Vandaag is een pamflet aangeboden aan de Minister van Cultuur, opgesteld en ondertekend door zo’n beetje alle podiumkunstenfestivals van Nederland. Het is krachtig pamflet, al is het met 14 pagina’s ook een beetje aan de lange en volle kant. Een beetje vergelijkbaar met de programma’s van de deelnemende festivals zelf. Kijk voor de grap maar eens naar het net online verschenen programma van Theaterfestival Boulevard in Den Bosch.
Dromen vervuld
De festivals stellen terecht dat alle culturele wensen die welke beleidsmaker dan ook de afgelopen decennia heeft gehad, door de festivals worden vervuld: ze trekken een divers publiek, bieden enorm veel variatie, weten met publiekshits geld te regelen voor vernieuwing en slagen er sowieso in om met een belachelijk laag subsidiebedrag idioot veel kunst te presenteren.
Ik schreef het zelf al in 2016: ‘Lettermensen zijn anders dan beeldmensen en dansmensen hebben weinig met toneel. Liefhebbers van modern klassiek hebben niets met punk. Toch, als ze samenkomen op een festival veranderen ze in ‘festivalbezoekers’ en kunnen ze elkaar besnuffelen. Dat werkt. Soms verdiept de kloof zich, maar vaker wordt er ergens een bruggetje geslagen. En zo niet: zolang het maar een aangename dag is, maakt het weinig uit.’
Nieuwsgierig
Nu staat het iets uitgebreider in het pamflet: ‘In 2018 bewonen wij een wereld waarin we meer en meer in een eigen bubbel leven, waarin de informatie die wij tot ons nemen algoritmisch wordt afgestemd op onze eigen voorkeuren, waarin politici en traditionele televisieprogramma’s ons naar de mond praten, waarin wij op hetzelfde moment allemaal dezelfde serie streamen. Om dit patroon te doorbreken moet je zo nu en dan op het verkeerde been worden gezet. Moet je geraakt worden op een wijze die je niet kende. Hoewel de mens weleens als oerconservatief wordt weggezet, denken wij juist dat er bij vrijwel iedereen een natuurlijke nieuwsgierigheid bestaat naar nieuwe inzichten. Bewust of onbewust.’
Mooiste van alles is eigenlijk het pamflet zelf. En de samenstellers, die samenwerken. Dat is namelijk hoogst ongebruikelijk in de podiumkunsten. samenwerken doen theaters en schouwburgen doorgaans alleen als iemand ze met de dood bedreigt. Theaters houden hun adressenbestand angstvallig geheim, omdat ze bang zijn dat de concurrent, honderd kilometer verderop, er met hun kennis vandoor gaat. Kijk ook maar eens hoe moeilijk de VSCD elk jaar weer doet over de eigen cijfers.
Open
Niets van dat alles bij de podiumkunstenfestivals. Hier is het openheid wat de klok slaat, al zal een enkel festival misschien bezoekcijfers extra laag in de boeken zetten, om onder politieverordeningen uit te komen, of extra hoog inzetten, omdat dat nou eenmaal goed past in de politieke agenda. Boven alles staat echter de open en vrije houding, en het feit dat alleen via een festival zelfs de meest verstokte PVV’er of Denk-er wel eens met iets kunstigs in aanraking kan komen dat haar verrast.
Pamflet – De Verenigde Podiumkunstenfestivals 2018