Met rete-irritante aandoeningen naar de dokter

In de kamer zitten nog acht mensen. Ik durf ze niet aan te kijken. Zij weten waarom ik hier ben. En ik weet waarom zij hier zijn. Wat een ongelooflijk gênante situatie oplevert. Niemand praat Iedereen leest, kijkt naar de grond, of staart in het niks.

Als ik kom aanlopen, kijkt een aantal me aan met een glimlach die medelijden suggereert, maar ook leedvermaak. Bijna voel ik me verbonden met deze mensen, maar dat is wel het laatste wat ik wil, dus ik ga gauw op de eerste de beste stoel zitten die ik tegenkom. Ik had verwacht om juist in deze wachtkamer zachte stoelen te zien, maar het zijn dezelfde harde houten zittingen als in iedere andere wachtkamer. Op een rijtje langs de muur. Er voor een lage, witte salontafel. Aan de overkant van het vertrek staat een grote, ook witte, leestafel, met aan weerszijden vier stoelen met dezelfde houten zitting. Als kankerpatiënt heb ik heel erg veel wachtkamers gezien en deze was, qua uiterlijk, eigenlijk niets anders dan andere. Qua gevoel dus wel. Het is, denk ik, de meest gênante van allemaal.

Ik had verwacht om juist in deze wachtkamer zachte stoelen te zien

Ik conformeer me aan de cultuur en ga stil op mijn telefoon staren. Appjes bekijken, die ik al eerder had gezien en mijn Facebook-account doorbladeren. Niks nieuws onder de zon, maar het ziet er uit of ik bezig ben en over de rand van mijn telefoon kan ik af en toe om mee heen kijken.

Gênant

Een poster aan de muur vraagt me of ik zwanger ben en of ik dat dan even wil zeggen tegen de dokter. Ben ik niet.

Een man zit naast een vrouw te lezen. Zij heeft haar handen op haar berokte schoot. Ze wrijft haar handen in elkaar en speelt zenuwachtig met haar ring. Zij is vast de patiënt van de twee.

Een mijnheer heeft heel veel lef. Hij haalt twee kopjes koffie en trekt daarmee direct alle aandacht naar zich toe. Alle hoofden veren omhoog als hij opstaat en volgen hem tot hij weer zit. Dapper!

In de informatie stond dat je het beste niet alleen kon komen. Maar dat advies heb ik niet opgevolgd. Spijt! Maar wie moet je meenemen voor zoiets gênants? Wat had mijn echtgenoot op zijn werk moeten melden voor zijn vrije dag? Mijn vrouw heeft pijn aan haar billen, dus we moeten even naar een dokter? Ik zie de gezichten van zijn collega's al voor me. Mevrouw Rok en haar man zijn zeker boven de zeventig. Dus haar man heeft vast geen vrij hoeven nemen.

De proctoloog heeft als specialiteit: de anus

Specialiteit: de anus

Ik zit bij de proctoloog. En als je nu weet waar ik het over heb, weet je ook hoe ongemakkelijk de situatie is waarin ik zit. De proctoloog heeft als specialiteit: de anus. Kortom; aambeien en andere rete-irritante aandoeningen. Het heeft veel te lang geduurd voordat ik er iets aan liet doen. Maar mijn huisarts vertelde me dat dat redelijk normaal is en ik dus zeker niet de enige ben. Mensen schamen zich zó voor dit soort problemen, dat ze alleen maar voor behandeling gaan als het écht niet anders kan. Uiteindelijk belandt maar twintig procent van de patiënten ook daadwerkelijk op een behandeltafel. Enkel en alleen omdat we ons kapot schamen dat we ons in de erd moeten laten kijken.

Ik ben absoluut geen uitzondering en heb eerst drie weken met enorme pijn rond gelopen, voordat ik naar mijn huisarts ging. Had ik zoveel pijn aan een willekeurig ander lichaamsdeel gehad, was ik er allang geweest! Hij stuurde me door naar een specialist waar ik dus ook nog nooit van gehoord had. De proctoloog. Voor het eerst ook in een privé-kliniek in plaats van het ziekenhuis.

