Maar er waren ook heel andere mensen. Mensen die voor de games kwamen. En voor het design. Die een ensemble als Maze niet kenden, en opera alleen van horen zeggen.
Het Holland Festival pakt dit jaar, het laatste jaar onder leiding van nieuwemediakenner Ruth MacKenzie, flink uit. Dit weekend konden we niet alleen genieten van een urenlange sequencersessie van Colin Benders tijdens de (ook door Mackenzie bedachte) proms in het Concertgebouw. In het Muziekgebouw aan de andere kant van het centrum stond alles in het teken van de toekomst. Die is, zoals we allemaal weten, digitaal en connected, ofwel 3.0 en vloeibaar. En daarom zat dat gebouw opeens vol met een heel ander publiek. Nerds m/v, designers, hipsters met een muisarm en muziekliefhebbers.
Doom zonder bloed
Twee games stonden centraal en ze konden niet verder uit elkaar liggen. Dear Esther, in het avondprogramma, is een live ingespeelde versie van het beroemde spel Dear Esther dat alweer stamt uit 2012. Oikospiel is een totaal weird project van David Kanaga, waarin alle wetten van logica en vertelkunst met voeten worden getreden. Dit alles in foeilelijke graphics uitgevoerd, wat deel van het plezier is.
Dear Esther is het eigenlijk geen spel te noemen. De bedenker van dit droomachtige stuk software is een liefhebber van de oer-firstpersonshooter Doom, maar was het zat om de hele dag monsters af te knallen. Daarom is Dear Esther een Doom zonder monsters en wapens geworden. Maar ook een Doom zonder verhaallijn. En vele malen mooier vormgegeven. De monsters zijn vervangen door teksten, gedichten, dromen, inscripties en het vage gevoel dat er een doel achter al dat dwalen zit. Zinsbegoochelend en ontspannend. De voorstelling, gemaakt door het ensemble The Chinese Room, is te zien als een van de mogelijke ‘walkthroughs’ die het plotloze spel biedt, waarbij de teksten live werden ingesproken en de muziek gedeeltelijk live werd uitgevoerd.
Contrast
Het resultaat was pure esthetiek en dat werkte meeslepend. Je zou ook kunnen zeggen dat het onderscheid met een avondje gamers kijken op videokanaal Twitch opwindender is, maar dat doet deze manifestatie onrecht. Toch zou het zonde zijn geweest als alleen dit spel op deze dag, gewijd aan de uitwisseling tussen games en kunsten, getoond zou worden. De totale digitale waanzin van Oikospiel was hard nodig om je te laten beseffen dat we nog maar aan het begin staan van de mogelijke ontwikkeling.
Ontwikkelaar en componist David Kanaga is een echte nerd. Dat merk je wanneer hij over zijn werk vertelt. Dat merk je ook aan de vorm die hij aan de live uitvoering gaf. In het nagesprek vertelde hij dat hij het besturingssysteem van zijn computer het liefst als een kunstwerk benadert, en ook graag zou werken aan een verkunsting van de computerervaring. Dan gaan we ver voorbij Alexa en Siri, de digitale assistenten die een pizza bestellen als je roept dat je honger hebt. Vanachter zijn laptop stuurde hij de live muzikanten van Maze, de zangers, Claron McFadden en Mattijs van de Woerd, en het publiek, dat zo nu en dan in een weirde karaoke mee mocht zingen.
Going to the dogs
Oikospiel II werd hier voor het eerst opgevoerd. Maar waar is dan deel 1 van Oikospiel? Dat blijkt een hondenopera die vooral online te beleven is. Een game, maar dan niet zoals je had verwacht. Gebaseerd op een totaal absurd literair werk uit de 18e eeuw, Tristram Shandy. Dat boek, of liever gezegd die verzameling totaal losse associaties, wordt wel gezien als een voorloper van Ulysses van James Joyce, al is de uitwerking wat humoristischer.
In Oikospiel lopen, om de absurditeit nog wat dieper in te laten dalen, honden rond, veranderen locaties vanzelf, ligt ergens een containerschip en probeert iemand ook nog wat te vertellen over klimaatverandering. Dit alles terwijl je muis achtervolgd wordt door een herdershond. Deel 3 staat, naar het schijnt, op het programma voor het einde van deze eeuw.
Wat deze dag allemaal oplevert? In ieder geval het inzicht dat we aan het begin van weer een heel nieuwe ontwikkeling staan, maar dat er nog veel werk verzet moet worden. Game developers zijn zelden kunstzinnig opgegroeid. Bij het ontwikkelen zijn ze nog steeds meer bezig met het overwinnen van technische belemmeringen in soft- en hardware dan met het vrij laten zweven van de verbeelding. dat laatste heb je nodig om de diepe kloof tussen de nerd en de kunstenaar te overbruggen.
Lat
Er is hoop dat dat op het punt van gebeuren staat. Bij iemand als Colin Benders is het muzikale genie al minstens even groot als zijn technische gretigheid. Oikospiel laat zien dat er vormen van opera mogelijk zijn die ook digital natives aan kunnen spreken, en bij Dear Esther kan een passief publiek genieten van de pure esthetiek van computer graphics en plotloze verhalen.
Mooi dat het het Holland Festival dat inzicht in twee compacte dagen over weet te brengen. De lat voor de opvolgers van Ruth MacKenzie ligt hoog.
Goed om te weten
Gezien in het Holland Festival, zondag 24 juni.