Onder stroom

Moeten we massaal aan de zonnepanelen? Is kernenergie gevaarlijk of schoon? En zijn windmolens niet gewoon horizonvervuiling? Energie verdeelt. Daarom deze week op DNP wat duidelijkheid.

Het energieakkoord is bijna rond. Werkgevers, vakbonden, milieuorganisaties en het kabinet moeten de puntjes nog op de i zetten, maar het ziet ernaar uit dat we groener gaan. Oude, vervuilende kolencentrales moeten dicht en zowel op land als op zee komen er duizenden windturbines bij.

“Een economische nekslag”, noemt de partij van Geert Wilders het energieakkoord. “Goed voor het milieu en de werkgelegenheid”, vindt de FNV. Energie is en blijft een nationale splijtzwam. Iedereen heeft er een mening over, maar wie nou precies gelijk heeft, is een raadsel.

Moeten we nou wel of niet naar schaliegas boren? Wat doen we met kernenergie? Raakt de olie überhaupt wel op? En is windenergie echt de weg voorwaarts? De olie- en gasvoorraad onder de Noordzee lijkt namelijk nog lang niet uitgeput.

OOK IN HET NIEUWS VRIJDAG 12:15 De Amerikaanse inlichtingendienst NSA neemt maatregelen om te voorkomen dat medewerkers informatie lekken. Australië weert voortaan alle bootvluchtelingen. En het aantal internettaps (17.000) door politie en justitie was in 2012 vijf keer zo hoog als een jaar eerder.

SAMEN VOOR DUURZAME ENERGIE

Tekst: Lisette de Ruijter van Steveninck / 19 jul – 12:00

Moest ik nou echt zo lang onder de douche staan en waarom brandt er licht in het hele huis? Mijn vader probeerde me jaren geleden al bewust te maken van energieverspilling. Probeer daar maar eens bij een puberbrein mee aan te komen, dus eindigde het meestal met “wacht maar tot je zelf de rekeningen moet betalen”. Aangezien een beter milieu bij jezelf schijnt te beginnen en dan waarschijnlijk alle kleine beetjes helpen, knip ik nu inderdaad regelmatig elektrische apparatuur achter mijn huisgenoten uit.

Als er veel kleine beetjes samenkomen, kunnen er nieuwe ideeën ontstaan over het gebruik van energie. In de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft dit geresulteerd in de coöperatie Heuvelrug Energie, ook wel Hé. Inmiddels bestaat de coöperatie uit ongeveer dertig inwoners van de gemeente, die op vrijwillige basis een bijdrage leveren aan het gebruik van duurzame energie en energiebesparing. Eén van deze vrijwilligers is Jolt Oostra en hij vertelt over de werkzaamheden van Hé.

Waarom Heuvelrug Energie?
“De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft de gelukkige omstandigheid dat er iemand woont die als initiator betrokken is bij de stichting Energietransitie, Theo Land. Vanuit deze stichting is het idee ontstaan om door het hele land op lokaal niveau zelf aan de slag te gaan met energietransitie. Theo Land heeft met een groepje initiatiefnemers een aantal mensen bij elkaar gekregen en samen zijn we de coöperatie Hé gestart. In juli 2012 zijn de statuten vastgesteld en hebben we een startkapitaal van de Rabobank gekregen. Als coöperatieve bank steunen ze graag dit soort initiatieven. De kerngedachte is dat we een eigen energiebedrijf oprichten en lokaal energie opwekken en afzetten. Zelf leid ik het zonne-energieproject.”

Wat houdt dit project in?
“Op het gebied van zonnepanelen zien veel burgers door de bomen het bos niet meer. We hebben uitgezocht wie er nu voor welke prijs zonnepanelen leveren en zijn op zoek gegaan naar lokale installateurs. Dat is handig, want zodra er problemen zijn is een installateur snel ter plaatse. Met de installateurs hebben we afspraken gemaakt over opleiding en certificering en sinds eind april van dit jaar zijn de panelen via ons te bestellen. Hiermee willen we de burgers ontzorgen. Bij ons kunnen ze een goede prijs-kwaliteitverhouding krijgen en dat is waar het de consument om gaat. Voor ons ook prettig als we de zonnepanelen aanraden binnen onze kennissenkring. Je wilt tenslotte niet dat je buurman een ontevreden klant is. Daarnaast organiseren we energiecafés.”

