Vliegende rivieren. Voor het eerst doken ze op in de wetenschappelijke literatuur in de jaren zestig van de vorige eeuw. De ingenieur en milieuactivist Gerard Moss, een tot Braziliaan genaturaliseerde Zwitser, die als eerste alleen in een zweefvliegtuig de wereld rond vloog, slaagde er in het eerste decennium van deze eeuw in om vanuit een eenmotorig vliegtuigje met een buis water op te vangen uit de lucht en dat te analyseren. Hij ontdekte dat de samenstelling van de lucht significant veranderde, afhankelijk van het gebied waar de monsters werden genomen.
Lucht uit het tropische gebied van de Atlantische Oceaan stroomt Brazilië binnen en komt boven het grootste tropische regenwoud ter wereld, de Amazone. Daar bevinden zich miljarden reusachtige bomen die elk meer dan duizend liter per dag uitzweten die in die Atlantische lucht terecht komen. De lucht gaat verder richting het Andesgebergte, dat aan de westkant de grens van de Amazone vormt, en zorgt daar voor regen en stroomt verder naar de laaglanden van Bolivia, naar de Braziliaanse deelstaten Mato Grosso, Mato Grosso do Sul, Minas Gerais en São Paulo, naar Paraguay en Argentinië. In dat gebied bevinden zich behalve resterend bos ook grote plantages met soja en mais, twee van de agrarische commodities die een boost geven aan het bruto nationaal product van de regio.
Moss, die zijn reis maakte met steun van onder andere de Universiteit van São Paulo en het Instituut voor Ruimteonderzoek INPE, berekende dat een vliegende rivier die hij in het eenmotorige vliegtuigje volgde van de Amazone tot Brazilië’s grootste stad São Paulo 3200 kubieke meter per seconde vervoerde.
De vliegende rivieren zorgen ervoor dat de luchtvochtigheid boven het midwesten en zuidoosten van Brazilië met twintig tot dertig procent toeneemt. De conclusie van de onderzoekers van de USP en het INPE was dat in het belang van de regens een eind moest worden gemaakt aan ontbossing en een begin moest worden gemaakt met herbebossing, om dit proces ook voor de toekomst te garanderen.
We schrijven dan het jaar 2009, het eind van de tweede ambtstermijn van de linkse president Luiz Inácio Lula da Silva, beter bekend als Lula, en nu in de race om opnieuw president te worden. Zijn belangrijkste tegenstander is zittend president Jair Bolsonaro, van extreemrechtse snit en bekend als kampioen ontbosser.
Dochter van een rubbertapper
In 2009 waren de ontbossingcijfers in de Amazone nog hoopgevend. 7464 vierkante kilometer volgens PRODES, het programma van het INPE, dat de ontbossing in kaart brengt. Op dat moment het laagste cijfer sinds de oprichting van PRODES in 1988. In de daarop volgende jaren zou het nóg beter gaan, tot 4571 vierkante kilometer in 2012.
De goede cijfers waren deels te danken aan minister van milieu (2003-2008) Marina Silva, dochter van een rubbertapper in de Amazone-deelstaat Acre, die op zestienjarige leeftijd leerde lezen en schrijven en zich dankzij scholing en wetenschappelijke studie een weg baande in de vakbondswereld en de politiek. Partijgenoot Lula van de Arbeiderspartij riep haar naar Brasília voor het ministerschap. In 2007 kreeg ze samen met zes anderen de milieuprijs van de Verenigde Naties getiteld Champions of the Earth. Brazilië werd mede door haar inspanningen voortrekker in de discussie om klimaatverandering tegen te gaan.
Tijdens Silva’s ministerschap waren haar belangrijkste tegenstanders de machtige boeren uit onder andere het midwesten van het land, die zo afhankelijk zijn van de regen die onder andere de vliegende rivieren brengen. Zonder regen kan in de zaaimaanden die beginnen in september niet worden gezaaid en moet de boer wachten. De laatste jaren komt het steeds vaker voor dat het zaaien moet worden uitgesteld.
