Nijkamp-gate of Nijkamp-hetze? Hebben de media het gedaan?

In zijn beste jaren produceerde VU-onderzoeker Peter Nijkamp twee artikelen per week. Nu had hij tien dagen nodig om te reageren op artikelen in NRC en Volkskrant over zijn ‘zelfplagiaat’.

In VU-blad Ad Valvas, waar Nijkamp zijn reactie plaatste, was aanvankelijk sprake van onderschatting van de “complexe dynamiek in het moderne onderzoek” maar het was ook een “hetze” die “de wetenschap als geheel ten onrechte ernstige schade heeft toegebracht”. Nijkamp had het vooral voorzien op Frank van Kolfschooten die zijn voorbeelden maar een beetje bij elkaar zou Googelen. Volgens Nijkamp had hij beter “peers” (dus collega’s van Nijkamp) kunnen vragen.

Nijkamp stelt voor ‘zelfplagiaat’ niet meer te gebruiken en voortaan te spreken over “zelf-citatie, nl. het citeren uit eigen eerder verschenen werk” en “passieve zelf-citatie” waar “de eigen teksten zonder een precieze bronvermelding” worden gebruikt.

Nijkamp stoort zich er aan dat journalisten onderzoek doen naar zijn doen en laten, “e-stalking” moemt hij het.

Klokkenluiders

Dit is nieuw in de dicussie. Kennelijk bevalt het wetenschappers maar matig dat ze door journalisten kritisch gevolgd worden. Tot dusver werden affaires rond wetenschappelijk wangedrag door collega’s of klokkenluiders aangebracht; als ze openbaar werden kwam dat in de pers. Bij de Stapel-affaire waren het zijn promotie-studenten die aan de bel trokken. Maar vervolgens reconstrueerde de Volkskrant hoe de affaire verlopen was – voor het eindrapport uitkwam.

Maar bij de affaire Bax waren het NRC (Frank van Kolfschoten) en later de Volkskrant die het geknoei aan het daglicht brachten. En bij Nijkamp namen beide media opnieuw het initiatief (leve de concurrentie). In een bericht op de VU-website (zonder de namen van Nijkamp en promovenda Kourtit, vlak voor Kerst) stond: “De commissie bestempelt deze van vorm van incorrecte bronvermelding, conform de geldende regels, als plagiaat.” Maar de enige maatregel was dat een deel van het proefschrift opnieuw moest.

Drogredenaties

Dat wetenschapsjournalisten zich actief en kritisch bemoeien met het werk van wetenschappers, is iets waar men maar slecht aan kan wennen. In de Volkskrant schreven UU-wetenschappers Maarten Prak en Jan Luiten van Zande een verdediging van Nijkamp, “zelfplagiaat” bestond als begrip niet, dus Nijkamp kon zich daaraan niet schuldig maken. Deze keten van drogredenaties werd snel door Van Kolfschoten doorgeprikt op zijn blog (en ook in de comments van Ron Ritzen).

Eigenlijk vinden deze wetenschappers dat journalisten ze maar met rust moeten laten, ze begrijpen de ‘complexe dynamische moderne wetenschap’ niet, ook omdat het een ‘groepsproces’ is, waarbij iedereen van iedereen kan ‘lenen’.

Plagiaat

Voor de goede orde: er was wel degelijk iets mis met het werk en het toezicht van Nijkamp. In het proefschrift van zijn promovenda Kourtit (waar hij als co-auteur van diverse hoofdstukken optreedt) is sprake van plagiaat volgens de VU.

Ook deze passage “Auteur A schrijft samen met auteur B in jaar X een artikel. Samen met auteur C schrijft A later een nieuw artikel in jaar Y en neemt daarin, zonder dat te vermelden, een (of meerdere) passages op uit het artikel in jaar X” is duidelijk: er wordt dus plagiaat gepleegd (en geen zelf-citatie) op het werk van auteur B.

Het publiceren van artikelen die gedeeltelijk overlappen met andere artikelen (zonder dat expliciet te noemen) is overigens niet acceptabel bij tijdschriften.

Mijn gekozen waardering € -

Lector Piet Bakker analyseert ontwikkelingen in de mediawereld.