Energiecafés?
“Dat is een laagdrempelige manier om mensen te interesseren voor onze projecten. We huren een locatie af, met hapjes en drankjes, en vertellen over Hé. Tot nog toe hebben we drie van zulke avonden georganiseerd en je merkt dat mensen bij ons antwoorden krijgen op de vragen die ze hebben over bijvoorbeeld montagewerk en garanties. Nu moeten we het vooral nog hebben van mond-tot-mondreclame en posters die we ophangen. Het is lastig om de pers ernaartoe te krijgen. Zij zijn vaak pas geïnteresseerd als de politiek er bij betrokken is. Hé heeft geen winstoogmerk. Voor tien euro kan je al lid worden. Dit geld wordt gebruikt voor reclame, de website en het opzetten van nieuwe projecten.”

Waar houdt Hé zich nog meer mee bezig?
“We werken samen met woningcorporaties om een breder concept op te zetten van energiemanagement. Hierbij kan je denken aan goede isolatie van huizen, zonnepanelen en het halen van energie uit eigen bodem. Doordat we gebruik maken van een Energy Service Company-constructie (ESCO) betaalt de gebruiker niet meer dan normaal. De ESCO investeert in energiebesparende maatregelen. Wat er aan geld bespaard wordt gaat terug naar de ESCO en zodra de investering is afgelost, gaat de energierekening van de consument omlaag. Op de lange termijn zouden we graag de boeren uit de buurt financieel bijstaan bij het opzetten van een biogasinstallatie of investeren in duurzame maatregelen voor het nieuw te bouwen zwembad in de gemeente. Dit betekent dat we in de toekomst misschien van een vrijwilligersorganisatie naar semiprofessioneel moeten gaan. Het nadeel is dat we dan ons coöperatieve karakter verliezen.”

Heeft Nederland meer van dit soort projecten?
“Ja, sinds een jaar of drie/vier zijn er honderden coöperaties ontstaan. Ik zou het bijna een stille revolutie willen noemen. Op Texel hebben ze één van de oudste coöperaties. Daar willen ze volledig onafhankelijk zijn van het vasteland wat betreft hun energievoorziening. Onafhankelijkheid is waar wij uiteindelijk ook naar streven. Daarbij speelt het sentiment dat je als gemeente jezelf kunt voorzien van duurzame lokale energie en niet afhankelijk bent van grote multinationals, waarvan je de winst naar het buitenland ziet verdwijnen.”

Zijn er naast de successen ook tegenslagen geweest?
“Onlangs zijn we met een pilot gestart om twintig huishoudens te voorzien van groene energie. Onze samenwerking met de stichting Energietransitie zorgde ervoor dat we snel energie konden afnemen van een Duitse firma. Helaas ging deze failliet en moesten we de activiteiten staken. Hieruit blijkt des te meer dat we ons moeten richten op het winnen van lokale energie.”

Wanneer beschouwt u Hé als succesvol?
“Als we over een jaar of vijftien nog bestaan en een continue groei kunnen laten zien. Dat mensen door krijgen dat we de aarde aan het uitputten zijn. In de landelijke politiek focussen ze zich vooral op de economische crisis, maar naar mijn idee is het uitputten van grondstoffen een veel groter probleem. Het lijkt er op dat we met de aarde omgaan zoals we dat met het leven doen, tijdelijk. Mensen worden steeds ouder en gaan zich hopelijk realiseren dat de aarde ook langer mee moet en dat we er daarom zorgvuldiger mee om moeten gaan. Zodat de generaties na ons ook een mooi leven hebben. Dat is waar ik me graag voor in wil zetten.”

OOK IN HET NIEUWS DONDERDAG 13:00 Het aantal probleemjongeren in Utrecht is het afgelopen jaar bijna gehalveerd. Oud-president Nelson Mandela van Zuid-Afrika is vandaag 95 jaar geworden. En Nederlanders blijken met afstand de somberste consumenten van Europa te zijn.

BEWEGINGSENERGIE

Tekst: Remco Slump / 18 jul – 13:00

Even je energie kwijt in de sportschool? Doodzonde! Want die energie ben je daarna ook echt kwijt: vervlogen in warmte en omgezet in de loze beweging van pedalen en gewichten. Er is echter een mogelijkheid om die energie terug te winnen en om te zetten in stroom. Steeds meer sportscholen in Nederland kiezen daarvoor, zowel om de elektriciteitskosten te drukken als om zichzelf een groen imago aan te meten.

En ze hebben met hun eco-apparatuur bijna allemaal de Nederlandse of zelfs Europese primeur. Dat is althans de indruk die je krijgt als je op Google de woorden ‘sportschool energie opwekken’ invult. Het resultaat bestaat dan vooral uit lokale nieuwsberichten over sportscholen die met veel bombarie hun ‘unieke’ groene toestellen aanprijzen.

