Het is een drukke maand voor Nick Jordan, leerling van het Laurenscollege in Rotterdam. Op 1 april verscheen CodeKlas, een boek over programmeren op school. Nick schreef het hoofdstuk over de Game Studio van het Klokhuis. Daarmee kunnen kinderen hun eigen game maken. Een dag na de boekpresentatie was Nick te gast bij de uitreiking van de Kinder Media Awards in Hilversum. Hij ging naar huis met een Gouden @penstaart voor JorCademy, zijn website waarop kinderen die meer willen gaan doen met computers en programmeren uitlegfilmpjes, productrecensies en handige links vinden.
Ik leer snel
Snel leren
Ik spreek de jonge expert via Skype en vraag of ik het wel goed begrepen heb dat hij pas drie jaar bezig is met programmeren. Nick: ‘Ik leer snel. Ik probeer van alles uit, bekijk uitlegfilmpjes en ben actief in forums. Soms gebruik ik een boek. Ik steek er ook best veel tijd in, zo’n drie tot vier uur per dag ben ik bezig op de computer.’
Het was zijn vader die hem destijds op het spoor zette van het programmeren. ‘Ik speelde tot die tijd veel met Lego, vooral omdat je er dingen mee kunt maken die je zelf bedacht hebt. Mijn vader vertelde me dat het belangrijk is dat kinderen leren programmeren en dat het ook heel leuk kan zijn. Ik ben begonnen met Scratch, heel gemakkelijk voor beginners. Het programma verpakt stukjes code in bijvoorbeeld kleurrijke blokjes die je aan elkaar kunt klikken. Toen ik dat programma snapte, wilde ik wel eens zien hoe de echte code eruit ziet. Dus ben ik begonnen met de programmeertaal Python. Ik ben nog steeds dingen aan het maken die ik zelf heb bedacht. Maar dan op de computer.’
Een eigen app
‘Sinds een tijdje maak ik ook eenvoudige apps’, vervolgt Nick. ‘Dat is eigenlijk best gemakkelijk. Zo heb ik al een “to do-lijst”-app gemaakt, waarin ik de dingen kan zetten die ik moet onthouden. Het is nog niet echt mooi, maar wel heel praktisch: het werkt precies zoals ik het handig vind. De komende tijd wil ik nog beter in worden in het maken van apps. Hiervoor ben ik me aan het verdiepen in het pakket Tkinter, waarmee je mooie user interfaces kunt maken.’
Achter bij India
Nick wil met zijn website bereiken dat meer kinderen leren programmeren. ‘Kinderen beseffen steeds minder dat veel apparaten draaien op programmeertaal. Ze vragen zich niet meer af hoe een app of een spel werkt. Daardoor kiezen minder jongeren voor de informatica. Als dat zo doorgaat hebben we straks niemand meer die kan programmeren. In Europa lopen we nu al achter bij India en Amerika.’
Een foutje opzoeken in miljoenen regels code
Een beetje ingewikkeld
Maar het gaat Nick niet alleen om de toekomst van Europa. ‘Programmeren is net zo belangrijk als taal en rekenen. Het is een beetje ingewikkeld, je moet er bij nadenken, maar het gaat ook om plezier hebben. Ook heb je doorzettingsvermogen nodig. Bijvoorbeeld als je een foutje in je code moet opsporen. Mijn programma’s zijn maximaal 150 regels, dat gaat nog wel. Ik heb medelijden met de programmeurs van bijvoorbeeld besturingssoftware. Zoek maar eens een foutje op in miljoenen regels code!’
Spreadsheets en tekstverwerken
Op school is er nog niet zoveel aandacht voor programmeren, constateert Nick. ‘Op de basisschool wisten ze niet echt wat ik aan het doen was. Nu, op de middelbare school, is dat beter: ik mag af en toe iets laten zien en kreeg gemakkelijk vrij voor de prijsuitreiking van de Gouden @penstaart. Maar mijn docenten doen er niets mee, zelfs niet bij de informaticalessen. Daar gaat het alleen maar over hardware, over tekstverwerken en het werken met spreadsheets. Het zou goed zijn als je op school leert programmeren, alleen al om meer kinderen te laten ontdekken dat ze het eigenlijk heel leuk vinden om te doen. Lessen op school zouden wel eenvoudig moeten beginnen. Met Scratch kun je al heel snel iets maken dat werkt. En dan krijg je vanzelf zin om meer te leren.’
Lees ook het interview met Pauline Maas, hoofdauteur van het boek CodeKlas: ‘Programmeren op school is een feestje!’