Ik verwacht een mager mannetje, brilletje, kaal en hopelijk heel erg lelijk

Raar mannetje

Mevrouw Rok wordt door de assistente als eerste naar binnen geroepen en ik sta mezelf toe om een voorzichtige eerste voorstelling te maken van de arts waar ik deze keer bij zal binnenlopen. Ik verwacht een mager mannetje, brilletje, kaal en hopelijk heel erg lelijk. Dat maakt het wat minder  beschamend misschien. Ik verwacht eigenlijk ook wel een raar mannetje. Er moet toch wel een steekje bij je los zitten, als je een dergelijk specialisme kiest? Misschien vergis ik me, maar dag in dag uit naar anussen kijken lijkt me nou niet heel uitdagend.

Na meerdere mensen in hokjes te hebben zien verdwijnen, mag ik zelf naar binnen. Met het lood in de schoenen, maar met een geacteerd ontspannen glimlach op de lippen ga ik naar binnen.

De behandelkamer is ook niets nieuws onder de zon. Een behandelbank bij een raam met dichte lamellen. Een paar kastjes met medische artikelen, heel veel dozen met paarse, rubberen handschoenen. In het midden van het overwegend witte vertrek een bureau, met daarachter de arts.

Dozen met paarse, rubberen handschoenen

En wat was ik de mist in gegaan met mijn verwachting! Achter het bureau zit een mevrouw, waar menig man vrijwillig aambeien voor zou kweken. Blonde, lange haren, in een nonchalante staart gebonden. Blauwe ogen die niet alleen mooi genoemd mogen worden, maar ook intelligentie verraden. Als ze opstaat blijkt ze slank en lang. Ze glimlacht gemoedelijk. We geven elkaar een hand en praten even over mijn klachten. Ze heeft een zeldzaam vermogen mensen écht op hun gemak te stellen en als we uitgesproken zijn, ga ik met een geruster gemoed op de behandeltafel liggen.

Blonde, lange haren, in een nonchalante staart gebonden

Ze kijkt een keer en zegt me vrijwel direct dat ik me weer mag aankleden. “Daar is nu niet zoveel meer aan te doen. Je hebt veel te lang gewacht. Ik zal je een verdovende zalf voorschrijven, maar dit zal uit zichzelf moeten helen.”

Beschaamd verlaat ik uiteindelijk het pand. De schaamte die ik had om er te komen, heeft zich omgezet in schaamte over het feit dat ik niet eerder ben gegaan. Wat een sufferd ben ik ook! Waarom zou ik aarzelen met naar mijn huisarts gaan met gênante klachten? Die man ziet niet anders de hele dag. Was ik eerder gegaan, dan had ik mezelf drie weken nutteloze pijn bespaard.

Overwinning

Het feit dat ik kanker heb gehad, zorgt er dus niet voor dat ik makkelijker op een arts af stap. Misschien wacht ik zelfs nog wel wat langer, omdat ik de witte jassen zo zat ben. En omdat ik een beetje bang ben geworden voor diagnoses. Maar nu neem ik mezelf voor om een volgende keer direct een afspraak te maken als ik ergens last van heb.

Tien minuten later zit ik bij de apotheek voor de verdovende zalf. Ik weet dat de apotheekster weet waar ik het voor nodig heb. Maar ik heb mijn hoofd omhoog en kijk haar in de ogen aan. Weer een overwinning geboekt!

Mijn gekozen waardering € -

Marije Klein (1973) werkt al ruim twintig jaar als journalist bij krant, internet, radio en televisie. In 2011 werd bij haar borstkanker geconstateerd en is ze over haar medische avonturen gaan schrijven. Ze schrijft nu over wat ze zelf meemaakt, maar ook over andere patiënten en zorggerelateerde verhalen. Naast publicist wordt ze inmiddels gevraagd als spreker op congressen en praat ze in medische instellingen mee over het te voeren beleid.