“De grote energieleveranciers zullen niet blij zijn met ons”, grinnikt Vincent Hoogwerf van SportsArt Nederland in een van de berichten. “Hoe intensiever sporters onze apparaten gebruiken, hoe langzamer hun meter gaat lopen.” Een beetje overdreven misschien, maar Hoogwerf heeft een punt. De nieuwe fitnessapparatuur staat zijn elektriciteit immers direct af aan de sportschool zelf.

Overigens kunnen nog niet alle toestellen stroom opleveren. Voorlopig gaat het alleen maar om zogeheten cardio-apparatuur: fietsen en stepmachines. Hierbij wordt de rotatie van de pedalen via een magneet omgezet in stroom. Deze wordt vervolgens doorgestuurd naar een omvormer – waar tussen de tien en de twintig apparaten op kunnen worden aangesloten – die in de sportschool vervolgens loopbanden, televisies, computers en verlichting van elektriciteit voorziet.

Het rendement van de groene fitnessmachines is volgens de fabrikant ongeveer 70 procent. Dat betekent dat ze 70 procent van de bewegingsenergie die erin wordt gestopt, kunnen omzetten naar elektriciteit. En dat levert redelijk wat op. Bij een gemiddeld gebruik van acht uur per dag – de vraag is echter of dat wordt gehaald – kunnen tien fitnessapparaten ongeveer zestien kilowattuur aan elektriciteit produceren. Genoeg om een gemiddelde LCD-televisie honderdzestig uur lang van stroom te voorzien of een loopband van 750 watt iets meer dan twintig uur te laten draaien.

Volgens de fabrikant leveren tien machines jaarlijks een besparing op van rond de 1.100 euro op de elektriciteitsrekening. Daar tegenover staan natuurlijk de aanschaf- en onderhoudskosten, die zodanig uitvallen dat de terugverdientijd op ongeveer drie jaar ligt. En dat is vergeleken met bijvoorbeeld zonnepanelen – die een terugverdientijd van tussen de vijf en tien jaar hebben – nog best goed.

OOK IN HET NIEUWS WOENSDAG 13:00 In India zijn negentien kinderen overleden na het eten van een schoolmaaltijd. De woningverkoop in Nederland is in juni gehalveerd ten opzichte van een jaar eerder. En de Raad van State heeft kritiek op de kabinetsplannen om de papieren bekeuring te laten verdwijnen.

PEUT UIT PATAT

Tekst: Remco Slump / 17 jul – 13:00

Iedere donderdag vertrekt hij van Schiphol naar New York: de ‘patatvlucht’. Een Boeing 777-200ER van de KLM – vluchtnummer KL642 – met aan boord plaats voor 318 passagiers en in de brandstoftanks afgewerkt frituurvet. Althans, biobrandstof gemaakt uit afgewerkt frituurvet.

De KLM is er begin maart mee begonnen, maar zegt uiteindelijk op grote schaal biobrandstof te willen gaan gebruiken. Niet alleen wordt de luchtvaartmaatschappij hierdoor minder afhankelijk van fossiele brandstoffen, maar ook de CO2-uitstoot van haar vliegtuigen vermindert erdoor.

Hogere voedselprijzen
Biobrandstoffen liggen echter onder vuur. De eerste generatie wordt namelijk gewonnen uit maïs, koolzaad, graan, oliepalm of soja. Voedselgewassen dus. En daardoor leidt de toenemende vraag naar biobrandstoffen tot hogere voedselprijzen. Zo braken in Mexico zes jaar geleden protesten uit doordat de prijs van tortilla’s met 400 procent (!) was gestegen. De oorzaak? Een toegenomen vraag naar maïs voor biobrandstof vanuit de Verenigde Staten.

Daarom worden biobrandstoffen van de tweede generatie louter uit oneetbare gewassen en restafval geraffineerd. En dat blijkt een ware goudmijn. Het Amsterdamse vetverwerkingsbedrijf Simadan – dat afgewerkt frituurvet omzet naar biodiesel – maakte over 2012 een omzet van 250 miljoen euro, een toename van 100 miljoen euro ten opzichte van 2011.

McDonalds
De Green Mills-raffinaderij van Simadan is met een jaarlijkse productie van ongeveer 120 miljoen liter biodiesel – bestemd voor afnemers als BP en Shell – zelfs de grootste van Europa. “En misschien wel van de wereld”, volgens directeur Chris Linderman.