Omstreden waterkrachtcentrale Belo Monte
President Jair Bolsonaro wordt als de grote boosdoener gezien als het om ontbossing gaat, maar de cijfers beginnen al te stijgen onder Lula’s opvolgster en partijgenote Dilma Rousseff.
De wat eenzelvige Rousseff, tegenpool van de joviale communicator Lula, is diens stafchef en is Silva’s tegenstander in de regering. Rousseff staat voor de economische vooruitgang in het belang van het werkende volk, Silva voor de bescherming van natuur en milieu. Hun geschillen culmineren bij de beslissing over de bouw van de meest omstreden waterkrachtcentrale van Brazilië: Belo Monte, in de rivier de Xingu, nabij de stad Altamira in de Amazonedeelstaat Pará. Silva verlaat de regering Lula.
Onder president Rousseff (2011-2016) wordt in 2012 een boswet aangenomen, die het boeren toestaat als hun land zich in beschermd gebied bevindt een deel van dat land te ontbossen. De ontbossing begint weer toe te nemen, tot 7893 vierkante kilometer in 2016, het jaar dat ze wegens illegale boekhoudkundige trucs wordt afgezet door het Congres. Haar vervanger Michel Temer (2016-2018) houdt de cijfers nog enigszins stabiel, maar het eerste jaar onder Jair Bolsonaro laat een significante stijging zien: 10.129 vierkante kilometer Amazonebos gaat tegen de vlakte in 2019 en nog eens 10.850 vierkante kilometer in 2020. De vooruitzichten voor 2021 zijn dat er meer dan 13.000 vierkante kilometer bos verloren is gegaan.
En dat in het jaar dat op de grote internationale milieuconferentie in het Schotse Glasgow, de COP26, wordt besloten om in 2030 alle illegale ontbossing te beëindigen. Brazilië is een van de ondertekenaars van dat akkoord, wat de slechte reputatie van het land nog enige verlichting brengt. Maar daaraan komt al snel een eind als kort na de top halverwege november de laatste ontbossingcijfers naar buiten worden gebracht.
De regering heeft er wijselijk mee gewacht om niet nóg meer kritiek over zich heen te krijgen als milieuparia van de wereld. “Record ontbossing weerlegt het betoog van Brazilië tijdens COP26”, staat boven een column van de gezaghebbende journalist Jamil Chade op de nieuwssite uol. Brazilië heeft de ergste oktobermaand sinds 2005 doorgemaakt. Dat was het vorige dieptepunt, dat de toenmalige minister van milieu Marina Silva deed besluiten om het systeem DETER in het leven te roepen. DETER neemt per satelliet ontbossing meteen waar en maakt het mogelijk voor de autoriteiten ter plekke actie te ondernemen om verdere schade te voorkomen. Uit de gegevens van PRODES blijkt bovendien dat in de periode van augustus 2020 tot en met juli 2021 13.235 vierkante kilometer Amazone verloren zijn gegaan, het hoogste getal in vijftien jaar tijd.
Opwarming aarde is bedrog
Eveneens half november houdt de vereniging voor sojatelers Aprosoja in de deelstaat Mato Grosso, grootste sojaproducent van het land, een conferentie waar de wetenschapper Ricardo Felício komt uitleggen dat de opwarming van de aarde door menselijk handelen bedrog is. Ricardo Felício is van mening dat de klimaatwetenschappers erop uit zijn om de economische ontwikkeling van opkomende landen als Brazilië te dwarsbomen. Een boodschap die precies in het straatje past van president Bolsonaro, die de Amazone graag overlaat aan boeren, mijnbouwers en goudzoekers, om de economie een steun in de rug te geven. Maar werkt het zo?
Als het minder regent, zijn de boeren daar toch als eersten de dupe van?
