Met zijn hagelwitte handschoenen en donkere uniformpet is de Japanse buschauffeur een toonbeeld van zelfbeheersing en onverstoorbaarheid. Maar de bestuurder van mijn bus maakt een nerveuze indruk. “Blijft u zitten tot de bus helemaal stilstaat. Alstublieft, sta niet op voordat de deur open is,” roept hij om de paar minuten paniekerig door de intercom tegen de veelal hoogbejaarde passagiers.
Drempelloze politiecellen
Even daarvoor nam ik de roltrap in een metrostation in Nagoya, de vierde stad van Japan en thuisbasis van autofabrikant Toyota. De muren en pilaren zijn volgeplakt met waarschuwingen om niet te lopen op de tergend langzame roltrap. Om overhaaste reizigers de voet dwars te zetten, worden mensen aangespoord om zowel links als rechts op de roltrap te gaan staan. Als je de lift neemt, zie je twee bedieningspanelen: een op borsthoogte voor de gemiddelde gebruiker en een op heuphoogte. Bij gebruik van het tweede paneel duurt het langer voordat de liftdeuren automatisch sluiten, zodat rolstoelgebruikers en senioren ruim de tijd hebben om de lift in te komen.
Japanse postkantoren, banken, warenhuizen, stadsdeelkantoren – ze zijn allemaal voorzien van zitmeubilair en toiletten. Omdat je met een Japanse bankautomaat geld kunt overmaken naar de rekening van iemand anders, hangen overal waarschuwingen tegen de ‘Ik ben het’-fraude. Oplichters bellen rond tot er een oude vrouw opneemt en zeggen dan: “Mam, ik ben het! Ik heb een ongeluk gehad en heb dringend geld nodig.” Jaar in jaar uit trappen duizenden bejaarde moeders in zulke leugens. Maar ook steeds meer senioren verlaten het rechte pad. Ten behoeve van minder mobiele verdachten beschikt de politie in Tokio inmiddels over drempelloze en barrièrevrije cellen.
“Sterf, Japan”
Toen de resultaten van de vijfjaarlijkse volkstelling werden gepubliceerd, bleek 2015 een jaar van demografische records te zijn. Niet eerder overleden er zo veel mensen (1,3 miljoen); niet eerder was het aandeel kinderen van 14 jaar en jonger zo klein (12,6 procent) en het aandeel 65-plussers zo groot (26,6 procent). En het is niet alleen de samenstelling van de bevolking die zienderogen verandert, maar ook de omvang: voor het eerst sinds 1920 kromp de bevolking. Volgens prognoses is tegen het midden van deze eeuw de Japanse bevolking afgenomen tot 100 miljoen zielen, tegen 127 miljoen vandaag.
De Japanse premier Shinzo Abe ziet die 100 miljoen als een ondergrens die niet overschreden mag worden, maar hij houdt halsstarrig vast aan het extreem restrictieve toelatingsbeleid voor arbeidsmigranten of asielzoekers. Eerst moet het geboortecijfer maar eens omhoog van 1,4 naar 1,8 kind per vrouw. Een nu al merkbaar symptoom van de naderende demografische crisis is het schreeuwend tekort aan arbeidskrachten. Daarom moet het voor vrouwen makkelijker worden kind en carrière te combineren. Japan krijgt “een maatschappij waarin alle vrouwen kunnen schitteren,” beloofde Abe, toen hij in 2014 met veel bombarie enkele vage plannen lanceerde.
Het duurde niet lang voordat het laatste restje glans was verbleekt. Onder de kop “Sterf, Japan” gooide een anonieme moeder haar hoon en frustratie over Abes beleid op een internetforum nadat haar was verteld dat de kinderopvang geen plaats had voor haar kind. “Zak in de stront met je dalende geboortecijfer”, schamperde ze. Zonder kinderopvang moest ze haar baan moest opzeggen, want huishoudelijke hulp, laat staan oppas aan huis, is voor gewone Japanners onbetaalbaar. Haar hartenkreet werd opgepikt door de media en “Sterf, Japan” haalde in 2016 de top tien bij de verkiezing van de populairste uitdrukkingen.