In Nederland haalt het bedrijf bij twintigduizend adressen gebruikt frituurvet op, onder andere bij filialen van McDonalds en FEBO. En dat is gelijk de reden dat het concept van Simadan, ondanks het succes, zo lastig te kopiëren is. “We beheren de hele keten”, legt Linderman uit, “van de vrachtwagens tot het chemische proces. Dat is zo gegroeid en niet eenvoudig vanuit het niets op te zetten.”

Landbouwgrond
Momenteel bestaat 4,5 procent van het totale brandstofverbruik in de Europese Unie uit biobrandstoffen. Helaas is 90 procent daarvan nog van de eerste generatie. En volgens het Oxfam Novib-rapport Hunger Grains is daar landbouwgrond voor nodig die tarwe en maïs zou kunnen produceren voor 127 miljoen mensen.

Daarbij is biobrandstof van de eerste generatie ook nog eens minder groen. “Biodiesel van de eerste generatie stoot 20 tot 40 procent minder CO2 uit dan conventionele brandstoffen”, legt Linderman uit. “Bij biodiesel van de tweede generatie is dit maar liefst 80 tot 90 procent.”

Algen
Biobrandstoffen van de derde generatie zijn overigens in aantocht en worden gemaakt uit algen en zelfs bacteriën. Het nadeel is dat de productie ervan erg duur en arbeidsintensief is. Maar mocht de prijs van olie hoog blijven, dan is brandstof uit algen in de toekomst wel degelijk interessant.

OOK IN HET NIEUWS DINSDAG 15:15 PRISM-klokkenluider Edward Snowden heeft officieel asiel aangevraagd in Rusland. Het Arnhemse gemeenteraadslid Martin van Meurs moet opnieuw de cel in voor het bezit van kinderporno. En minister Schippers van Volksgezondheid heeft een zorgakkoord gesloten dat een besparing van 1 miljard moet opleveren.

AARDGAS ONDER NOORDZEE, MAAR HOEVEEL?

Tekst: Peter Polder / 16 jul – 15:00

Een juichend bericht van staatsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN) in De Telegraaf vorige week. Er zit nog voor miljarden euro’s aan extra aardgas en misschien ook olie onder de Nederlandse Noordzee. Maar juich niet te vroeg.

Het bericht van EBN volgt op nieuws uit Engeland waar eerder melding werd gemaakt van 500 miljard dollar nog te winnen olie en aardgas onder de Engelse Noordzee. Dergelijke getallen klinken heel mooi, maar behoeven enige nuancering en context.

Het mooiste, grootste getal
Op de allereerste plaats, beide krantenberichten geven geen duidelijkheid over om wat voor cijfers het gaat. Gaat het om ‘gas in place?’ Proven reserves? Technisch winbare reserves? Hoeveelheden olie- en gasreserves een getal geven is sterk afhankelijk van waar je naar kijkt. Dergelijke persberichten gebruiken graag het mooiste, grootste getal: de totale hoeveelheid olie of gas die zich onder de grond bevindt. Dat is echter vaak niet wat er uiteindelijk boven de grond komt. Dat is vaak slechts een fractie daarvan.

Hoeveel verschilt enorm, en je zult eerst proefboringen moeten doen om dat verder te bepalen. Het getal dat je dan krijgt zijn de technisch winbare reserves. Hoeveel van de totale hoeveelheid olie en gas kunnen we met de huidige technologie omhoog krijgen? Ook dat getal is eigenlijk te groot en niet zo relevant. Het gaat om de hoeveelheid olie en gas die niet alleen technisch, maar ook economisch winbaar is. En ook dat getal is wederom veel kleiner.

Vaak blijft er op die manier slechts vier tot tien procent van de totale hoeveelheid die in eerste instantie de krant haalde over. En tot slot zijn reserves waardeloos tot dat ze in productie komen. Het getal dat uiteindelijk bepalend is, gaat niet over reserves, maar over de stroom. Hoeveel kan er per dag opgepompt worden? Zo zijn de reserves aan teerzanden in Canada gigantisch, maar is de productie erg lastig en dat resulteert in een kleine stroom.

Een klassiek voorbeeld is de hoeveelheid schaliegas onder de Nederlandse bodem die via EBN in 2009 de Nederlandse media haalde. We zouden wel voor vijf keer het Slochterenveld aan aardgas hebben. Dat getal was ‘gas in place’. Daar is nu aan technisch winbare reserves (vermoedelijk) nog tien procent van het Slochterenveld van over. Of dat economisch winbaar is, is een nog niet beantwoorde vraag. Het ministerie van Economische Zaken schat dat het maximaal vijf procent van onze dalende gasproductie kan vervangen. Voor meer uitleg zie dit blog over hoe berichten over schaliegasreserves in Engeland op waarde te schatten.

