Typisch: Het roddelblad Seiska had de primeur van de dood van de Finse skispringer. Waarna er op verschillende Finse internetfora meteen druk werd gespeculeerd over wàt Matti Nykänen nou uiteindelijk de dood had ingejaagd.
“Alcoholvergiftiging”, roept er één.
“Een hartaanval”, weet een ander.
“Vast en zeker diabetes”, zegt er iemand.
Zij die het leven van Nykänen op de voet hebben gevolgd weten: alle speculaties zouden stuk voor stuk waar kunnen zijn.
Op het gevaar af dat z’n sportieve prestaties toch wat ondergesneeuwd raken bij de smeuiïge details over z’n privéleven, maar meteen even wat eclatante prestaties op een rijtje: vijf gouden (en één zilveren) Olympische medailles. Vier keer wereldkampioen. Zesenveertig toernooioverwinningen, waarvan de eerste als achttienjarige van de Schattenbergschanze in het Duitse Oberstdorf. Samen met Ossi Jens Weissflog domineerde hij het schansspringen in de jaren tachtig, al was Nykänen volgens de kenners de allerbeste. Misschien zelfs wel de beste aller tijden.
Ga maar na: in 1984, in Oberstdorf, brak hij tot twee keer toe het afstandsrecord. In 1985 deed hij dat nog ‘ns dunnetjes over, door als eerste de 190 meter-barrière te slechten. De marge van 17.5 punten waarmee hij zijn solo-goud won in Sarajevo (1984), is nog altijd de grootste marge in de geschiedenis van de Olympische Spelen. Vier jaar later, in Calgary, werd hij aan de zijde van onze eigen Yvonne van Gennip de Koning van de Spelen. Beiden wonnen in 1988 drie gouden plakken. Hij leverde de schansspringer z’n beeltenis op zowel een Finse- als een Koreaanse postzegel op.
Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven
Matti Nykänen, geboren op 17 juli 1963 in Jyväskylä, werd op z’n achtste door z’n vader uitgedaagd om van een schans in de buurt van het ouderlijk huis te springen. Kleine Matti doorstond de uitdaging met glans, en een obsessie was geboren.
“Het enige wat ik wilde was springen”, zo zegt Nykänen in de biografie Matti: the biography of Matti Nykänen, van de hand van Egon Theiner. “Springen, springen, en nog eens springen.”
Als tiener deed hij niet anders. Van 11 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds werd er gesprongen, en dat iedere dag. De schans in Jyväskylä had de beschikking over zowel een stoeltjeslift als verlichting, waardoor Nykänen vaker en langer kon trainen dan z’n leeftijdsgenoten.
Die jarenlange trainingsarbeid wierp uiteindelijk z’n vruchten af. “Niemand kon ook maar in z’n buurt komen”, zegt Michael Collins, één van z’n toenmalige tegenstanders, op skiinghistory.org. “Hij was degene waar je tegenop keek, naar z’n techniek, omdat hij dingen deed die anderen niet deden.”
En de voormalige Amerikaanse coach Larry Stone: “Hij was een beetje een savant, een genie. Hij kon je niet precies uitleggen wat ie deed, maar hij was absoluut de beste ter wereld, en dat jarenlang.”
Maar waar Matti Nykänen er wat betreft z’n grootste talent vroeg bij is, daar gold dat óók voor z’n slechtste eigenschap: het drinken van alcohol. Hij begon er al mee toen hij amper veertien was. En al snel had de alcohol een negatief effect op z’n leven en zelfs af en toe op z’n sportieve prestaties. Nykänen raakte verzeild in gevechten, kwam terecht in politiecellen, gaf dronken interviews af en werd weggestuurd van toernooien vanwege wangedrag.
“Ze hebben alles geprobeerd om ‘m in het gareel te krijgen”, aldus Stone. “Zo gaven ze hem pillen waar hij misselijk van werd zodra hij begon te drinken. Maar het probleem is: je moet een balans zien te vinden. Dat wat iemand een uitzonderlijke kampioen maakt, heeft vaak dezelfde bron als wat hem ten gronde richt.”
Nykänens biograaf Theiner: “Matti is Dr. Jekyll en Mr. Hyde. Als hij nuchter is, dan is het één van de aardigste en vriendelijkste mensen die ik ooit heb ontmoet. Maar dronken, is hij gevaarlijk en agressief.”
Zo werd hij in 1987 weggestuurd van het vierschansentoernooi, wegens wangedrag en dronkenschap. Nykänen kwam echter op briljante wijze terug, en vierde in 1988 zijn succesvolste jaar ooit.
Niet lang daarna luidden blessures en overmatig drankgebruik dan toch het einde van zijn imposante carrière in. Niet dat z’n pensioen hem kalmeerde. Integendeel. Zonder het schansspringen miste hij nu immers helemáál een uitlaatklep voor zijn ADHD.
“Van een systeem met vaste regels”, vertelde Nykänen in zijn autobiografie Matti, “kwam ik ineens terecht in een fase vol onzekerheden.” En met gebrek aan handvatten en vastigheden kon hij niet omgaan. “M’n hele leven lang had ik me gefocust op iets, en opeens deed dat er niet meer toe. De wereld buiten het schansspringen was totaal verschillend van de wereld die ik altijd had gekend.”
