Natuur als medicijn: waarom de natuur zo gezond voor je is

De meeste mensen staan er niet zo bij stil, maar in onze veeleisende moderne maatschappij hebben we de natuur harder dan ooit nodig om gezond te blijven, zowel lichamelijk als geestelijk.

We leven in unieke tijden. Nog nooit eerder in de geschiedenis hadden Westerse mensen zó weinig fysiek contact met de natuur. Dat komt uiteraard vooral door massale verhuizingen van het platteland naar de stad gedurende de laatste twee eeuwen. De gevolgen van deze trekbeweging worden al een paar decennia intensief bestudeerd door ecologen, biologen, psychologen en psychiaters.

En wat blijkt? We zijn niet alleen in materiële zin volledig afhankelijk van Moeder Natuur (voor voedsel, water en zuurstof), maar ook voor onze gezondheid!

Mentale uitputting

In betonnen leefomgevingen met veel lawaai, prikkels en vervuiling beleven we het ritme van de seizoenen tegenwoordig alleen nog maar via winkeletalages en tijdschriften.

We zijn het contact met onze wortels kwijtgeraakt, en dit leidt bij steeds meer mensen tot mentale uitputting en een slechtere lichamelijke gezondheid.

Wetenschappers stellen –vaak ook tot hun eigen stomme verbazing- vast, dat het herstellen van je band met de natuur bijna wonderbaarlijke gezondheidsvoordelen oplevert. Zoals het verminderen van neerslachtige gevoelens en gedachten, geestelijke spanningen, woede en angsten.

Er is inmiddels voldoende wetenschappelijk bewijs voor dat natuur pijn kan verminderen, een positief effect heeft op je bloeddruk, hartslag en cholestorolgehalte en maakt dat je sneller herstelt van ziekte en verwondingen.

Stilte in je hoofd

Contact met de natuur doet iets met je hersens: het voortdurende innerlijke gebabbel in je hoofd valt eindelijk stil en ook je zenuwstelsel komt tot rust. Je aandacht en interesse nemen toe, evenals je zelfvertrouwen en plezier in het leven. De natuur nodigt uit tot ‘in het nu zijn’, in plaats van de hele tijd met je hoofd bij verleden en toekomst. Daarom bedachten de Japanners zelfs een speciaal woord voor tijd doorbrengen in geneeskrachtige natuur: shinrinyoku, oftewel bosbaden.

Wie af en toe de stad ontvlucht voor een meer natuurlijke omgeving, is minder snel geïrriteerd, heeft minder grote en kleine ongelukken, lost sneller problemen op en kan zich beter concentreren. In woonomgevingen met veel bomen en planten is bovendien minder criminaliteit en zijn de mensen gelukkiger. Natuur dicht in de buurt hebben, of alleen al weten dat natuur dichtbij is, is belangrijk voor ons, ongeacht of we er gebruik van maken of niet.

Uit Chinees onderzoek is gebleken dat contact met de natuur er voor zorgt dat immigranten zich sneller thuisvoelen in een land en daardoor beter integreren, zich minder geïsoleerd voelen en innovatiever in het leven staan.

Genezende kracht van dieren

Ook contact met dieren heeft wetenschappelijk aangetoonde gezondheidsvoordelen: je bloeddruk daalt ervan en het helpt je beter om te gaan met stress. Gezelschapsdieren worden daarom steeds vaker ingezet om het herstel van mensen na een operatie te bevorderen, vooral bij oudere patiënten. Nieuw onderzoek suggereert dat mensen graag wilde dieren (zoals vogels) voeren omdat ze dat als zeer bevredigend en troostend ervaren. Wat ook heilzaam is in het contact met bijvoorbeeld honden en katten, is het feit dat huisdieren –in tegenstelling tot mensen- nooit met je in competitie gaan en je nooit veroordelen of over je roddelen. Het maakt je hond echt niet uit dat je steeds meer rimpels krijgt, dat je nou alweer diezelfde stinktrui aanhebt of dat je nog steeds geen promotie hebt gemaakt op je werk. Het zal je kat worst zijn of je seksleven wel spetterend genoeg is, of je schaamteloos uit je neus ligt te eten op de bank of dat je nog steeds niet hebt gestofzuigd. Van deze totale acceptatie en onvoorwaardelijke liefde gaat iets heel geruststellends uit.

Diverse therapieën die zich op de natuur baseren, zoals wildernistherapie en ‘survivallen’, animal-assisted therapie zoals paarden- of hondenfluisteren en tuintherapie hebben bewezen positieve effecten op mensen die niet reageren op andere therapieën.

Biofilie: goed voor u!

Diep van binnen weten we maar al te goed hoe ongelooflijk belangrijk de natuur is voor onze gezondheid. Volgens de beroemde bioloog Edward O. Wilson worden alle mensen namelijk geboren met een instinctieve liefde voor de natuur. Daarvoor bedacht hij het woord ‘biofilie’: liefde voor het leven en levende systemen. Elk mens heeft een genetisch bepaalde behoefte aan contact met het overige leven op aarde en met natuurlijke processen, al is lang niet iedereen zich daarvan bewust. Deze ‘verliefdheid’ is ontstaan in de tijd dat de eerste mensen op de Oost-Afrikaanse savanne moesten overleven met wat Moeder Natuur te bieden had, namelijk alles wat we nodig hebben!