Verouderde infrastructuur
De economische winbaarheid van olie en aardgas onder de Noordzee gaat uiteindelijk bepaald worden door de noodzakelijke infrastructuur. De productie op de Noordzee is in 2000 gepiekt, de productieniveaus zijn teruggezakt naar dat van de jaren zeventig. Veel van de grote oude olievelden raken uitgeput en er zijn chronische problemen met de verouderde infrastructuur op de Noordzee.

Veel van de oude pijpleidingen, overslagstations en boorplatforms zouden vervangen moeten worden. Een beslissing die steeds maar uitgesteld wordt, ondanks een sterk oplopende hoeveelheid ongelukken. De vraag is of de gigantische investeringen die dit vergt nog opgebracht kunnen worden om de laatste kleine olie- en gasvelden die er nog zijn leeg te pompen.

Teruglopende productie
Een ander stukje context dat mist is wel terug te vinden in de laatste Focus on Dutch Gas van EBN. Ook in Nederland is de gasproductie aan het terug lopen. EBN verwacht dat de aardgasproductie uit zowel Slochteren als de kleinere velden fors zal dalen. In 2006 was dat veertig miljard kuub, nu nog dertig miljard kuub en in 2030 nog maar tien miljard kuub.

EBN hoopt dat de industrie twintig miljard euro wil investeren in onder andere schaliegaswinning om het productieniveau op dertig miljard kuub te houden. Ook dan zal de totale hoeveelheid gas terug zakken. In 2023 produceren we minder aardgas dan de BV Nederland zelf verbruikt. Ik heb een sterk vermoeden dat aardgas onder de Noordzee en schaliegas daar weinig aan gaan veranderen.

Dit artikel verscheen eerder op Sargasso.nl.

OOK IN HET NIEUWS DINSDAG 11:30 België krijgt geen wegenvignet voor personenauto’s. De hoogte van de toeristenbelasting in Nederlandse gemeenten stijgt snel. En in Panama is een schip aangehouden dat wapens vervoerde van Cuba naar Noord-Korea.

"WIJ SPELEN EEN HEEL NIEUW SPEL"

Tekst: Lotte Gerritsen / 16 jul – 11:30

Bedrijven geleidelijk eigenaar laten worden van hun eigen, duurzame energievoorziening. Dat is het bedrijfsmodel van BAS Energie.

Vergelijk het met een hypotheek – een annuïteitenhypotheek, om precies te zijn. Elke maand betaal je een vast bedrag. Langzamerhand betaal je steeds minder rente en steeds meer aflossing. Aan het einde van de looptijd is de hypotheek volledig afgelost en ben je eigenaar van het huis.

BAS Energie speelt hetzelfde spel, maar dan met duurzame energie. “BAS stelt energiegebruikers in staat om eigenaar te worden van hun energievoorziening. Zodat deze niet meer geld kost, maar geld oplevert”, zegt Arash Aazami, oprichter van BAS.

Bij BAS betalen bedrijven een vast bedrag per maand dat vaak niet hoger is dan bij hun oude leverancier. Vervolgens kijkt BAS op welke energiekosten bezuinigd kan worden, zonder dat de klant in hoeft te boeten op comfort. De besparingen worden geïnvesteerd in het verbeteren en verduurzamen van de energiehuishouding.

Na een termijn van tien tot twintig jaar kan de klant geheel zelf voorzien in zijn energiehuishouding en heeft hij zijn energie dus ‘afbetaald’. “Het is eigenlijk heel logisch.”

Giga roofbouw
Op basis van deze methode wil BAS zo veel mogelijk bedrijven van grijze naar groene energie laten overgaan. “We moeten zo snel mogelijk van het gebruik van fossiele brandstoffen afstappen”, vertelt Aazami. “We hebben de afgelopen jaren giga roofbouw gepleegd op alle bronnen die we hebben. Veel harder dan de aarde kan bijbenen.”

Aazami noemt de mate waarin onze maatschappij afhankelijk is van energie “eigenlijk heel eng”. Met deze gedachte als uitgangspunt probeert BAS klanten in staat te stellen uit de ‘fuik’ van fossiele energie te komen.

