De cijfers waar het CBS afgelopen week mee naar buiten kwam, laten zien dat we nog lang niet uit de crisis zijn. Ondertussen worden mooie kansen om de boel te vernieuwen jammerlijk gemist.
Het energieakkoord van kabinet, werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties was weer typisch zo’n geval van te laat en te weinig. Net zoals we op dat vlak "in de houdgreep zitten" van de fossiele brandstoffen (Wubbo Ockels op BNR over het energieakkoord) zo zitten we als samenleving in de houdgreep van de polderaars.
In de Sociaal-Economische Raad lieten werkgevers en werknemers zich nog maar eens van hun meest behoudende kant zien met een opzetje om zelfstandigen zonder personeel onder de werking van de cao’s te brengen. Voordat deze groep ondernemers erkenning krijgt voor zijn bijdrage aan economie en samenleving, moet er kennelijk nog heel wat troebel water door de rivier.
Harde feiten, kille cijfers
Eerst maar even de harde feiten en de kille cijfers, zoals die de afgelopen dagen werden gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Om te beginnen was daar een forse afname van de investeringen door bedrijven. Die staken in mei 2013 maar liefst 10,9 procent minder in materiële vaste activa dan in mei 2012. Daarmee was de krimp weer iets groter dan in april, toen de bedrijfsinvesteringen 10,4 procent lager uitkwamen dan een jaar eerder.
De hardste klappen vielen opnieuw onder de 45-plussers
De werkloosheid nam in juni toe met 16.000 en kwam zo uit op 675.000 personen. De hardste klappen vielen opnieuw onder de 45-plussers. Jongeren kwamen er tot nu toe beter vanaf, maar: dit zijn cijfers van voor de eindexamens. De werkloosheid in Nederland volgens de internationale definitie van de ILO staat nu op 6,8 procent van de beroepsbevolking. In mei was dat nog 6,6 procent.
Het consumentenvertrouwen daalt verder …
Bij zulke aantallen werklozen mag het geen wonder heten dat de stemming van consumenten beneden peil is en blijft. Het consumentenvertrouwen daalde in juni weer 2 punten en staat nu op een schrale -38. Mensen zijn op dit moment een stuk somberder over het toekomstig economisch klimaat dan een maand geleden. En toen was het sentiment ook al fors verslechterd.
De index van de koopbereidheid bleef in juli onveranderd op -25. Het oordeel van consumenten over de vraag of zij de tijd gunstig vinden voor het doen van grote aankopen, zoals wasmachines en televisies, veranderde nauwelijks.
… dus lijdt de detailhandel pijn
Huishoudens hebben in mei van dit jaar 1,8 procent minder besteed aan goederen en diensten dan in mei 2012. De consumptieve bestedingen zijn al twee jaar vrijwel onafgebroken lager dan een jaar eerder. Aan duurzame goederen besteedden de huishoudens 8,7 procent minder. Ze kochten vooral minder nieuwe auto’s, maar ook fors minder kleding, schoenen, woninginrichting, huishoudelijke artikelen en apparaten.
De omzet van de detailhandel kwam daardoor in mei van dit jaar 0,6 procent lager uit dan in mei 2012. Terwijl de prijzen 2,5 procent hoger waren, was het volume 3,0 procent kleiner. Winkels in non-food artikelen leverden bijna 4 procent aan omzet in. Winkels in consumentenelektronica en doe-het-zelf spullen noteerden de grootste omzetdalingen.
Internetwinkels boekten een omzetgroei met dubbele cijfers
Supermarkten daarentegen wisten juist 5 procent meer om te zetten dan in mei vorig jaar. Deze toename was grotendeels toe te schrijven aan een prijsstijging van maar liefst 4 procent. Het volume groeide slechts met 1 procent. Postorderbedrijven en internetwinkels boekten net als in april een omzetgroei met dubbele cijfers. Hun omzet was in mei 11 procent hoger dan een jaar geleden.
Knokken om het hoofd boven water te houden
Terwijl zelfstandige ondernemers knokken om het hoofd boven water te houden – en daar vaak nog wonderwel in slagen ook – staan er in Den Haag een paar potjes op het vuur die hun financiële positie nog verder zullen aantasten dan de markt al doet. Zij krijgen minder ruimte dan werknemers om fiscaal gunstig een pensioen op te bouwen, en hun zelfstandigenaftrek dreigt te worden geschrapt zonder dat er zicht is op compensatie van de daarmee gepaard gaande achteruitgang in besteedbaar inkomen.
Niet verwonderlijk: zzp'ers vinden afschaffen zelfstandigenaftrek slecht
Twee weken geleden organiseerde FNV Zelfstandigen daarom een enquête over het afschaffen van de zelfstandigenaftrek, onder leden en niet-leden. Er deden 1.400 zelfstandige ondernemers aan mee en – niet verwonderlijk – 83% van hen vindt dat een slecht plan. Het merendeel van de ondervraagden verwacht de afschaffing van de zelfstandigenaftrek niet te kunnen compenseren met hogere tarieven en vreest minder over te houden voor pensioen, scholing en ontwikkeling. Negen procent van de zelfstandigen overweegt zelfs te stoppen met hun bedrijf als het zo ver komt.
Linde Gonggrijp, directeur van FNV Zelfstandigen, herinnerde het kabinet er naar aanleiding van deze uitkomsten aan dat het ondernemers wilde stimuleren een gezonde onderneming te leiden. “Het is goed de huidige regelingen te bekijken, maar als er iets gaat veranderen is het wel van belang dat het een doordachte, geleidelijke verandering is.”
Stumpers of onderkruipers
Volgens Linde Gonggrijp is het voornaamste argument voor het afschaffen van de zelfstandigenaftrek dat zzp’ers nu teveel belastingvoordelen zouden krijgen in vergelijking met werknemers. “Deze twee groepen kun je echter niet een-op-een met elkaar vergelijken. Zelfstandigen zijn ondernemers, met bijbehorend ondernemersrisico en eigen verantwoordelijkheid voor voorzieningen als pensioen en arbeidsongeschiktheid.”
“Net als de overheid zijn wij sterke voorstanders van gezond ondernemerschap,” benadrukt Gonggrijp. “Bij herziening van bepaalde regelgeving moet echter wel goed worden gekeken naar de specifieke situatie van zelfstandig ondernemers. Deze is heel anders dan de situatie van grotere bedrijven of werknemers.”
"Zelfstandigen zijn ondernemers"
(Linde Gonggrijp, FNV Zelfstandigen)
Wat die vergelijking met werknemers betreft heeft de directeur van FNV Zelfstandigen heel wat te stellen met de oude garde van de vakbeweging. In plaats van in te zien dat zzp’ers een innovatieve kracht vormen die niet meer is weg te denken uit economie en samenleving, aarzelt die nog of het nou stumpers zijn die de rechten van werknemers ontberen of onderkruipers die vaste banen bedreigen.
CAO voor ZZP’ers?
Het fijne voor de klassieke vakbondsbestuurders is dat – welke van de twee interpretaties ze ook aan het fenomeen van de zzp’er geven – de oplossing steeds dezelfde is. Namelijk om die vrijbuiters onder de werking te brengen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die de bonden afsluiten met de werkgevers. Dan kunnen ze meeprofiteren van (en meebetalen aan) de sociale zekerheid èn kunnen hen minimumtarieven worden opgelegd waardoor zij minstens even duur worden als werknemers in loondienst.
Vakbonden worden steeds minder representatief
Wie hoopte dat zzp’ers langzamerhand een eigen plek zouden krijgen in de polder – naast werkgevers en werknemers, ook in de Sociaal-Economische Raad – kreeg afgelopen week een koude douche toen de SER-commissie Arbeids- en Ondernemingsrecht haar concept-advies publiceerde om een “breder draagvlak” te creëren voor de CAO-afspraken. Dat draagvlak verdwijnt namelijk als sneeuw voor de zon doordat de vakbonden steeds minder leden trekken en dus steeds minder representatief worden voor werkend Nederland.
Zware shag en gematteerde sigaren
Uit het SER-advies stijgt een haast vergeten jaren-vijftig walm op van zware shag en natte manchesterbroeken, gemengd met gematteerde sigaren en gesteven witte boorden. De voornaamste vraag lijkt te zijn: hoe helpen we de vakbonden overeind te blijven, en niet: hoe richten we voor de toekomst ons sociaal-economisch stelsel in?
De commissie bestond uitsluitend uit werkgevers, werknemers, kroonleden en ambtenaren – en die waren het er gauw over eens dat de cao’s die sectorgewijs worden afgesproken voortaan ook betrekking zouden moeten hebben op zzp’ers. Om het verre van denkbeeldige risico dat daarmee hun ondernemerschap de nek wordt omgedraaid, lijkt niemand zich te hebben bekreund.
Als dit najaar het advies in de plenaire vergadering van de SER moet worden vastgesteld, krijgen Linde Gonggrijp en haar collega Esther Raats-Coster van het Platform Zelfstandige Ondernemers er als plaatsvervangende leden nog een zware dobber aan om een en ander te redresseren.