“Mozambique is niet voor softies”

Het door gas- en steenkool sterk economisch groeiende Mozambique biedt volop kansen voor buitenlandse agro ondernemers, aldus de Nederlandse overheid en Wageningen UR. Maar hoe is het werkelijk om daar zaken te doen? We gingen er langs bij Nederlandse en Zimbabwaanse boeren.

“Je moet een beetje gek zijn om in dit land aan de slag te kunnen gaan”, lacht Wilfred van der Kooij terwijl hij in de broederij net uit het ei gekropen kuikens controleert. De Nederlander is al acht jaar broederijmanager bij Novos Horizontes, net buiten de Mozambikaanse stad Nampula. 

Het slachtkippenbedrijf produceert zeventigduizend kuikens per week, waarvan dertig procent direct wordt verkocht en zeventig procent naar zo’n 180 Mozambikaanse outgrowers gaat. Na vijf weken keren de kippen terug en worden geslacht, verpakt en ingevroren. Ook produceert het bedrijf kippenvoer en weet door het gunstige klimaat voor soja en mais te concurreren met de uit Zuid-Afrika afkomstige kip. Daarnaast heeft Van der Kooij recentelijk samen met de Zimbabwaanse eigenaar van Novos Horizontes eierbedrijf Mozambique Fresh Eggs opgezet, dat eveneens werkt met outgrowers, en inmiddels 25.000 consumptie-eieren per dag produceert.

Middenklasse wil na werk geen kip slachten

“In Mozambique ligt een waanzinnig agrarisch potentieel”, stelt de Nederlandse ambassade in de hoofdstad Maputo. De voormalig Portugese kolonie behoort inmiddels tot de 25 sterkst groeiende economieën ter wereld, heeft rond de 36 miljoen hectare vruchtbaar land waarvan maar 8 miljoen hectare momenteel is gecultiveerd, dankzij haar vele rivieren is er voldoende water voor irrigatie en volgens de ambassade liggen er voor Nederlandse ondernemers kansen in aardappelen, tuinbouw, visteelt, pluimvee en zuivel. 

Wilfred van der Kooij (links)

“Ook wij liften mee op de economische groei”, bevestigt Van der Kooij die vertelt hoe Novos Horizontes via tussenhandelaren levert aan supermarkten, restaurants, hotels en zelfs de mijnbedrijven. “De groeiende middenklasse heeft niet langer zin om ’s avonds na het werk nog een kip te slachten”, lacht de in Nigeria geboren Nederlander. 

Hoewel het werken in Mozambique en met de Mozambikanen Van der Kooij veel voldoening geeft, benadrukt hij dat ondernemen in het Portugeestalige land alles behalve gemakkelijk is. “Je hebt een taalbarrière, krijgt gerust twee keer per jaar malaria en vanwege onbetrouwbare elektriciteit hebben we bijvoorbeeld twee kostbare dieselgeneratoren moeten aanschaffen”, somt Van der Kooij een aantal uitdagingen op. 

Gebrek aan infrastructuur is hoofdpijndossier

Gebrek aan infrastructuur is een ander hoofdpijndossier. Zo kosten binnenlandse retourvluchten door de monopolie positie van de Mozambikaanse luchtvaartmaatschappij LAM rond de 800 dollar en zijn veel wegen nog niet geasfalteerd. “Onze vrachtwagens staan om de week in de garage en in de regentijd zijn sommige moddergaten zo diep, dat het water over je motorkap slaat.” 

Corruptie en bureaucratische rompslomp steekt bij alle buitenlandse ondernemers qua frustraties er echter met kop en schouders bovenuit. “Maanden duurde het voordat de haven één van onze containers vrijgaf”, noemt Van der Kooij een voorbeeld. 

Ambtenaren leggen absurde boetes op

Aardappelboer Monty Hunter beschrijft hoe ambtenaren van lokale departementen regelmatig onverwachts langskomen om voor de meest absurde zaken boetes van soms duizenden dollars op te leggen om zo aan hun jaarlijkse target te komen. Zo verbouwt de Zimbabwaan, die in 2003 naar Mozambique kwam, met zijn bedrijf RDI Limitada avocado’s en lychees en met Montesco aardappelen. In één open kantoor twee bedrijven runnen, mocht echter niet van de lokale overheid. “Verplicht moest ik er een wand in plaatsen en voor mijn vier werknemers in beide ruimtes vier bureaus en vier computers zetten”, verzucht de boer.

De Nederlandse ambassade erkent dat het ondernemingsklimaat in Mozambique nog een uitdaging is en richt zich daarom in de samenwerking met haar lokale partners op het assisteren van ondernemers op de grond, bijvoorbeeld met papierwerk en het aanvragen van fondsen.

Varkens van outgrower werden doodgeknuppeld

Van der Kooij benadrukt dat je je als ondernemer ook moet realiseren dat je in een zeer arm land zit waar veel mensen nog altijd geen toegang hebben tot goede gezondheidszorg en onderwijs. De ondernemer is daarom groot voorstander van het outgrowers-systeem omdat de gemeenschap zo bij de onderneming wordt betrokken. 