Onder de radar
BAS is nog niet bekend bij het grote publiek en de meeste klanten zijn via mond-tot-mondreclame bij het bedrijf gekomen. “We hebben de eerste twee jaar onder de radar geopereerd”, vertelt Aazami. “We zijn echt opnieuw begonnen met het ontwerpen van een energiebedrijf. Nu zijn we op het punt gekomen om onszelf bekender te maken.”

BAS loopt echter nog tegen verschillende problemen aan, met name wat betreft regelgeving. De Energiekamer van de NMa houdt het toezicht op de netbeheerders op de elektriciteitsmarkt, maar denkt volgens Aazami te veel volgens centralistische lijnen. “Wij spelen een heel nieuw spel, dus hebben we ook nieuwe regels nodig”, zegt hij. “De wetgeving is nog niet klaar voor het feit dat mensen in hun eigen energiebehoeften gaan voorzien.”

Is de lange terugverdientijd geen horde? “We merken dat dat wel meevalt. Dit is één van de weinige producten waar je direct profijt van hebt en waarbij die terugverdientijd er minder toe doet”, zegt Aazami. “Een huis heeft ook een hele lange terugverdientijd. Maar iedereen koopt er wel één.”

Toekomstplannen
In de nabije toekomst staat BAS niet alleen voor een energiebedrijf, maar voor een beweging naar een duurzame en goede energievoorziening, hoopt Aazami. “Wij zullen onze concurrenten ook in het zadel helpen en hopen dat er twintig à dertig bedrijven per land zijn die op deze manier gaan werken. Dan kun je de markt gaan omkiepen.”

OOK IN HET NIEUWS MAANDAG 16:15 De stichters van ruim zeventig branden in het Groningse Winschoten zijn veroordeeld tot celstraffen en TBS. Burgemeester Boris Johnson van Londen wil dat vliegveld Heathrow verdwijnt. En de Utrechtse politie vindt dat de gemeente moet voorkomen dat prostituees op straat komen te staan na sluiting van de ramen aan het Zandpad.

DUITSE 'ENERGIEWENDE' IS BIG BUSINESS

Tekst: Wierd Duk / 15 jul – 16:00

Halverwege augustus, een maand voor de Bondsdagverkiezingen, wacht Duitse burgers een koude douche. Dan wordt duidelijk hoeveel zij komend jaar meer gaan betalen om de 'Energiewende', de overgang naar duurzame energie, mogelijk te maken.

Minister Peter Altmaier (CDU) van milieu is er niet gerust op. Hij weet nu al dat de opslag op de stroomprijs boven de afgesproken 6 cent per kilowattuur zal uitkomen. Dat de prijs van electriciteit nauwelijks meer in de hand is te houden hebben Duitse politici over zichzelf afgeroepen. Om de groene revolutie te versnellen geeft de staat aan producenten namelijk ruimhartige subsidies voor de bouw van zonnepanelen en windmolens.

Voor hun 'schone stroom' krijgen die leveranciers gedurende twintig jaar een vaste vergoeding. Zo zijn zij beschermd tegen prijsschommelingen op de vrije markt.

Dat is een politiek-ideologische keuze waarvan de Duitse consument het gevolg voelt in zijn portemonnee. Duitsers gebruiken meer duurzame electriciteit dan andere Europeanen en moeten daar flink voor betalen: na Cyprus is de stroomprijs in Duitsland het hoogst.

Onrechtvaardig
Veel burgers vinden het onrechtvaardig dat zij meebetalen aan de Öko-Umlage terwijl grote, 'energie-intensieve' ondernemingen hiervan zijn vrijgesteld omdat zij anders internationaal niet meer concurrerend zouden zijn. Inmiddels gelden de vijstellingen voor steeds meer bedrijven, waaronder openbaar vervoerbedrijven en zelfs golfbanen.

Minister Altmaier begrijpt, zo vlak voor de verkiezingen, dat de stroomprijs in de campagnes een heet hangijzer kan worden. Hij pleit er al enige tijd voor om de prijzen te bevriezen. Maar de minister heeft hiervoor in de Bondsraad, de deelstaten-kamer waarin de oppositie een meerderheid heeft, geen steun.

Backup
Duitslands ambitieuze energie-project kent meer problemen. Zo besloot de Bondsregering na de ramp in het Japanse Fukushima, in 2011, om versneld af te zien van atoomstroom. Een grote meerderheid van de Duitsers steunt die Atomausstieg. Maar zon en wind zijn geen constante stroombronnen. Er is altijd backup nodig. Nu die achtervang niet door kerncentrales geleverd kan worden, zijn nieuwe kolen- en gascentrales nodig. Omdat de bouw daarvan duur is en omstreden – en het de vraag is of in de toekomst niet weer nieuwe technieken worden ontwikkeld – aarzelen energiebedrijven met investeringen.