Als mensen mogen kiezen, dan verkiezen ze natuurlijke omgevingen met water, oude bomen, uitbundige plantengroei en minimaal menselijk ingrijpen altijd boven stedelijke omgevingen, ongeacht hun nationaliteit of cultuur. Volgens de Nederlandse omgevingspsychologe Agnes van den Berg houden hoog opgeleide mensen overigens van ruige natuur, die hen voor uitdagingen stelt. Lager opgeleiden en autochtonen stellen meer prijs op overzichtelijk aangelegde groene recreatiegebieden en parken, waar veiligheid en structuur heerst.

Troost voor ouderen

Ook voor ouderen is contact met de natuur erg belangrijk: het helpt ze om het overlijden van hun naasten en geliefden te accepteren, evenals hun eigen afnemende vermogens. Ouderen die terugkijken op hun leven noemen opvallend vaak mooie natuurervaringen als hun meest indrukwekkende herinneringen. Vrijwel altijd gaat het dan om jeugdervaringen en soms is een plaatje al genoeg om het geluksgevoel van destijds terug te halen.

Maar wat nou als je zulke momenten in je jeugd niet hebt gehad, vraagt Agnes van den Berg zich bezorgd af. Goeie vraag. Zullen de kinderen van nu over tachtig jaar met weemoed terugdenken aan hun eerste computer of The Voice Kids als hun meest indrukwekkende jeugdherinnering?

Als kikkers in een pan heet water raken we langzaam maar zeker gewend aan ons steeds oppervlakkiger contact met de natuur. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan: webcamfilmpjes van vogelnesten, vossenholen en andere ‘hotspots’ in de vrije natuur blijken immens populair. Een groeiend aantal mensen kan er maar geen genoeg van krijgen om tussen de bedrijven door dagelijks via internet het leven in bijvoorbeeld een vossengezin of reigerkolonie te volgen. Het heeft iets hypnotiserends. Logisch, want zelfs het kijken naar natuur (ook op een scherm, foto of poster) heeft al een heilzaam effect op je gestel, zowel fysiek als mentaal.

Minder pijnstillers, hogere cijfers

Uit een onderzoek naar het genezingsproces van ziekenhuispatiënten die een galblaasoperatie hadden ondergaan, bleek dat de groep die vanuit het ziekenhuisbed uitzicht had op natuur, opvallend sneller genas dan patiënten die uitkeken op blinde muren. Bovendien hadden ze minder pijnstillers nodig en kregen ze minder post-operatieve complicaties. Vergelijkbare proeven in gevangenissen leverden hetzelfde resultaat op: gevangenen met een raampje in hun cel dat uitkeek op natuur, waren veel minder vaak ziek dan gevangenen in cellen met uitzicht op blinde muren. Studenten die tijdens het maken van een examen uitzicht hadden op een natuurlijke omgeving, haalden hogere cijfers dan studenten zonder uitzicht op groen. Kantoorpersoneelsleden met uitzicht op bomen en bloemen vinden hun baan minder stressvol en bevredigender en zijn ook minder vaak ziek dan personeel dat alleen maar uitkijkt over bebouwde omgeving of een vol parkeerterrein.

Keiharde wetenschappelijke bewijzen voor de geheimzinnige geneeskracht van de natuur stapelen zich in rap tempo op. Zo kregen proefpersonen bij een ander onderzoek een enge horrorfilm te zien, die de nodige stress veroorzaakte. Meteen daarna werd de groep in tweeën gesplitst en kreeg de ene helft natuurbeelden te zien en de andere helft stadsbeelden. Bij de groep die naar natuur mocht kijken, werd de hartslag het snelst weer rustig, evenals de spierspanning en bloeddruk.

360 graden is altijd beter

Het staat inmiddels dus onomstotelijk vast dat kijken naar natuur mensen tot rust brengt en ontstresst, maar zelfs de meest spectaculaire natuurdocumentaire kan onze behoefte aan natuur niet volledig bevredigen. Want dit soort natuurbeelden houdt altijd op bij de rand van je televisie. Niets is mooier dan 360 graden in het rond kunnen kijken en overal natuur om je heen zien, in al haar grootse uitgestrektheid.

Ik weet nog goed hoe mijn mond van pure verbazing openviel toen ik voor het eerst op safari in Kenia was. De Afrikaanse savanne bleek zó volslagen anders dan ik altijd op tv had gezien! Voor me stond een groep olifanten, links lagen leeuwen, rechts in de lucht waren twee arenden aan het baltsen en achter me vloog ineens een turquoise vorkstaartscharrelaar op. Mijn ogen wisten gewoon niet waar ze het eerst op moesten focussen, óveral was leven: dichtbij, ver weg, boven mijn hoofd, voor mijn voeten, micro, macro… Dat was wel even heel iets anders dan recht vooruit naar een televisiescherm staren!

Het is de totaalervaring die het ‘m doet: het grote en het kleine, de bijbehorende geuren en geluiden, het panorama dat zich eindeloos uitstrekt, de temperatuur, onverwachte ontmoetingen… Kortom, natuur met een kader er omheen háált het niet bij the real thing, waarin je je volledig kunt onderdompelen!

Dit artikel is het eerste van een drieluik over de genezende kracht van de natuur. Binnenkort:  alles over de verbluffende gezondheidsvoordelen van (moes)tuinieren.

 

Mijn gekozen waardering € -

Journaliste met een zwak voor de natuur EN de menselijke natuur. Werkt(e) onder meer voor natuurmagazine Roots, Wereld Natuur Fonds, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en is mede-auteur van zeven boeken over de natuur.

Reacties zijn gesloten.