeien met andere politieke zaken. Voornamelijk de oorlog in Vietnam en betere economische levensomstandigheden voor Afro-Amerikanen. Zijn felle retorische verzet tegen de oorlog in Vietnam betekende een verwijdering tussen King en president Johnson. Op het laatst waren de twee niet meer ‘on speaking terms’.
De beweging van King was niet de enige die opkwam voor de rechten van Afro-Amerikanen. Malcolm X, een voormalige leider van de Nation of Islam, was een andere bekende voorvechter. Anders dan MLK stond Malcolm X niet afwijzend tegenover geweld door Afro-Amerikanen, als dat in het belang van de zaak was. King en Malcolm X hebben nooit gezamenlijk opgetrokken. Malcolm X werd op 21 februari 1965 vermoord.
Droom spat definitief uiteen in Chicago
Indirect nam Martin Luther King na de moord op Malcolm X toch vaker en opzichtiger diens gedachten over. In 1963 droomde hij nog van een land waarin iedereen gelijk was en op een respectvolle manier met elkaar omging. In 1966, MLK had ondertussen zijn werkterrein naar Chicago verlegd, moest hij toegeven dat van zijn droom weinig was overgebleven.
MLK wilde in Chicago de economische uitgangspositie van Afro-Amerikanen verbeteren. Zij leefden daar in getto’s in abominabele huisvesting. Er was sprake van discriminatie op de arbeidsmarkt. Hij probeerde eerst de situatie te veranderen op de manier zoals hij het altijd had gedaan. Vreedzame marsen organiseren. Dat zette te weinig zoden aan de dijk. Ondertussen liep de woede onder de Afro-Amerikanen over hun slechte omstandigheden steeds verder op.
Er braken nachtenlange gevechten uit tussen de politie en jeugdbendes. Bendes die hem wel respecteerden, maar zijn woorden meestal niet navolgden. Tussen politie en blanke tegenstanders van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging. MLK werd zelf ook herhaaldelijk met van alles bedreigd. Op een dag volgde hij het voorbeeld van zijn naamgever van vijf eeuwen geleden. Hij maakte een flyer met daarop meer dan 40 eisen vast op de deur van het stadhuis. Een blanke inwoner van Chicago haalde het geschrift snel weg. King zou er niet in slagen zijn missie in Chicago tot een succes te maken.
Martin Luther King niet onfeilbaar
Ondanks zijn bijna mythische status als geweldloze voorvechter voor gelijke rechten en devoot christen was MLK zeker niet onfeilbaar, blijkt uit de biografie van Eig. De auteur toont dat op verschillende manieren aan. Zo is gebleken dat King tijdens zijn studies en ook in zijn vele publicaties daarna niet vies was van plagiaat. Ter verdediging kan dan worden aangebracht dat hij nu eenmaal een betere spreker dan schrijver was.
Zijn vele buitenechtelijke verhoudingen waren dankbaar belastend materiaal voor de FBI in de jaren 60. Oorspronkelijk was de interesse van de FBI in hem gewekt vanwege het vermoeden van communistische invloeden binnen zijn beweging. Een van zijn belangrijkste adviseurs was lid geweest van de Amerikaanse Communistische Partij. Daadwerkelijk communistische invloeden binnen de SCLC heeft de FBI nooit kunnen bewijzen. De FBI lanceerde vlak voor de Nobelprijs uitreiking wel een eerste lastercampagne tegen MLK inzake zijn buitenechtelijke verhoudingen. De schade daarvan bleef tot zijn opluchting op dat moment beperkt. Ook in de laatste jaren van zijn leven bleef de FBI actief met het in diskrediet brengen van King. Onder persoonlijke bemoeienis van directeur J. Edgar Hoover.
Zijn nimmer aflatende strijd trok ook een zware wissel op de gezondheid van Martin Luther King. In de jaren 60 was hij veelvuldig een tijdje out vanwege mentale problemen. Zijn vrouw Coretta en anderen schreven dat toe aan depressiviteit. MLK was zich ten slotte al sinds het begin van zijn activisme bewust van het risico van een aanslag op zijn leven dat hij door zijn bezigheden liep. Ook Coretta leefde continu met die angst. Op 4 april 1968 werd die angst alsnog bewaarheid in Memphis, Tennessee. James Earl Ray schoot hem vanop een afstand in het hoofd terwijl King op het balkon van zijn hotelkamer stond.
In zijn laatste weken refereerde King herhaaldelijk aan de dood. In zijn gesprekken met zijn adviseurs en in zijn zondagse preken in Atlanta. Tijdens de laatste preek daar voor zijn dood haalde hij de mars op Washington uit 1963 in herinnering. De droom die hij toen had verwoord, was op een nachtmerrie uitgelopen, zei hij. Maar hij bleef erin geloven dat de droom te realiseren was. In de afgelopen bijna 60 jaar zijn er veel verwijzingen naar Martin Luther King Jr. verschenen in het Amerikaanse straatbeeld als eerbetoon. De economische uitgangspositie van Afro-Amerikanen is echter nog steeds niet volledig gelijkwaardig aan die van de blanken. De droom van MLK is nog altijd niet uitgekomen.
Ik ben in bovenstaand artikel niet al te gedetailleerd ingegaan op alle acties van MLK en zijn beweging in het zuiden van de VS en Chicago. Noch op de onderlinge meningsverschillen binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap inzake de te volgen koers om gelijke rechten te verkrijgen, die er zeker waren. Wat Eig in zijn boek wel uitgebreid doet. Dat zou deze recensie veel te lang hebben gemaakt. Voor de variatie heb ik verschillende schrijfwijzen gebruikt van de naam Martin Luther King Jr. Ten slotte: Eig gebruikt doorheen het boek de termen Negroes, Afro-Americans en Blacks om de Afro-Amerikaanse gemeenschap aan te duiden. Ik heb er in dit artikel voor gekozen om alleen Afro-Amerikanen te hanteren.
Copyright foto: Johan Peters