Daar komt bij dat de Duitse netwerken niet zijn berekend op de pieken en dalen van de groene stroom. Er moeten door het land duizenden kilometers nieuwe leiding worden aangelegd.

Indrukwekkend
Pleitbezorgers van de groene omwenteling wijzen liever op de positieve resultaten. Zo bedraagt het aandeel groene energie in Duitslands energie-consumptie meer dan 25 procent. In 2001 was dit nog zeven procent. Het officiële doel is: tachtig procent in 2050. Dat is een indrukwekkende omschakeling voor de vijfde economie – en het derde exportland – ter wereld.

Ook is het aantal banen in de duurzame energie-sector de afgelopen jaren fors toegenomen, van 160.00 in 2004 naar 380.000 in 2012. Met de Energiewende is inmiddels een complete economie gemoeid, waar zo'n 25 miljard euro in omgaat. Vandaar dat Duitse politici, zoals Peter Altmaier, zenuwachtig worden als het draagvlak onder de bevolking voor het milieu-project afneemt. Want met het slagen van Duitslands groene revolutie zijn grote belangen gemoeid.

Neem hier een abonnement op Duitsland-correspondent Wierd Duk.

OOK IN HET NIEUWS MAANDAG 13:00 De eerste Nederlandse politietrainers komen woensdag terug uit Afghanistan. Het aantal geboorten in ons land is sinds het begin van de jaren tachtig niet zo laag geweest. En president Obama roept op tot kalmte na de omstreden vrijspraak van een buurtwachter die een ongewapende tiener had doodgeschoten.

GROENE STROOM DIE NIET GROEN IS

Tekst: Eva Schram / 15 jul – 12:45

“Kijk, weet je wat het is? Als het om stroom gaat, weet je wel precies wat je op het net zet, maar niet wat je ervan afhaalt”, zegt Sible Schöne, programmadirecteur van de HIER Klimaatcampagne. Daarom zijn aan het begin van deze eeuw de Garanties van Oorsprong in het leven geroepen, gaat hij verder. “Er moest meer transparantie komen op de elektriciteitsmarkt en er werd begonnen met de groene energiemarkt. Een Garantie van Oorspong (GvO) is heel simpel gezegd een bewijs dat een bepaalde hoeveel stroom uit een windturbine, biogasinstallatie of andere duurzame energiebron op het net is gezet.”

Het is alweer een paar weken geleden dat de Nederlandse Energiemaatschappij (NLE) de campagne ‘Jokkebrokken’ begon. Het energiebedrijf maakte bekend dat ze al jarenlang grijze stroom als groen verkocht door GvO’s uit Noorwegen in te kopen. Die kostten het bedrijf slechts anderhalve euro per huishouden voor een heel jaar.

Snel barstte er hevige discussie los. Consumenten werden in het ootje genomen: waar ze dachten groenestroomproducten te kopen, betaalden ze eigenlijk voor ordinaire grijze stroom dat ‘groen gewassen’ was. Het handelen in GvO’s (ook wel certificaten genoemd) verhindert bovendien dat energiebedrijven investeren in duurzame energie. Waarom zou je immers voor miljoenen euro’s investeren in een windpark, als je ook voor wat luttele euro’s certificaten uit Noorwegen kunt importeren?

Kamerleden Jan Vos (PvdA) en Agnes Mulder (CDA) stelden naar aanleiding van de campagne schriftelijke Kamervragen aan minister Kamp van Economische Zaken. Een eerder aangevraagd debat over de kwestie gaat niet door.

Probleem
“Het probleem zit hem erin dat er in sommige landen helemaal geen markt bestaat voor groene stroom. Noorwegen is zo’n land. Alle opgewekte stroom is daar groen, dus die certificaten zijn daar niets waard. Ze kunnen de GvO’s daarom makkelijk dumpen in Nederland”, zegt Schöne. “Maar ondertussen wordt er geen kWh extra groene stroom geproduceerd. Al die groene stroom bestaat al, maar omdat de certificaten los verhandeld worden, kunnen die gebruikt worden om grijze stroom groen te wassen.”

