Zwart-wit: keihard tegenover elkaar. Ik merkte in mijn ‘Pika’ (een scherpe column) van deze week dat het, alhoewel figuurlijk bedoeld, letterlijk werd genomen. Mijn visie was die van een Europese Nederlander en die stond recht tegenover die van diverse Yu di Kòrsou. Niet bij allemaal, want ik heb ook veel bijval gekregen uit ‘Curaçaose kring’, maar dat terzijde.
Maar goed, als je een scherpe Pika schrijft, dan moet je met de billen bloot. Geen probleem. Integendeel zelfs. Hoe meer discussie, hoe beter. Dat zet je namelijk aan het denken. Niet alleen de lezer, maar mij ook. Sommige reacties waren zó heftig dat ik direct spijt had van mijn stukje. Maar nu de rook is opgetrokken en ik de Pika nog eens herlezen heb, sta ik er nog altijd achter. Er stonden ook geen onwaarheden in. Nog niet eens halve waarheden.
En ik weet wel, de Europese Nederlander is vaak wat bijdehand. Hij/zij zegt dingen ook vaak onverbloemd. Dat komt dan hard en koud over. Maar – zeker in mijn geval – is het wel altijd goedbedoeld. Kijk, het is belangrijk om zaken te benoemen. Als je een probleem niet durft te benoemen, is een oplossing ver weg. Dus ik zeg het maar altijd gewoon zoals het is. Dat levert me thuis trouwens ook nog wel eens problemen op.
Maar het helpt wel. Want als de emotie is weggeëbd, dan blijven de kale feiten over en als het goed is, gebeurt er dan ook iets. En dat mis ik wel een beetje op Curaçao, dat laatste. Men blijft hangen in de emotie, bang als men blijkbaar is om de zaken rationeel te bekijken en daadwerkelijk aan een oplossing te werken.
Als ik dan even terugkom op het onderwerp van de Pika: het asielbeleid. Alhoewel ik me terdege realiseer dat Curaçao het ‘Venezolanen-probleem’ er niet bij kan hebben, moet er wél iets gebeuren. Als je namelijk een goed (lees: menselijk) asielbeleid optuigt, kun je – als dat je doelstelling is – met een gerust hart mensen ‘uitzetten’. Dan heb je aan je menselijke plicht voldaan.
Maar zoals het nu gaat, dat kan echt niet. En daarom moet Nederland weer te hulp schieten. Het ‘Nos mes por’ werkt niet aan alle kanten, zullen we maar zeggen. Ook dat is niet erg, maar zeg dat dan gewoon. En dat Nederland zich heel expliciet laat uitnodigen om te helpen is omdat het niet weer beticht wil worden van ‘rekolonisatie’. Ze kijken wel uit daar. En geloof me: diep in hun hart zien ze de eilanden echt als verwende pubers. En terecht. Maar Nederland heeft dat óók zelf over zich afgeroepen. Zo is het ook weer.