‘Mijn tuin is mijn kerk en sportschool tegelijk’, verklaarde een kennis van mij ooit.
En dat is heel kernachtig gezegd, want de wetenschap heeft inmiddels ontdekt dat tuinieren om meerdere redenen zeer goed is voor je gezondheid.
Om te beginnen werkt het stressverlagend, omdat je tijdens het tuinieren in alle rust over andere dingen kunt nadenken. Tuinieren is absoluut een meditatieve bezigheid.
Bovendien ben je natuurlijk lekker fysiek bezig in de frisse buitenlucht en verbouw je bijvoorbeeld je eigen onbespoten groenten en fruit, ook heel gezond.
Geluk zit in de grond
Maar Geoff Hamilton (de helaas veel te vroeg overleden presentator van BBC’s Gardeners World) wist nog een ander, zeer belangrijk gezondheidsvoordeel van tuinieren.
Begin jaren negentig al, drukte hij zijn kijkers op het hart dat de grond in je tuin bepaalde bacteriën bevat die gezond voor je zijn.
Daarom adviseerde Hamilton zijn kijkers om vooral vaak met hun blote handen in de aarde te wroeten.
‘En dat is dus niet hetzelfde als een zak gekochte tuinaarde op schoot nemen voor de televisie en daar met je vingers in wriemelen’, grapte hij er nog goedmoedig achteraan.
En kijk! In 2007 wordt ineens het wetenschappelijke bewijs voor dit fenomeen onomstotelijk vastgesteld: als je met je blote handen in de aarde zit, dan kom je in contact met een bodembacterie die Mycobacterium vaccae heet.
Deze onzichtbare gast dringt je huid binnen, reist vervolgens via je bloedbaan naar je hersenen en stimuleert daar je serotonineproductie.
Serotonine is fijn. Heel erg fijn zelfs.
Dit gelukshormoon is namelijk een natuurlijk antidepressivum, dat ook nog eens je immuunsysteem versterkt.
Minder astma
In maart 2011 publiceerde de New England Journal of Medicine een onderzoek waaruit blijkt dat kinderen die op boerderijen opgroeien 30% tot 50% minder kans hebben om astma te krijgen.
Boerderijkinderen maken zich namelijk vaker dan stadskinderen lekker vies bij het buiten spelen en hebben dus meer contact met de immuunversterkende bacteriën.
Kinderen die nooit eens met hun handjes in de prut mogen graaien omdat hun ouders bang zijn voor ziektekiemen, hebben meer kans op allergieën, astma en zelfs psychische stoornissen.
Oncologe Mary O’Brien in het Londense Royal Marsden ziekenhuis behandelt (long)kankerpatiënten met Mycobacterium vaccae, waardoor zowel hun immuunsysteem als hun moreel opvallend verbetert.
O’Briens kankerpatiënten zeiden dat ze na de behandeling met de heilzame bodembacterie positiever gestemd waren, beter konden nadenken en minder pijn hadden.
Onderzoekers verwachten dat deze bodembacterie ook een genezende werking kan hebben op mensen met de ziekte van Crohn of reumatische artrithis.
Wellicht is het in de toekomst mogelijk om een prik met Mycobacterium vaccae te halen tegen depressie. Maar waarom zou je daar op wachten?
Milde euforie
Ook in dit geval is de natuurlijke weg verreweg het allerbeste, want als je in je tuin niet alleen bloemen, maar ook groenten en fruit kweekt, dan komt bij het oogsten van je eigen producten ook nog eens dopamine vrij, een tweede gelukshormoon.
Geluksgevoelens bij het oogsten van je eigen eten (of het vangen van een prooi) zitten ingebakken in onze genen.
De natuur deelt namelijk beloningen uit als je doet wat goed voor je is, zoals je eigen kostje bij elkaar scharrelen.
Volgens wetenschappers heeft dit beloningssysteem zich ontwikkeld gedurende 200.000 jaar van jagen en verzamelen door onze verre voorouders: zodra zij eetbare planten of vruchten vonden of een prooidier vingen, leverde dat een stoot dopamine in hun hersenen op die een milde euforie teweegbracht.
