Het proces in München tegen de neonazi Beate Zschäpe gaat verder. Volgens de Berlijnse politicoloog professor dr. Hajo Funke (67), gerenommeerd deskundige inzake rechts-extremisme in Duitsland, maakt Zschäpe deel uit van een uitgebreid, internationaal opererend netwerk.
Zschäpe en haar overleden handlangers Uwe Mundlos en Uwe Böhnhardt, die schuldig zouden zijn aan tien moorden, vormen niet als enigen de terreurgroep Nationalsozialistische Untergrund (NSU)?
Hajo Funke: 'Er zijn allerlei aanwijzingen dat de NSU uit meer dan drie leden bestaat. Bij de moord op een politieagente in Heilbronn, in 2007, zijn nog twee mannen gezien, in met bloed besmeurde kleren. En getuigen spreken van nog drie vluchthelpers. Het trio heeft in al die jaren bovendien ondergronds veel steun gekregen. En er zijn aantoonbare banden met het internationale neonazi-netwerk Blood and Honour.'
Waarom heeft het zolang geduurd – bijna veertien jaar – voordat het trio tegen de lamp liep?
'Dat blijft een raadsel. Alles duidt erop dat de inlichtingendiensten al rond 2000 het gevaar van de NSU kenden. Maar die informatie werd niet gedeeld. In de deelstaten Saksen en in Thüringen, waar de drie vandaan komen en waar ze actief waren, zijn de verbanden tussen de inlichtingendienst en rechts-extreme groepen zeer discutabel. Die relatie is nooit goed onderzocht.'
U noemde de samenwerking tussen staat en neonazi's het 'Watergate van de Duitse veiligheidspolitiek'. Hoe groot is de bedreiging door rechts-extreme groepen in Duitsland?
'De cijfers spreken duidelijke taal. Sinds 1990 zijn er meer dan honderd moorden gepleegd door rechts-extremisten. Jaarlijks begaan neonazi's duizend gewelddaden. Al sinds twintig jaar plegen neonazi's per jaar rond de twintigduizend strafbare feiten. Er bestaat weliswaar geen directe bedreiging voor de Republiek want ze komen nooit in de Bondsdag. Maar er zijn concreet mensen die bang zijn: de drie miljoen moslims in Duitsland, democratische politici, burgers die zich tegen rechts-radicalen verzetten. Degenen, kortom, die door neonazi's als 'staatsvijanden' worden beschouwd.'
Hoe verklaart u die populariteit van extreem-rechts, met name onder jongeren in de voormalige DDR?
'Ten eerste: daar is een actief kader, dat zich beroept op de ideologie van het nationaal-socialisme. Die zetten altijd in op extreem geweld omdat zij – ook al lukt dit ze niet – een burgeroorlog willen uitlokken. Dan zijn er nog duizenden potentieel gewelddadige aanhangers. Na de ineenstorting van de DDR ontstond in die gebieden een ideologisch vacuüm, in hun woorden: een 'nationaal-revolutionaire situatie'. Veel mensen voelden zich door het democratische Westen bedrogen en de oude DDR stond voor onderdrukking. De rechts-radicale 'bevrijdingsideologie' vatte voet bij de jonge generatie: de kinderen van de eenheid. Die waren letterlijk 'lost in transition' – ze bevonden zich tussen twee werelden – en bijzonder gevoelig voor die propaganda. Hun ouders waren irrelevant geworden, werkloos, machteloos. Ze hadden geen werk en geen toekomstperspectief. Uit deze situatie ontwikkelden zich de vele rechts-extreme netwerken. En dan is er nog de latente gevoeligheid in de samenleving voor racistische en xenofobe ideeën. Ook onder gevestigde politici, die daar handig gebruik van maken.'
Heeft de staat gefaald?
'Natuurlijk heeft de staat gefaald. Politici, justitie en politie hebben het probleem onderschat of weggemoffeld. Pas toen die jeugdcultuur zich had gevestigd en een groot percentage van die jongeren was geradicaliseerd, werd er gereageerd. Nu zit je met een situatie waarin de NSU, door verbanden met netwerken als Blood and Honour, veel groter is dan deze drie. Ze komen dan wel niet in de Bondsdag, maar er zijn hele gebieden, zoals Ostvorpommern, West-Saksen en de Sächsische-Schweiz, waar de rechtsstaat deels in handen is van deze groepen. Daar zijn mensen voor hun veiligheid afhankelijk van hun contacten met rechts-radicalen.'