De meeste vrouwen die borstvoeding geven, worden niet ongesteld. Dat komt doordat tijdens het borstvoeden prolactine vrijkomt. De naam van dit hormoon, dat wordt aangemaakt in de hypofyse, komt van het Griekse ‘pro lactis’, wat ‘voor melk’ betekent. Prolactine stimuleert de melkproductie, maar onderdrukt ook de opbouw van het baarmoederslijmvlies en de eisprong. Borstvoeding geven zorgt ervoor dat het prolactine-niveau zo hoog is dat er geen eisprong op kan treden. En is er geen ovulatie, dan is er ook geen menstruatie.
Wanneer de hoeveelheid prolactine afneemt, neemt de kans op een eisprong, en dus op menstruatie, weer toe. Een aantal weken na de geboorte wordt het prolactinegehalte in het bloed van de moeder geleidelijk minder, maar bij de vrouwen die borstvoeding geven, blijft het niveau hoger dan bij degenen die dat niet doen. En dus worden deze vrouwen niet zo snel weer ongesteld.
Hoelang duurt dit menstruatieverlof?
Als je helemaal geen borstvoeding geeft, word je zo’n vijf tot acht weken na de bevalling weer ongesteld. Vaak wordt dit vooraf gegaan door een lichte bloeding of wat vloeien. Omdat de cyclus weer op gang moet komen, kan de menstruatie in het begin nog wat onregelmatig zijn; tussen de eerste en tweede ongesteldheid kan bijvoorbeeld een paar maanden zitten. Ook kan de duur van je cyclus anders zijn dan voor de zwangerschap. Het bloed dat je in de weken direct na de bevalling verliest, is overigens geen menstruatiebloed, maar kraamvloed; een combinatie van bloed, wondvocht, slijm en restanten van de placenta. In verband met bacteriële infecties mag je kraamvloed niet opvangen met tampons.
Geef je wel borstvoeding, dan bepalen verschillende factoren hoelang je menstruatieverlof hebt. Zoals de duur van de voedingen, de frequentie (hoe vaak je voedt), of je ook ’s nachts voedt (dan is het prolactine-niveau namelijk op z’n hoogst), en of je je baby alleen borstvoeding geeft of ook ander voedsel. Maar ook zaken als je leeftijd, je eigen voedingspatroon, stress, de nabijheid van je baby en of je het lichamelijk alweer aan zou kunnen om opnieuw zwanger te raken, spelen een grote rol. Het verschilt bovendien sterk per persoon; de ene vrouw wordt na drie maanden al weer ongesteld terwijl ze toch borstvoeding geeft, de andere doet dit ook, maar heeft anderhalf jaar lang menstruatievakantie.
Menstrueren na de bevalling: de cijfers
– Tussen de 9 en 30% van de vrouwen krijgt haar menstruatie binnen de eerste drie maanden na de bevalling.
– 19-53% van de vrouwen heeft geen menstruatie gedurende het eerste half jaar.
– Een klein percentage ziet de menstruatie terugkeren tussen de 6 en 12 weken en een aantal vrouwen pas wanneer zij helemaal met borstvoeding zijn gestopt.
– Het overgrote deel van de vrouwen heeft de eerste 6 maanden dus nog geen menstruatie.
– Gemiddeld wordt gezegd dat de menstruatie vanzelf op gang komt tussen de 7 en 13-14 maanden na de bevalling.
Zin in een langere menstruatievakantie? Vaker voeden!
Over het algemeen geldt: hoe meer voedingen je geeft, hoe langer het duurt voordat je weer ongesteld wordt. Je houdt de prolactinelevels namelijk hoog door vaak te voeden, vooral in de eerste paar weken na de geboorte. Dus geen zin in maandelijkse bloedingen? Begin vroeg met borstvoeding geven en ga er ijverig mee door. Bij sommige vrouwen duurt de menstruatievakantie zelfs tot een half jaar nadat ze gestopt zijn met borstvoeding geven. Dit werkt echter niet zo voor de meesten: op een gegeven moment zal de menstruatie terugkeren, zelfs al drinkt je peuter nog iedere dag moedermelk.
Als je ongesteld geworden bent, kun je overigens gewoon borstvoeding blijven geven. Wel kunnen je borsten en tepels wat gevoeliger zijn tijdens je menstruatie en kan het zijn dat een paar dagen ervoor je melkproductie wat minder makkelijk op gang komt. Ook kan de melk tijdens je ongesteldheid iets anders ruiken en smaken (namelijk wat zouter en geconcentreerder) dan op andere momenten van je cyclus.
Pas op: je kunt zwanger worden!
Dat je nog niet menstrueert, betekent niet automatisch dat je ook niet ovuleert. De eisprong vindt voor de menstruatie plaats, dus je kunt al vruchtbaar zijn voordat je weer ongesteld geworden bent. En je kunt zeker zwanger worden terwijl je nog borstvoeding geeft, vooral als je alweer menstrueert. Wil je niet dat je baby al heel snel een klein broertje of zusje krijgt? Gebruik dan voorbehoedsmiddelen. Bijvoorbeeld een condoom, want hormonale anticonceptie zoals de combinatiepil wordt meestal niet aangeraden als je borstvoeding geeft. Dit omdat er een kans is dat de oestrogenen in hormonale anticonceptie een negatieve invloed hebben op de samenstelling van de moedermelk.
Borstvoeding als voorbehoedsmiddel: de Lactatie-Amenorroe methode
In sommige landen wordt borstvoeding toch gebruikt als voorbehoedsmiddel. Dit zijn meestal niet-westerse landen waar de kinderen lang dichtbij hun moeder blijven (nabijheid van moeder en kind stimuleert ook de aanmaak van prolactine) en veel en vaak de borst krijgen. Maar ook in Nederland wordt de zogenaamde Lactatie-Amenorroe methode (LAM) gebruikt als een vorm van anticonceptie.
Deze methode houdt in dat je volledige borstvoeding geeft: zonder bij te voeden en op verzoek (dus niet op vaste tijden, maar altijd als je baby erom vraagt). Verder mag er overdag niet meer dan vier uur en ’s nachts niet meer dan vijf uur tussen de voedingen zitten. Kolven telt niet; de zuigreflex van de baby is essentieel voor de aanmaak van prolactine en dus de juiste hormonenbalans. Verder werkt de Lactatie-Amenorroe methode alleen als je menstruatie nog niet teruggekomen is. Mits goed uitgevoerd, zou deze methode in de eerste zes maanden na de bevalling voor 99% tegen zwangerschap moeten beschermen; daarna is aanvullende anticonceptie nodig.
Dit artikel verscheen eerder op Period!