Daarom dringen milieuorganisaties erop aan het handelen in GvO’s aan banden te leggen. “Op korte termijn is de enige manier om een geloofwaardige markt voor groene energie te creëren het verbieden van buitenlandse certificaten. En dan zijn we nog flexibel en accepteren we alle stroomproducten die voor tachtig procent uit in Nederland opgewekte groene stroom bestaan. Je weet van tevoren immers nooit precies hoeveel windenergie je op gaat wekken”, zegt Schöne.

Maar er is volgens HIER nog een mogelijkheid. “Een andere optie is de certificaten te koppelen aan duurzame-energie-afspraken die in Europa zijn gemaakt. Als Noorwegen claimt honderd procent duurzame elektriciteit op te wekken, moeten ze daarvoor de certificaten kunnen overleggen. Als ze dan daarnaast nog certificaten willen verkopen aan bijvoorbeeld Nederland, moeten ze méér stroom gaan produceren. Dat zou natuurlijk prima zijn”, zegt Schöne.

Producten die deugen
Een andere taak die milieuorganisaties op zich genomen hebben, is het voorlichten van consumenten over de stroomproducten die ze kopen. HIER heeft de groenestroomchecker, WISE en Greenpeace een rangorde van energiebedrijven. Die laatste twee partijen hebben nogal wat commentaar op de checker van HIER. Want hoe kun je een product van Essent oké bevinden, als datzelfde bedrijf een enorme kolencentrale neerzet in Eemshaven? Schöne vindt dat onzin: “Wij hebben een heel ander concept. Als Nuon bijvoorbeeld een windpark neerzet in Flevoland, wat ze vorig jaar gedaan hebben, dan vinden wij dat ze die stroom als groen mogen verkopen. Greenpeace vindt van niet, omdat Nuon ergens anders grijze stroom opwekt. Ze maken een vergelijking van verschillende bedrijven, en vertalen die naar een groenestroomadvies. Dat vinden wij raar.”

Maar de kritiek van WISE en Greenpeace beperkt zich niet tot de checker van HIER. WISE verwijt HIER al tijden dat ze gesponsord worden door Essent. Schöne verweert zich daar licht geërgerd tegen. “Essent sponsort een aantal evenementen van ons, zoals het Klimaatstraatfeest en de Klimaatborrel. Wij ontvangen geen overheidssubsidie of geld van de Postcodeloterij, dus zijn we afhankelijk van samenwerkingen. En we hebben voor Essent gekozen omdat we met een groot energiebedrijf met een behoorlijk bereik wilden samenwerken. Dan heb je het over Eneco, Nuon of Essent. Die laatste doet verreweg het meeste aan groene energie en is de enige waarvan alle groene stroomproducten ook echt deugen. Maar we werken bijvoorbeeld ook samen met Greenchoice.”

Klokkenluider
Volgens Schöne begon “het grote gesjoemel” al vrij snel na de invoering van de GvO’s. “Maar het leek ons, alle milieuorganisaties eigenlijk, beter onze mond te houden over die onzinproducten, omdat de consument anders zou denken dat alle groene stroom onzin was”, zegt hij. “Maar op een gegeven moment werd dertig procent van alle stroom als groen verkocht, terwijl iets minder dan tien procent ook echt groen is. Toen hebben wij gezegd: dit levert niets op. Er verandert helemaal niets aan onze energieproductie.”

En dus kwamen er checkers en ranglijsten. Maar het thema kreeg pas een paar weken terug echt grote bekendheid, toen de Nederlandse Energiemaatschappij met de ‘Jokkebrokken’-campagne kwam. “Op zich vinden wij het goed dat ze stoppen met die onzinproducten van ze, maar wat de de Nederlandse Energiemaatschappij nu doet, is suggereren dat groene stroom nooit deugt, en dat is niet waar”, aldus Schöne. Waarom deden zij als milieuorganisatie er dan niet zelf eerder wat aan? “Achteraf gezien hadden we als milieuorganisaties niet zo lang moeten zwijgen, want het is moeilijker iets groots een stop toe te roepen, dan iets kleins in de kiem te smoren.”

Hoe moeilijk het is de handel in certificaten te stoppen, moet nog blijken. Als Kamp van energiebedrijven eist dat minstens tachtig procent van hun groene stroom uit Nederland komt, wordt de groene energiemarkt een stuk overzichtelijker. Op z’n minst zouden energiebedrijven op hun stroometiket niet alleen moeten aangeven uit welke bron de energie komt, maar ook uit welk land. Schöne: “De vraag is of Kamp bereid is dat namens Nederland als enige in Europa te doen.”

Dit artikel verscheen eerder op Sargasso.nl.

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie