Vooringenomen, minder kritisch, eenzijdige informatie, niet-objectieve media en spreekbuis van de overheid, zo wordt de NPO vaak betiteld, vooral door de rechterzijde van het politieke speelveld. “Een grote fake nieuwsfabriek met links liberale politiek correcte blaaskaken”, noemt Wilders het. Maar als de PVV en het FvD al openlijk aangeven Ongehoord Nederland te zullen steunen, wordt er meteen een stempel geplaatst op de nieuwe kandidaat omroep.
Eenzijdige deug-geroeptoeter vs genuanceerd realisme
Een groot deel van de bestaande media schiet meteen in een kramp. ‘Weer een rechtse omroep die denkt poot aan de grond te krijgen’ is veelal een eerste gedachte. Logische reactie, want die was er ook toen WNL in februari 2009 werd opgericht. Alleen had WNL de Telegraaf (Sjuul Paradijs) achter zich en lukt het in no-time om 50.000 leden te werven, die allemaal € 5,72 moesten betalen, zodat WNL aspirant-omroep kon worden.
Meteen klimmen allerlei schrijvers in de pen om stukken te schrijven waar de ironie vanaf druipt. Een nieuwe omroep van ‘rechtse signatuur’ wordt gezien als een bedreiging, niet als een kans, dus er moet meteen invloed worden uitgeoefend op de publieke opinie. Zoals met het stuk van Frits Abrahams in NRC die de oprichters “gediplomeerde rancunelijders” noemt en die nu al Afshin Ellian, Leon de Winter en Wierd Duk in één adem durft te noemen met Ongehoord Nederland.
In het programma Spraakmakers op NPO1 laat journalist en publicist Charles Groenhuijsen zich afwijzend uit over Ongehoord Nederland: “ik wordt er zo moe van, (zucht) niet weer, niet nog eens.”
De Volkskrant en De Groene, beiden lijken ze er niet om te geven dat Nederland het land is van de diversiteit, inclusiviteit en vooral de vrije mening.
Rechts bij links
Doordat Nederlanders steeds minder televisie kijken, wordt het aantal kijkers én de subsidie voor de NPO steeds minder, en dat is voor Ongehoord Nederland ongunstig. Daarom is het opmerkelijk dat Karskens en Niemöller ervoor kiezen onderdeel te worden van datgene waar ze in feite tegen zijn en niet kiezen voor de commerciële omroepen. Ergens is het wel logisch, want in het commerciële bestel zijn al meerdere rechtse partijen vertegenwoordigd, zoals Elsevier en GeenStijl. Tv-recensent Han Lips zei het al in 2017 in het Parool: “Het rechtse geluid komt het best tot zijn recht in een links decor“.
Naast PowNed en WNL zou Ongehoord Nederland zo maar eens de derde (rechtse) zender kunnen worden die om dezelfde reden aansluit bij de NPO, namelijk een meer gebalanceerde publieke omroep waarin iedere Nederland zich in herkend en gehoord voelt. Nu maar hopen dat Karskens en Niemöller de kijkers weer terug voor de buis weten te krijgen, aangezien volgens Ongehoord Nederland op Twitter “televisie en radio nog steeds concentratiepunten zijn voor de meningsvorming.
Dit artikel verscheen eerder op het blog van de auteur.