Twee ‘gevalletjes’, want op het eerste gezicht zijn het niet meer dan dat: een houten plank versus een tegel en een deel van een vliegtuigromp versus één zijpaneel. Klein bier, tenzij we de belofte van ‘betrouwbaar’ nieuws, die het NOS Journaal de kijker belooft, serieus nemen. Dan tellen ook ogenschijnlijk onbeduidende versprekingen of verschrijvingen.
Wat bij het VRT Nieuws ‘houten tegels’ zijn, noemt het NOS Journaal ‘houten planken’, in een item over een drugsvangst in Bolivia (online en in het Achtuurjournaal van 6-1-2024). Over het lichtelijk overbodige stoffelijke bijvoeglijk naamwoord ‘houten’ vallen we niet, wel over wat op het bijgeleverde beeld overduidelijk geen planken zijn maar vierkante tegels. Van Dale’s definitie van plank: ‘plat stuk hout dat breder is dan dik en langer dan breed’.
De nieuwsredactie van de VRT komt soms wel in een bouwmarkt. Onze zuiderburen koppen accuraat op de nieuwssite: ‘Grootste cocaïnevangst ooit in Bolivia: 8.800 kilogram onderschept in houten tegels’. Ze tonen er het bewijs bij: beelden van wat duidelijk géén planken zijn. Ingezoomd ziet de kijker gefabriceerde (terras)tegels van wat op tropisch hard hout lijkt, het soort dat bij regenwouden tegelijk wordt weggekapt om aan onze westers tuincentrum-wansmaak te voldoen. De constructie lijkt prima zich te lenen voor het verstoppen van cocaïne, wat bij een massief houten plank toch meer vragen oproept.
Direct op het eerste item volgt op 6 januari een tweede met opvallende terminologie: ‘Toestel Alaska Airlines verliest rompdeel tijdens vlucht’. Uit de webtekst: ‘Ongeveer 35 minuten na het opstijgen verloor het vliegtuig een deel van de romp.’ Een heel deel? Toe maar. Dat taal evolueert, zal geen neerlandicus ontkennen maar wie ik er ook naar vraag, iedereen reageert ongeveer hetzelfde: “Een deel van de romp weg? Dan zie ik een zwaar gehavend vliegtuig voor me, waarvan een deel is verdwenen. Foetsie.” Maar dat blijkt mee te vallen. Op de beelden én wederom in de lezing van het VRT-Nieuws gaat het om één ‘zijpaneel’, hooguit een ‘gat in de romp’ latend, zoals de VRT varieert.
Hoe belangrijk is dit allemaal? Zijn dit geen futiliteiten? Misschien als het een lokaal nieuwszendertje betrof, waar de items in elkaar worden geflanst door stagiaires, huismoeders en ander onderbetaald ‘journalistiek’ voetvolk. Maar dit is het nationale nieuws, dat zichzelf aanprijst met: ‘De NOS is een van de grootste nieuwsorganisaties van Nederland en staat voor veel mensen symbool voor betrouwbaarheid. Dit vertrouwen willen we elke dag weer waarmaken en daar werken ruim 600 mensen keihard aan.’
Daar gaat heel wat belastinggeld naartoe, geld dat beoogd premier Geert Wilders liever aan ‘zinvollere’ zaken besteedt dan aan het ’tuig van de richel’ dat journalisten – en zeker die van de publieke omroep en de ‘linkse pers’ – volgens hem nu eenmaal zijn.
Overigens neemt het NOS Journaal steeds vaker items over van regiozenders als NH Nieuws. Dat kan voor gênante situaties zorgen, zoals het item over een gedenksteen voor gedeporteerde joodse Alkmaarders: ‘180 Joden die enkeltje hiernamaals kochten geëerd met namenmonument’. De NOS-nieuwsapp nam dit stuitend domme of opzettelijk provocerende (even stupide) bericht op 9 september 2023 klakkeloos over. Dat streek- en provinciale omroepen geen geld (over) hebben voor serieuze eindredactie is bekend, maar aan het NOS Journaal mogen we strengere eisen stellen.
Een andere geruchtmakende zaak, waarbij de journalistieke integriteit ter discussie staat, is die van de zogenaamde ‘fatbikebende’, die in de zomer van 2023 Haarlem en omgeving zou hebben geterroriseerd. NRC besteedde er een aardige terugblik op, met als vragende kop: ‘Waar is de beruchte fatbikebende die Bloemendaal tot Bennebroek onveilig zou maken?’ Antwoord: die is nooit gevonden. Wel wat jochies op van die illegale elektrische kinderbrommers, wat kwajongens en misschien zelfs wat echt tuig van de richel. Maar een georganiseerde jeugdbende, zoals NH Nieuws ‘researchte’ en heel wat media, inclusief opnieuw het NOS Journaal blindelings overnamen, is nooit hard gemaakt.
In plaats van het populisme te vuur en te zwaard te bestrijden, en daarmee voor onze democratie én zichzelf op te komen, lijkt het NOS Journaal meer en meer de moed te hebben opgegeven. Een overdaad aan sport, faits divers (TikTok-achtige onzin-itempjes op de website, die kennelijk de ongeletterde medemens moeten boeien) en human interest (er sterft iedere dag wel een ‘wereldberoemde’ popster of topsporter) neemt de plaats in van echt nieuws. Aan het echte nieuws wordt almaar minder tijd en serieuze journalistieke aandacht besteed. Waarom?
Is dit het gevolg van bezuinigingen of van een kantelende visie op journalistiek? Is hier sprake van onwillekeurig meebuigen met de rechtspopulistische storm die over Europa (plus de VS en Latijns Amerika) woedt of van welbewuste collaboratie? Beide kunnen zomaar het einde van het NOS Journaal betekenen. Want het is juist die geroemde betrouwbaarheid die het journaal zijn bestaansrecht – met publieke middelen – verschaft. Een betrouwbaar nationaal nieuws is in dit wankele tijdsgewricht, met zijn totale gebrek aan zekerheden, meer gewenst dan ooit.
Aardig in dit verband is een discussie tussen Ad van Liempt en Maarten van Rossum. Van Liempt: ‘Het andere grote probleem van het NOS Journaal is de invulling van de opdracht die de vorige hoofdredacteur Hans Laroes ooit, na de moord op Fortuyn, formuleerde: het journaal moet de staat met de straat verbinden. Daar schiet de creativiteit van de gemiddelde tv-journalist werkelijk tekort. Vaak komt hij niet verder dan de voxpop (vox populi, ‘stem des volks’), het straatinterview – de meest manipulatieve vorm van context bieden die er bestaat. Doordringen tot de haarvaten van de samenleving om te berichten over wat er in dit land echt aan de hand is, dat wil nog niet erg. Het is arbeidsintensief, vereist langdurige investering en biedt geen garantie op een constante stroom aansprekend nieuws. Het is de achilleshiel van de journalistiek van vandaag en zeker van het NOS Journaal.’
Nog scherper biechtte de hoofdredacteur van een lokale omroep mij op: “Het raadhuis is verboden terrein voor mijn verslaggevers, ik wil dat ze de markt opgaan, gewone mensen aan het woord laten.” Wat dat met journalistiek te maken heeft, maakte ze niet duidelijk.
Vrij naar Frank Zappa: Journalism is not dead, it just smells funny. Net als democratie überhaupt.