En het interessante is: deze reactie wordt zowel opgeroepen door het kijken naar bijvoorbeeld een rijpende vrucht, als door het ruiken en plukken ervan. Dus kijk je worteltjes gerust dagelijks de grond uit, want dat is goed voor je!
De verslavings-wisseltruc
Overigens heeft dit biologische beloningssysteem ook een moderne variant: koopverslaafden ervaren precies zo’n zelfde dopaminestoot als ze net hun vijfenveertigste paar nieuwe schoenen of zoveelste technische gadget hebben gescoord.
Niet geheel toevallig is dit precies waar reclamebureaus op mikken wanneer ze een advertentie bedenken die bij consumenten bezitsdrang moet opwekken…
Wil je van je koopverslaving af? Neem dan een volkstuin, knutsel een leuke verticale tuin op je balkon of trek die ‘onderhoudsvriendelijke’ tegels uit je achtertuin.
Want verslavingen overwinnen is ongelooflijk moeilijk, maar het vervangen van een ongezonde verslaving door een gezonde verslaving is veel makkelijker!
Gemeenschapstuin
Gemeenten zouden een hoop geld kunnen besparen als ze al hun suffe groenstroken en plantsoentjes gratis in beheer zouden geven aan de dichtstbijzijnde buurtbewoners.
Om er een gemeenschappelijke moestuin of bloemenpluktuin van te maken.
De vraag naar volkstuintjes is immers nog altijd groter dan het aanbod.
Het zou heel wat mensen een gang naar de voedselbank besparen en geeft buren een kans om samen in de frisse buitenlucht iets gezelligs te doen. Goed voor de sociale cohesie dus. Bovendien een probaat middel tegen eenzaamheid (GGZ-kosten!) en vandalisme.
Zo gaat bijvoorbeeld op 21 juli het project Eetbaar Heemskerk officieel van start: initiatiefnemer Tim Pastoor (27) kreeg bij de gemeente voor elkaar dat op een braakliggend stuk bouwgrond van een failliete aannemer een buurtmoestuin mag worden ingericht van 1500 vierkante meter.
Dit onder het motto: gratis en gezond voedsel voor & door iedereen, zonder een hek er omheen!
Ook in andere gemeenten in Nederland en daarbuiten zijn dergelijke tuinen een succes: ze worden zelden leeggeroofd of gesloopt door vandalen.
Geen zin in!
Uit haar eigen onderzoek moest omgevingspsychologe Agnes van den Berg overigens concluderen dat tuinieren géén geneeskrachtige werking heeft op mensen die niet van tuinieren houden.
Pfff! Ik zie het al helemaal voor me, zo’n groepje chagrijnige proefpersonen dat met hun handen diep in de zakken tegensputtert: ‘Nee, bah! Heb ik geen zin in. Een beetje met mijn handen tussen de vieze beestjes zitten wroeten zeker. Nee hoor, doe mij maar liever een pilletje.’
Maar van serotonine en dopamine wordt iedereen blij, zonder uitzondering.
Dus als je echt niet van tuinieren houdt, dan loont het beslist de moeite om je toch over je weerstand heen te zetten en het evengoed gewoon te gaan doen, net als sporten.
Iedereen die zich gespannen, neerslachtig en doorlopend gestresst voelt, kan zichzelf letterlijk en figuurlijk een schop te geven en gewoon aan de slag gaan, dan volgen de gelukshormonen vanzelf… zonder de nare bijwerkingen van pillen, zoals dufheid en libidoverlies.
Gifspuiten maakt depressief
En ga vooral niet aan de slag met onkruidbestrijdingsmiddelen, want die brengen je dopamine- en serotonineniveau’s juist omlaag!
Zo wordt om onbegrijpelijke redenen pas in 2018 eindelijk het veelgebruikte, zogenaamd ongevaarlijke spuitmiddel Roundup verboden, dat glyfosaat bevat. Dit voorgenomen wettelijke verbod geldt overigens alleen voor gemeenten en particulieren, niet voor boeren!
Roundup is een van de ‘topproducten’ van Monsanto, een op z’n zachtst gezegd zeer dubieuze Amerikaanse multinational, waarover je binnenkort een onthullend onderzoeksartikel kunt lezen op dit natuurkanaal.
