Nederlandse Diggers

Naar aanleiding van mijn artikel over de Amerikaanse Diggers kreeg ik een email, waarin Jan Swagerman (Amsterdam 1946, andragoog, pedagoog en creatieve therapist) vertelt over de Nederlandse Diggers. Hij maakte duidelijk dat het geen strak georganiseerd ding was indertijd.

JS: “(Ik geef, BV) geen formeel interview want ik ben dus geen woordvoerder van een groep die geen woordvoerders had..
Wel heb ik ooit wat pamfletten e.d. over de Amsterdamse zestiger jaren gegeven aan het instituut voor sociale geschiedenis. Die zijn vast nog te vinden.
Meer over mijn hippie tijd (en communeleven en als welzijnswerker, sociale wetenschapper) staat in mijn boek De babyboomer en het monster, de vrijheidsstrijd van de naoorlogse generatie (ISBN 9789090340128).”

STORYTELLER
De flaptekst van dit boek meldt ‘Jan werkte vrijwel zijn hele leven met storytelling als gereedschap voor communicatie en zelfreflectie: als narratief coach in hoger management, als trainer rond levensverhalen met ouderen en als verhalenjager voor museumgidsen. Nu dan zijn eigen verhaal namelijk een veelzijdig verhaal van een Amsterdamse hippie, als lid van een bergcommune en als professioneel welzijnswerker. Hij neemt je mee als reiziger naar verre oorden op zoek naar diepere wijsheden en als getuige van de Russische inval in Praag.’

JS: “Het is overigens belangrijk om aan de geschiedenis van de babyboomers meer aandacht te geven. Wat zijn de lessen en (geleerde) fouten van de huidige senioren die aan een volgende generatie moeten worden doorgegeven?
Juist in de huidige tijd van maatschappelijke transformaties zou dat relevant zijn/ Kom daar maar eens mee aan bij de ouderenbonden of zo. Die hebben het druk met andere zaken, leuke reisjes en tips om fit te blijven..Hebben ouderen letterlijk niks meer te vertellen? Ik hoop dus dat jouw activiteiten er toe bijdragen die wijsheden door te geven.”

NEDERLANDSE DIGGERS
BV: Hoe waren de Nederlandse Diggers ontstaan?
JS: “Het was allemaal zeer subjectief, organisch. Er principieel zijn er juist geen formele (oprichtings-) vergaderingen geweest of doeleinden vastgelegd. Ieder heeft een ander verhaal, ook ik. Het was een leidingloos  geheel iedere keer dat steeds wisselde en steeds andere mensen omvatte. Dat is nu juist kenmerkend voor de NL Diggers geweest. In de Amsterdamse scène vloeide veel in elkaar organisch over, ook de Diggers gingen op in de scene. Met name de wekelijkse love-ins in het Vondelpark moeten daarbij genoemd worden. Daar troffen de Amsterdamse Diggers elkaar nogal eens.”

HAPT
BV: Wat deden die Neder-diggers dan?
JS: ‘We hadden een blad, de ‘Hapt’. Er was een Engelse versie die als inspiratie diende voor het starten van een onafhankelijke Nederlandse versie. Allemaal stuk voor stuk zijn ze heel erg verschillend. Het was immers een redactieloos blad. Voor Holland Hapt kon iedere lezer (geschat totaal: zo’n 500) veelal gestencilde velletjes invoeren; die werden geniet en verdeeld onder de makers die hun vrienden dan zo weer deel van de commune per post konden maken. Dat was pas persvrijheid!!

Holland Hapt was dus alleen een krantje. Dat wil zeggen de maandelijkse bijeenkomsten -steeds op andere locaties- waren de ontmoetingsdagen. De dan meegebrachte gedrukte pagina’s werden aan elkaar geniet en onder aanwezigen verdeeld. Een happening, steeds weer anders. De aanwezigen spraken dan voor de volgende editie een datum en ergens (in het land) een plak af die een van de deelnemers voorstelde. De gastheer/vrouw groep moest dan het omslag verzorgen. Die waren dus zeer verschillend en zelfs ging dat wel eens mis, dus moest er geïmproviseerd worden. Met een stempeltje werd dan last minute de datum ingevoerd. ‘Meer’ was het niet dan een organische vriendenclub van gelijk gezinde mensen. Omdat de volgende ‘werkbijeenkomst’ steeds werd vermeld kon elke lezer de volgende keer ook een bijdrage inleveren. Bij iedere sessie waren er dus weer andere aanwezigen, maar uiteraard ook wat vaste klanten. Geen geen vaste locatie, geen organisatie, maar een fysiek netwerk, een commune per post met lokale contacten die verder gingen dan een bladzijde schrijven. En omdat er geen redactie of technische eisen waren verschilden de pagina’s zeer sterk. Vrije pers dus!! Daarom was het letterlijk een ondergronds blad. Ja, zelfs ver onbekend soms voor archivarissen enz. en zelfs soms bij zeg influencers in die tijd. Het was ondergrondse pers!
Ooit schijnt die formule een enkele keer (zoals ik weet) zelfs in Argentinië gebruikt te zijn ten tijde van de dictatuur. Schrijvers waren immers niet te pakken, want er was geen redactielokaal enzovoort..
Een social medium voordat de computers de zaken overnamen en mensen elkaar nu niet meer fysiek in de ogen hoeven te kijken, maar slechts een scherm zien.”
“Wel was het een organisch geheel dat dacht ik zeker een jaar of drie zo gefunctioneerd heeft als organische groep. Je zou dit redactie-loze tijdschrift wel een soort tegenhanger van Willem de Ridders’ Hitweek kunnen noemen, een ‘gewoon’ tijdschrift dat nogal aan de weg timmerde en een grote oplage had.’

DIGGERSHOP
BV: Was er ook een plaats waar jullie samen kwamen?
JS: “We runden een kringloopwinkel, genaamd de ‘Diggershop’ in Fantasio, later de Kosmos. Op papier was dat nog steeds een activiteit in een voormalig buurthuis van de stedelijke gesubsidieerde welzijnsorganisatie Het Anker. Er was een staf van beroepskrachten en op papier stonden formeel aantal ‘vrijwilligers’ die de shop runden.
Deze kringloop winkel werd de inspiratie voor veel kringloop winkels die nu bestaan, in een commerciëlere setting. Het was eigenlijk meer te vergelijken met de huidige weggeef-winkels,
Mogelijk is daar ooit nog iets formeels te vinden, ver van de dagelijkse realiteit destijds. In de benedenzaal konden bezoekers behalve naar spirituele leraren en muziek, yoga lessen, tai chi en noem maar op ook de Diggerschop bezoeken. Dat was een van de ‘klubhuis’-activiteiten en geen vaste groep. Een enkele was wat we zouden noemen ‘vrijwilliger’. Nou ja, op papier heette dat ook zelfs zo. Wel mensen die je elders in de scene ook aantrof in swinging Amsterdam. ”

KOSMOS
JS: “Door die bijeenkomsten zijn vele andere initiatieven ontstaan uit die contacten zoals jongerencentra, en muziekgroepjes. De Hobbitstee in Drente, bij voorbeeld. De hippie wereld was dynamisch en flexibel, juist daardoor ongrijpbaar. Zelfs voor journalisten of sociaal wetenschappers. In mijn studie leerde ik alles over hoe de maatschappij er uit zou kunnen zien, maar met wat er echt gebeurde wist men niets. Zelfs over provo’s zijn nauwelijks serieuze onderzoeken gedaan, maar van de losgeslagen jeugd werd schande gesproken en opvoedkundige principes bestudeerd zonder echt in contact met hen te komen. Ik mocht als aanstaande jongerenwerker geen stage lopen in De Kosmos, want dat was geen jeugdwerk! Ik kwam terecht bij diezelfde stichting Het Anker voor handenarbeid-clubjes en zo. Zo haalde ik mijn diploma -en kon staflid van de Kosmos worden. Mijn vak werd zo de werking van storytelling. Zelfs een krantje is niet de kern, maar wat er door levende mensen op concrete momenten voor inspiratie ontstaan.
Toen iedereen zijn zegje had gezegd verliep het wat. Ja, waarom een blad maken, je kunt toch ook vragen of mensen in plaats van 500 velletjes papier wat wortelen of aardappelen meenemen, dan kunnen we samen hutspot kunnen maken. Dat was een soort (nooit uitgevoerde) ”evaluatie’ die ik me van zo’n dag herinner.”

BV: Over de Kosmos vond ik dit online:  https://issuu.com/kosmos.nederland/docs/de_kosmos_papers
Over de HAPT: https://www.lot-art.com/auction-lots/Holland-Hapt/1024-holland_hapt-22.6.21-zwiggelaar
Amsterdam en andere plaatsen (nr. 13 werd in Middelburg gedrukt), Jan Swagerman, Dick v/d Heijden, Pi Blok, Ed Plieger, Otto Tieskens, Frank van Driel, Gé Reinders, Har v. Fulpen e.a. 1968-1971. Nr. 1 (2x met afwijkende kleurstelling), 3, 5 t/m 13 en 16 + Dam hapt nrs. 1-4 – en 3 andere – en Hapt 8. Revolution into renaissance (Amerikaanse editie).
*Holland Hapt was een van de aantrekkelijkste en zeldzamere Provo-uitgaven met fraaie experimentele covers. (totaal 21)

Mijn gekozen waardering € -

Geboren in Nijmegen 1966, studeerde Pabo, Nederlandse Taal- & Letterkunde, Journalistiek, Applicatieprogrammeur, Geluidstechniek, Basgitaar, en Oldtimer Bromfietsen. Af en toe actief in de Freewheelers Cello Band, met een Tollycraft Adventurer of een Miller Marine 29. Heeft vrouw, hond en kat. https://machtsmisbruik.wordpress.com sinds 2012.