Het beruchte Zwarte Gat, noemen we dat. Nykänen probeerde er mee om te gaan door, behalve te drinken, verschillende dingen te doen. Zingen, bijvoorbeeld. Z’n start als zanger aan het begin van de jaren negentig was veelbelovend: van z’n debuutalbum Yllätysten yö (Nacht vol verrassingen) gingen maar liefst 25.000 exemplaren over de toonbank, met een gouden plaat als gevolg.
Een lang leven was zijn muzikale carrière echter niet beschoren. Zijn tweede plaat Samurai flopte, en toen was het gedaan met de koopman. Maar bij de pakken neerzitten deed Nykänen niet: gedwongen door geldproblemen ging hij in het Järvenpää casino aan de slag als stripper. Men moet toch wat, nietwaar?
Tussen de bedrijven door hield hij zich vooral ook onledig met trouwen. Maar liefst vijf keer stapte hij in het huwelijksbootje. Z’n meest in het oog springende huwelijk was dat met worsten-miljonairsdochter Mervi Tapola. Met haar trouwde Nykänen in 2001, om in 2003 te scheiden, waarna het tweetal het in 2004 nog ‘ns probeerde.
•
De relatie tussen de twee was op z’n minst tumultueus te noemen, en ging gepaard met talloze mishandelingen en omgangsverboden. Het dieptepunt werd bereikt op 25 augustus 2009, toen Nykänen Tapola aanviel met een mes, en haar vervolgens probeerde te wurgen met de riem van een badjas. Hij werd gearresteerd op verdenking van poging tot doodslag, maar werd een paar dagen later weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Een klein jaar later werd hij alsnog tot zestien maanden cel veroordeeld, wegens toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Overigens was het al de tweede keer dat Nykänen iemand met een mes te lijf was gegaan. In 2006 had hij in een pizzaria na afloop van een vingertrekwedstrijd (sic) een vriend neergestoken. Omdat dat toentertijd pas z’n eerste serieuze misdrijf was, kwam hij eraf met een paar maandjes brommen.
Hoe extravagant zijn uitspattingen ook waren – Matti Nykänen leek zich er nooit voor te schamen. Toen in 2006, onder de titel Hell is for Heroes, een film over zijn leven verscheen, toonde Nykänen zich namelijk apetrots. En dat terwijl de rolprent, waarin de Finse acteur Jasper Pääkkönen in de rol kroop van Nykänen, álle facetten van z’n leven behandelde. Behalve z’n sportieve successen, passeerden ook z’n huwelijken, z’n drankprobleem, z’n mishandelingen, z’n veroordelingen, z’n baantje als stripper en z’n knokpartijen de revue.
“Misschien dat de mensen mij na het bekijken van deze film weer als een held gaan zien”, sprak Nykänen bij de première is Oslo.
Nee, echt, Matti vond het een geweldige film. “Heel, heel erg goed. Tien punten. De film geeft een realistisch beeld, al hebben ze het allerslechtste eruit gelaten. Maar goed, als ze helemáál eerlijk waren geweest, dan hadden ze niemand van onder de dertig mogen toelaten.”
In Finland was het publiek kennelijk dezelfde mening toegedaan: Hell is for Heroes was in 2006 met 461.665 bezoekers de meest bekenen film van het land.
“Ik droom nog steeds elke nacht van het schansspringen”, voegde hij z’n gehoor op de rode loper toe. “Ik ben nog steeds de beste van allemaal. Met een pak houtblokken op de nek spring ik met de V-stijl van vandaag nog steeds driehonderd meter ver.”
Vijf jaar later, in 2011 in Tsjechië, voegde hij nog één keer de daad bij het woord. 47 jaar oud, stond hij op de veertig meter hoge springschans in Harrachov. Met zijn twee pogingen sprong hij afstanden van 34 en 36.5 meter. Nauwelijks een vijfde van wat hij sprong in zijn prime, maar niettemin voldoende om zich officieus wereldkampioen bij de veteranen te mogen noemen.
Terzelfder tijd had Nykänen zich verloofd met Susanna Ruotsalainen, een zakenvrouw die in Finland bekendheid genoot vanwege haar deelname aan de Finse versie van The Apprentice. Bronnen beweerden dat ze een uitermate goede invloed had op Nykänen: ze had ‘m van de alcohol af gekregen en hem aan ’n wat gezondere leefstijl geholpen.
Heel Finland duimde voor Matti Nykänen, maar z’n biograaf Egon Theiner zag de bui toen al weer hangen. “Dit houdt geen stand”, liet hij weten. “Op de lange duur kan niemand met het fenomeen Matti Nykänen omgaan. Zodra je hem de mogelijkheid geeft, zal hij weer gaan drinken en vechten.”
•
Theiner kreeg – uiteraard – gelijk. Maar nadat er bij de Fin een jaar geleden diabetes was geconstateerd, leek het erop dat hij z’n leven onlangs toch weer aardig op de rit gekregen. Afgelopen december nog maar had hij aan de krant Aamulehti laten weten dat het leven hem eindelijk weer toelachte.
“Aanvankelijk was ik verschrikkelijk bang”, aldus Nykanen. “Ik wist dat de ziekte dodelijk kan zijn als je niet goed voor jezelf zorgt. Maar ik heb de goede insulinebalans gevonden, en mijn energie en mijn liefde voor het leven zijn teruggekeerd. En dat voelt verdomde goed!”
Matti Nykänen overleed maandag, nog maar 55 jaar oud. •