Johan Fourie (rechts)

Het systeem heeft echter ook nadelen. Zo vraagt het om een flinke logistiek en loop je tegen cultuurverschillen op. Zo is het voor de Nederlander een uitdaging dat de boeren soms hun eigen eieren opeten of verkopen en succesvolle outgrowers door anderen worden tegengewerkt. Bij de Zimbabwaanse varkensboer Johan Fourie ging dat zelfs zo ver dat op een gegeven moment zeven varkens van één van zijn outgrowers werden doodgeknuppeld. “Ze willen niet dat anderen succesvoller worden dan zij”, vertelt de eigenaar van Tsetsera Farm die zijn outgrowers nu verplicht om een bewaker in te huren.

Markt voor Nederlandse pootaardappelen

Volgens de Nederlandse ambassade en Wageningen UR liggen er in Mozambique ook kansen voor aardappelen. Zo is de aardappelproductie sinds 1980 verdubbeld maar ligt de productie per hectare nog uiterst laag door slechte kwaliteit pootgoed. Hier ligt een markt voor Nederlandse pootaardappelen. Ook wordt nu nog meer dan vijftig procent van de 256,000 ton consumentenaardappelen in Mozambique geïmporteerd, voornamelijk vanuit Zuid-Afrika en zullen de steenkool- en gasbedrijven waarschijnlijk voor een toenemende vraag gaan zorgen.

Monty Hunter

Hunter bevestigt met enige terughoudendheid dat er kansen zijn. De Zimbabwaan, die zijn aardappelen via tussenhandelaren aan de plaatselijke markten verkoopt, benadrukt echter dat de aardappelmarkt in Mozambique met een productie van 200,000 ton per jaar nog zeer klein is. “Het gros van de Mozambikanen is simpelweg nog te arm om aardappelen te kunnen kopen, er is nog geen verwerkende industrie en de hoeveelheden die mijn- en gasbedrijven afnemen, zullen van onbeduidende omvang blijven”, voorspelt hij. Zijn hoop is dan ook gevestigd op een toekomstige opkomende middenklasse.

Moeilijk concurreren met Zuid-Afrika

Door te verbouwen op vier verschillende locaties in de westelijke Manica provincie kan de Zimbabwaan nu 280 dagen per jaar aardappelen leveren. Door het subtropische klimaat in Mozambique heeft hij echter veel last van aardappelziektes. Ook is het tot nu toe moeilijk concurreren met Zuid-Afrika omdat de kosten in Mozambique zo hoog liggen, onder meer doordat alle zaden, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en apparatuur nog moet worden geïmporteerd en doordat de commerciële boeren in Mozambique 35 ton per hectare telen terwijl dat in Zuid-Afrika kan oplopen tot tussen de 65 en 70 ton.

Kevin Gifford

Het krijgen van krediet is een ander probleem, vertelt de eveneens in Manica zittende Zimbabwaan Kevin Gifford, lopend over zijn landerijen, waar enorme, verrijdbare sproei-installaties zijn gewassen irrigeren. Hij verbouwt onder meer tabak, mais, soja en gerst. “Zonder financiële steun van de Mozambikaanse Tabaksfederatie had ik deze boerderij nooit op kunnen zetten”, stelt Gifford, die in 2002 naar Mozambique kwam en uitlegt dat voor de meeste leningen in Mozambique 120 procent onderpand is vereist. Voor zijn zaadbedrijf Phoenix Seeds krijgt hij nu financiering van het Catalytic Fund van de Beira Agricultural Growth Corridor (BAGC) – gefinancierd door de Nederlandse overheid. Ook Banco Terra (45% van Rabobank) verschaft in de agrarische sector in Mozambique leningen.

Illegale goudzoekers vervuilen rivieren met kwik

Toekomstige investeerders kunnen volgens Gifford het beste aanhaken bij al op de grond actieve ondernemers. “Dat geeft meer zekerheid en vanuit het niets in Mozambique iets opbouwen is echt heel lastig.”

Ook moeten geïnteresseerde boeren volgens Gifford in hun achterhoofd houden dat Mozambique weliswaar veel rivieren heeft, maar er nauwelijks nog dammen zijn. Hierdoor moet er voor irrigatie flink worden gepompt en door het op veel plekken ontbreken van elektriciteit ben je vaak toegewezen op kostbare diesel. Bovendien zouden verschillende rivieren in Manica door illegale goudzoekers ernstig zijn vervuild met kwik. “Een Zimbabwaanse bananenboer hier veertig kilometer vandaan moest daarom zijn hele irrigatiesysteem verplaatsen”, verzucht Gifford die vervolgens moet lachen. “Eén ding is zeker: Mozambique is niet een land voor softies.”

©Compass Media 2015

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafŒ Jeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deŒ ontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.