Wil je meer weten over het hoofdbestanddeel van Roundup, glyfosaat, lees dan niet de Nederlandse Wikipedia-pagina, want daar is net iets te veel mee gesjoemeld.
De engelstalige Wiki-pagina (zoekterm Glyphosate) is uitvoeriger en eerlijker, ook over wetenschappers die door Monsanto zijn betaald om onderzoeksresultaten te vervalsen met betrekking tot de ‘onschadelijkheid’ van glyfosaat.
Wat je bijna nergens terugleest, is dat de Spaanse professor Arturo Anadón (hoofd van de afdeling Toxicologie aan de Universiteit van Madrid) in 2008 heeft vastgesteld dat deze gifstof de aanmaak van serotonine en dopamine bij ratten drastisch verlaagt.
Een tekort aan serotonine in de hersenen kan leiden tot agressie, depressie, bipolaire stoornissen, dwangneuroses, angsten, geïrriteerde darmen en fibromyalgie: aandoeningen waar de laatste decennia steeds meer mensen onder gebukt gaan…
Broeikasgas opruimen
In feite moeten we onze houding ten aanzien van ‘onkruid’ sowieso grondig herzien.
Ongewenste pionierplanten groeien vooral op kale aarde. En kale aarde is erg slecht en onnatuurlijk, hoe ‘netjes’ sommige mensen het ook vinden.
Uit recent onderzoek is gebleken dat als alle boeren ter wereld direct na het oogsten hun grond inzaaien met bijvoorbeeld groenbemesters (niet-eetbare planten die voedingsstoffen toevoegen aan de bodem), zodat hun landbouwgrond zo min mogelijk bloot komt te liggen, de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer in één keer met 13% kan worden teruggedrongen.
Dat is precies de hoeveelheid die er sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw bij is gekomen.
Verder staan we gewoon diep in het krijt bij de plantenwereld: het is ons hoofdvoedsel en een belangrijk deel van onze medicijnen wordt ervan gemaakt.
Mensen gebruiken al sinds het begin der tijden medicinale planten en zo’n 30% van onze huidige medicijnen zijn van plantaardige oorsprong, met als beroemdste voorbeeld het aspirientje, afkomstig van wilgenbast.
Plantaardig medicijn
De Amerikaanse National Geographic-redacteur Joel Swerdlow schreef in 2000 een boek over de genezende eigenschappen van planten.
Samen met zijn twee broers, die allebei arts zijn, reisde hij voor dit boek vijf jaar lang de wereld rond om plantaardige medicijnen te bestuderen.
Daarbij kwam hij tot opzienbarende ontdekkingen en conclusies: volgens Swerdlow zouden we ons meer moeten richten op natuurlijke ‘multimedicijnen’, oftewel medicijnen met een complexe, meervoudige geneeskrachtige werking.
Tot nogtoe heeft de farmacutische industrie juist specifieke geneeskrachtige bestanddelen van planten geïsoleerd en daarna in synthetische vorm in pilletjes gestopt.
Maar evenals de momenteel zwaar verguisde homeopaten is Swerdlow ervan overtuigd dat een holistischer insteek beter werkt.
‘Het openmaken van een plant en het deeltje proberen te vinden dat een of andere ziekte geneest, is net zo onzinnig als een radio openmaken en het deeltje proberen te vinden dat de muziek maakt’, verduidelijkt hij.
Planten hebben in de loop van miljoenen jaren talloze chemische verbindingen ontwikkeld om ongewenst bezoek te weren, zoals bacteriën, virussen, zwammen, schimmels, vraatzuchtige insecten en andere planteneters.
‘Veel van onze huidige medicijnen hebben slechts één werkzame component’, zegt Swerdlow. ‘Dat kan nog veel beter.’
En: ‘Het allerbeste medicijn tegen de ergste kwalen is nog altijd te vinden in de natuur zelf. HET wondermiddel zonder bijwerkingen, dat het risico op hartaanvallen en kanker aanzienlijk verlaagt en preventief werkt tegen beroertes, is elke dag verse groenten en fruit eten!‘
Dit artikel is het tweede van een drieluik over de genezende kracht van de natuur. Volgende week kun je lezen over het geneeskrachtige effect van wandelen en… onbeschermd zonnen!
De foto is van Snowmentality via Flickr