Matahara
Het chronische gebrek aan crèches is niet de enige reden dat maar 38 procent van de vrouwen na de geboorte van hun eerste kind weer de arbeidsmarkt opgaat. Japanse vaders hebben de reputatie dat zij weinig doen in het huishouden en zich nauwelijks bemoeien met de opvoeding. En dan is er nog de vrouwonvriendelijke bedrijfscultuur. Weinig jonge moeders denken met plezier terug aan de notoir lange werkdagen en de regelmatige werkborrels, die tot in de kleine uurtjes kunnen duren en vaak worden opgeluisterd door seksistische grappen van beschonken collega’s.
Een vijfde van de werkende vrouwen is slachtoffer van matahara, een samentrekking van het Japanse anglicisme maternity harrasment. Meestal gaat het om ongepaste vragen over iemand kinderwens of om misgelopen promoties binnen het bedrijf, maar soms neemt het extreme vormen aan. Sayaka Osakabe kreeg van haar manager de nauwverholen boodschap dat ze haar baan kon vergeten als weigerde om een abortus te ondergaan. Een abortus en twee miskramen later runt zij Matahara Net, een belangenorganisatie voor zwangere werknemers. Vreemd genoeg roept het initiatief van Osakabe ook agressie op bij huisvrouwen. “Als jij voor je carrière kiest, dan is het je eigen schuld als je een miskraam hebt,” luidde een hatelijke reactie.
Herbivore mannen en celibataire tieners
In de Verenigde Staten en in de Europese Unie worden 4 op de 10 kinderen op de wereld gezet door ongehuwde vrouwen. Dat is in Japan totaal anders. Slechts 2 procent van de kinderen wordt buiten het huwelijk geboren. Omdat twee derde van de vrouwen in de leeftijdscategorie 18-34 jaar zowel samenwonen als buitenhuwelijkse kinderen veroordeelt, blijven ongehuwde moeders voorlopig een zeldzaam verschijnsel. Een alleenstaande Japanse moeder heeft bijna per definitie een mislukt huwelijk achter de rug.
De weg naar een hoger geboortecijfer loopt dus via het huwelijk. Tot schrik van de regering blijken steeds minder Japanners te dromen over het altaar. Slechts een kwart van de 20-jarigen heeft momenteel een relatie, een halvering vergeleken met twintig jaar geleden. Zo’n 35 procent van de ongetrouwde twintigers en dertigers verlangt niet naar een relatie, laat een overheidsrapport zien. Als belangrijkste redenen noemen de singles dat “relaties te veel gedoe zijn” en dat ze hun tijd “liever aan hobby’s” besteden. Japan kende al een grote groep ‘herbivoren’, een benaming voor mannen die niet steeds op jacht zijn naar vrouwelijk vlees. Maar de herbivoren geloven tenminste nog in ‘samen grazen’, in liefde en duurzame relaties dus.
Hoewel volgens veel Japanners huwelijk en kinderen een vaste combinatie vormen, is seks voor en zonder het huwelijk breed geaccepteerd. Bindingsangst is dus niet de oorzaak dat een derde van de tienerjongens en twee derde van de tienermeisjes “geen belangstelling” heeft voor seks of er zelfs “een hekel” aan heeft, zo rapporteert de Japanse evenknie van de Rutgers Stichting. Op een online discussieplatform leggen mannen uit waarom ze geen zin in seks hebben. “Ik kwam er vijftien jaar geleden al achter dat seks een zaak is van hoge risico’s en lage opbrengsten,” sombert er een. Een ander is optimistischer: “Voor legale seks moet je met een vrouw flirten of ervoor betalen. Beide kosten tijd en geld. Vroeger had je natuurlijk weinig keus, maar er zijn nu zo veel aantrekkelijke pornoactrices en realistische erotische games…”
Als je overdag de bus neemt, een warenhuis binnenloopt of incheckt op de luchthaven, zie je vooral oude mensen, heel veel oude mensen. Maar op zaterdagavond is het dringen in de krioelende massa jongeren die uitgaat rond het immense treinstation van Nagoya. Even denk je dat het zo’n vaart niet zal lopen met die bevolkingskrimp. Aan de lage plafonds van de metrostellen wiegen reclameposters voor een buraidaru fia (bridal fair) zachtjes in de airconditioning. Totdat je merkt dat jongens bij jongens staan en meisjes bij meisjes. Geen steelse blikken, geen rode wangen, alleen de zachte gloed van mobiele telefoons.