Birgit (35):
‘Mean moms’. Hoewel het klinkt als de titel van een dramatisch slechte film die de bioscoop nooit heeft gehaald, maar rechtstreeks op Netflix is beland, is de werkelijkheid minstens zo dramatisch. Pestgedrag is blijkbaar niet alleen voorbehouden aan basisschool kinderen en pubers, ook moeders kunnen ook behoorlijk gemeen zijn. Het zijn gewoon gemene meiden die wat ouder zijn geworden, en nu in plaats van je kledingstijl je manier van opvoeding en leven bekritiseren. ‘
‘Ik ben 35 en heb twee kinderen. Als kind ben ik gelukkig nooit gepest, maar de laatste tijd heb ik te maken met een gemene moeder en het is een regelrechte nachtmerrie.
Het klinkt belachelijk: een volwassen vrouw, een moeder nota bene, die een andere moeder pest. Maar het gebeurt. Al deze manier van pesten een stuk geniepiger dan slaan of uitschelden zoals kinderen zouden doen. Dit gaat over vuile blikken, het bekritiseren van je opvoedingsstijl, roddelen, cyber pesten en buitensluiten.
Mijn eerste kennismaking met deze vrouw was toen ze over het schoolplein liep om andere ouders te ronselen als ‘luizenouder’. Stiekem noem ik haar altijd de ‘hoofdluis.’ Ze is trouwens ook klassenouder en ‘lief en leed’ moeder, en ze schept er een duivels genoegen in om op een propvol schoolplein met gedragen stem de ontbrekende centjes bij weigerachtige ouders te incasseren, ook al wist ze helemaal niet de reden van die weigering. Toen ik een keer voorzichtig opmerkte dat ze zoiets misschien beter via de email kon doen, omdat tenslotte niet iedereen even draagkrachtig is en er misschien wel een goede reden voor is waarom de betreffende ouder nog niet heeft betaald, keek ze me aan alsof ik alsof ik haar had gevraagd of ze het wel eens anaal deed met haar man.
Ze liep weg zonder antwoord te geven, en sindsdien had ik het bij haar verpest.
Ik had het nog niet zo door, maar het kwartje viel toen ik een keer in haar bijzijn tegen een andere moeder vertelde dat ik thuis was bevallen. De Hoofdluis onderbrak ons gesprek door te insinueren dat ik er dan vast geen moeite mee had gehad om het leven van mijn zoon op het spel te zetten. Ik denk dat ze minder fel was geweest als ik had verteld dat ik mijn zoontje onversneden heroïne meegaf in zijn lunchtrommeltje.
In de weken erop begon in te merken dat andere moeders met wie ik voorheen regelmatig had staan praten op het schoolplein me begonnen te mijden als de pest. Er waren ouders die elke keer als ik probeerde een speelafspraak met hun kinderen in te plannen, iets wat voorheen altijd met enthousiasme werd ontvangen, met een smoes op de proppen kwamen. Meestal iets in de trant van: Pietje heeft al met Jantje afgesproken, volgende keer beter! Al kwam die volgende keer er dus nooit meer.
Ineens ontvrienden sommige moeders me op Facebook, en degenen die wat minder passief agressief waren stopten met het liken van mijn posts als ik iets postte op de Facebookpagina van school.
Ik begon te merken dat ik ‘per ongeluk’ werd vergeten toe te voegen in groeps apps of mails die informatie over de school of andere activiteiten bevatten, en uiteindelijk bracht een van de vaders me op de hoogte van de geruchten die de hoofdluis over me had verspreid, namelijk dat ik wiet rookte waar mijn kinderen en de bij hen spelende vriendjes bij waren, dat ik werkte als webcamgirl en en dat het bij ons thuis een armetierig zootje ongeregeld was. In werkelijkheid brand ik wel eens een stokje wierook maar heb ik nooit enige vorm van drugs aangeraakt en werk ik weliswaar vanuit huis, maar als online yoga lerares met een eigen YouTube kanaal. Dit verklaart mijn makkelijke outfits, maar toch echt niets te maken heeft met een happy ending.
Ik probeerde haar gedrag van mijn schouders te laten glijden, maar ik trok de grens toen een klasgenoot van mijn zoon me op de hoogte bracht van een instagram account dat onder de naam van haar dochter circuleerde. Het was een soort haatpagina die volledig was gewijd aan mij en mijn kinderen. Mijn kinderen hebben zelf geen instagram account, dus als het klasgenootje ons niet op de hoogte had gebracht, hadden het nooit geweten. De pagina had meer dan driehonderdvijftig volgers en bevatte persoonlijke informatie, waaronder onze volledige naam, foto’s die van mijn facebookpagina waren geplukt, en ons adres. Er werden grappen gemaakt over de sportprestaties van mijn zoon, mijn auto, figuur en mijn manier van kleden.
Ik was woest, maar ook stomverbaasd. Ik mailde direct de hoofdluis, tezamen met de screenshots van de Instagram pagina. Wat nog verbluffender was dan het ontdekken ervan, was de volledige radiostilte die volgde. Als de situatie omgekeerd was, had ik direct contact opgenomen. Maar ik hoorde niets. Uiteindelijk besloot ik daarom aangifte te doen bij de politie. Op die manier ben ik er ook achter gekomen dat de Hoofdluis achter het account zat, niet haar dochter van elf. Iets wat ik ergens wel vermoedde, maar wat ik me tegelijkertijd niet kon indenken. Wie misbruikt er nu zijn of haar eigen kind om een ander online te shamen?! Naar wat ik begreep heeft de politie een ernstig woordje met haar gewisseld en ik heb tegen de school gezegd dat ik contact wilde opnemen met het gezin om erover te praten, zodat we het incident achter ons konden laten, maar de Hoofdluis weigerde.
Uiteindelijk kreeg ik – ik denk omdat de politie of de schoolleiding er druk achter heeft gezet – een korte email waarin ze haar excuus aanbood. Kort daarop was het gelukkig zomervakantie en werd ik niet langer met haar geconfronteerd omdat mijn zoon nu net als zijn zus naar de middelbare school ging.
Wanneer ik de Hoofdluis per ongeluk op straat tegenkom vermijdt ze me nog steeds of kijkt ze de andere kant uit. Maar wanneer onze ogen elkaar wel onverhoopt ontmoeten, kijkt ze me nog steeds kwaad aan. En dan zeg ik gedag. Er is een tijd dat ik nog graag had gewild dat we over het gebeurde hadden kunnen praten, maar ik weiger me nog te laten opnaaien of me ongemakkelijk te voelen door haar. Haar frustratie is haar probleem, niet langer dat van mij.’