In Seks, Macht & Misbruik worden een door Gosschalk geschreven boek uit 2006 en een interview uit 2008 aangehaald. Te beginnen met het boek, genaamd U hoort nog van ons, dat de auteurs (ook Marc van Bree en Oren Schrijver schreven mee) is omschreven als een handboek voor (beginnende) acteurs dat antwoord geeft op vragen over auditie doen, waar een castingdirecteur precies op let en wat de do’s en don’ts zijn als nieuwkomer in het vak. Met de wetenschap van nu is het interessant om een aantal zaken daaruit eens onder de loep te nemen. Het boek is een bonte verzameling van tips, adviezen, interviews met mensen uit het vak en adresgegevens van relevante bedrijven in het werkveld. Een naslagwerk waar beginnende acteurs inderdaad een hoop uit kunnen opsteken.
De auteur trouwens ook, aangezien hij zich niet eens aan zijn eigen uitgedragen regels hield. Zoals het uitgelichte kopje: ‘Als een project vraagt om naakt (natuurlijk altijd functioneel), dan gaat daar een gesprek aan vooraf waarin de regisseur zijn wensen en de acteur zijn grenzen aangeeft. Doe niets waar je niet achter staat.’ Of: ‘Ook castingdirectors hebben principes. Het is dus geen enkel probleem om ‘nee’ te zeggen tegen een uitnodiging voor een screentest. Als je vegetariër bent, of pacifist of tegen de uitbuiting van arme landen, allemaal goed. Of als je niet naakt wilt of niet zonder hoofddoek, ook prima. Er is geen zwarte lijst en het is ook niet zo dat je nooit meer gebeld wordt als je meerdere principes hebt en twee keer nee zegt. Als je maar duidelijk en eerlijk bent.’ Een opmerkelijke passage, aangezien het duidelijk en eerlijk zijn volgens veel ingeschreven acteurs en actrices nu juist wel de reden is nooit meer iets van Kemna te hebben gehoord. Oprichter Hans Kemna zegt in hetzelfde boek: ‘Je komt alleen niet naar een auditie als er een sterfgeval is en je dat zelf bent.’ De uitgave geeft een interessant kijkje in de gedachtegang van medewerkers bij een castingbureau.
Bekwaam manipulator
Ook een interview met Psychologie Magazine in 2008 is onder de loep genomen. Hierin spreekt Gosschalk het meest uitgebreid over zijn karakter. Hij geeft aan op de middelbare school goed bij leraren te liggen, omdat: ‘Ik was toen al een bekwaam manipulator. Ik sprak ze waar nodig naar de mond en dikte het een en ander aan. Je zou het liegen kunnen noemen. Over de kleinste dingen. Als ik één vos had gezien, zei ik dat ik er tien had gezien. Altijd wilde ik indruk maken.’ Van zijn ouders leerde hij zichzelf goed te beschermen door niet alles van zichzelf te laten zien, omdat de wereld zich volgens hen zo tegen je kon keren. Die houding heeft hem, naar eigen zeggen, ver gebracht. ‘Ik deed aardig tegen mensen met macht en manoeuvreerde me in situaties waarin ik voor bepaalde mensen wat kon betekenen.’ Toch geeft hij in dat jaar aan minder te zijn gaan liegen en roddelen omdat hij bewuster wilde leven, ook in zijn rol als castingdirector. Zijn motief om daarin de grootste worden was ‘dat hij gezien wilde worden’. Gosschalk: ‘Ik fantaseer af en toe nog steeds dat ik bij De Wereld Draait Door zit en dat Matthijs van Nieuwkerk vraagt: Waardoor verandert alles wat jij aanraakt toch in goud?’ Zat het er allemaal al vroeg in? Dit te lezen geeft men in ieder geval een beetje een ‘aha, dus toch’ gevoel.
Medische missers
In Seks, Macht & Misbruik komen meer branches aan bod waarin slachtoffers vertellen het slachtoffer te zijn geworden van intimidatie, aanranding en zelfs verkrachting. Zo spreekt een medewerker uit de horeca over een leidinggevende die haar enkel een positieverbetering in het vooruitzicht stelde als zij met hem naar bed wilde, zet een topsportster uiteen hoe ze jarenlang onder de duim werd gehouden en seksueel misbruikt door haar coach, waardoor haar carrière in de dop eindigde. Het misbruik stopte pas toen ze erachter kwam dat de coach meerdere, zelf jongere, meisjes misbruikte. Uit de zorg komen er aan aantal ziekenhuismedewerkers aan bod over dronken chirurgen en ongewenste aanrakingen bij patiënten die even daarvoor met een overdosis drugs werden binnengebracht en, vanwege hun comateuze toestand niets meekregen van het misbruik. Intimidatie komt in deze branche het meest voor. De zorg vertegenwoordigd een percentage van maar liefst 35%. De horeca volgt hierin op korte afstand.
Spijt betuigen
Hoe ga je als slachtoffer en dader om met hetgeen gebeurd is? Psychotrauma-therapeut Carla Goosen zegt dat de mate van aandacht in lijn ligt met de aard van het nieuws. Met name als het machtmisbruikers betreft die zelf goed weten waar ze mee bezig zijn. Goosen: ‘Het zijn vaak slimmeriken die verdraaien, ontkennen of het slachtoffer de schuld geven. Allemaal dader- mechanismen waardoor ze bij uitkomst afhankelijk zijn van goede marketing. Wees transparant, open, geef toe en ga niet liegen zoals president Bill Clinton in 1998 deed door te zeggen: ‘I did not have sexual relations with that woman’. Toen de leugen eenmaal uitkwam zat hij nog verder in de problemen. Slachtoffers, met name in gevallen van seksueel misbruik, zien graag een dader die begrip toont en fouten toegeeft. Ze willen horen: ik ben niet gek. Jij bent de oorzaak. Jij hebt me dit aangedaan en mij is het allemaal overkomen. Dat te horen kan enorm helpen in het verwerkingsproces. Of een veroordeeld delinquent die zijn of haar straf heeft uitgezeten weer terug kan keren in het oude beroep is een lastige vraagstelling. Zet jij een veroordeelde pedofiel die in een kinderdagverblijf heeft gewerkt na zijn detentie weer tussen de kinderen? Dat lijkt mij de kat op het spek binden.’
Hersendeskundige Erik Scherder sluit aan bij de gedachte dat voormalig koppen van jut er goed aan doen een team van mensen om zich heen te verzamelen om grip te kunnen krijgen op de problematiek. ‘Dat lukt je vaak niet in je eentje, anders was het je wel gelukt’, aldus Scherder. ‘Je moet proberen om vanuit een situatie waarin hulp je bijstaat, de makkes controleerbaar te maken en zodoende opnieuw enige kwaliteit van leven te kunnen waarborgen. Niet alleen wat betreft de naam en imago naar buiten toe, maar ook bij de kink in de kabel die alle heibel heeft veroorzaakt. Het geheim ligt in de prefrontale cortex die sturing geeft aan cognitieve en emotionele functies, zoals sociaal gedrag, impulsbeheersing, beredeneren, controleren en het remmend vermogen. Met je team kun je de ontwikkeling daarvan in de gaten houden en werken aan de controle op die systemen. Ook voor slachtoffers is het zaak zo snel mogelijk na een nare ervaring met zichzelf aan de slag te gaan om erger te voorkomen. Wanneer mensen kampen met een posttraumatische stresstoornis (PTSS), heeft dat ook zijn repercussies in die hersenen. Eerder angstig zijn of negativiteit zien, bijvoorbeeld. Kinderen die zijn misbruikt kunnen daar tot aan hun dood last van houden omdat de netwerken in de hersenen hard zijn aangepakt in de fase waarin het jonge brein nog volop in ontwikkeling is. Een ernstig trauma kan zich er zodoende diep in nestelen. Iets wat enkel te verzachten of behandelen is door omgeving, eigen ontwikkeling of erfelijke factoren.’