Onderzoekers van de Federale Universiteit van Minas Gerais (UFMG) zochten uit in hoeverre dat klopt en richtten zich daarbij op het zuidelijke deel van de Amazone, waar de ontbossing door de landbouw het grootst is. Gegevens over regenval kruisten ze met gegevens over ontbossing. Hun bevindingen publiceerden ze in het wetenschappelijk tijdschrift Nature halverwege 2021. Ze ontdekten dat bij grotere ontbossing de regenval afneemt. En ze ontdekten nóg iets: boeren in het betreffende gebied lopen door productieverlies financiële schade op. Door droogte wordt het zaaien uitgesteld en door droogte wordt ook de kwaliteit van de oogst aangetast. Volgens de UFMG bedraagt die schade een miljard dollar per jaar, ofwel jaarlijks een kleine 900 miljoen euro.
Begin december 2021 wordt bekend dat het Braziliaanse agrarische bruto nationaal product in het derde trimester van 2012 met negen procent is gedaald ten opzichte van het derde trimester in 2020. Dat is een klap voor de sector, die wordt gezien als een van de belangrijkste motoren van de Braziliaanse economie. Oorzaken voor deze tegenvaller: kou en droogte. In januari 2022 wordt bovendien bekend dat in het zuidwestelijke buurland Paraguay de oogst van soja door de droogte veertig procent minder zal zijn dan verwacht.
Maar de agrowereld verkeert nog niet in staat van opperste staat van paraatheid. “Ontbossing betekent agro-zelfmoord”, vat UFMG-onderzoeker Argemiro Teixeira kort en bondig samen. “De grotere productie die je bereikt door je areaal uit te breiden, wordt teniet gedaan door het verlies door de droogte. Het saldo is zelfs negatief. Als je het bos laat staan, haal je een beter resultaat.” De reacties uit de agrowereld op het onderzoek waren tweeledig, zegt hij. “Er is die sector die we de achterlopende sector noemen, die geen aandacht besteedt aan de wetenschap en de conclusies naast zich neerlegt. En er zijn de mensen die ontvankelijk zijn, die wél oor en oog hebben voor wetenschappelijk onderzoek en die met de conclusies van de UFMG aan de slag willen.”
Vliegende rivieren belangrijk
Sílvio Crestana, verbonden aan de landbouworganisatie Embrapa, die boeren met technische adviezen bijstaat, geeft een gedetailleerd overzicht van welke gewassen van de droogte te lijden hebben gehad. Koffie verloor een kwart van haar productie, rijst, grasland voor vee, mais, bonen, sinaasappels, allerlei producten, al dan niet voor grootschalige export, hebben van de droogte te lijden gehad volgens de deskundige. Er zijn allerlei manieren om met toenemende droogte om te gaan: zuiniger watergebruik, gewassoorten die beter bestand zijn tegen minder regenval, et cetera, enzovoort. Maar de essentie, volgens deze oude rot in het vak, is dat het tropische regenwoud blijft staan. “De vliegende rivieren zijn belangrijk voor de landbouw. Naarmate de Amazone verdwijnt, verdwijnt de landbouw in het midwesten, ofwel de producenten van soja en mais en de veeboeren.”
Het vreemde is dat juist dat gebied een van de hotspots van de aanhang van de ontbosser Bolsonaro is, met als een van de belangrijkste vertegenwoordigers de al genoemde belangenorganisatie voor sojatelers Aprosoja. Aprosoja wil niet ingaan op het bestaan van vliegende rivieren en het verband tussen ontbossing en droogte. De vereniging gaat er prat op dat ze toch goede oogsten binnenhaalt door verbeterde productietechnieken, ondanks de droogte. Wie wel beschikbaar is voor commentaar is Marcelo Britto, de beminnelijke voorman van de ABAG, of wel de Vereniging voor Braziliaanse Agribusiness. Britto is een gerespecteerd spreker op agrarische congressen over de hele wereld. Zijn ABAG maakt deel uit van de Coalitie Brazilië, een groep van meer dan driehonderd bedrijven, banken en milieuorganisaties, die de belangen van bosbehoud en economische vooruitgang wil verenigen. Ze werd opgericht in 2015.
De altijd diplomatieke Britto is opvallend kritisch over de regering Bolsonaro: “De Coalitie en ABAG hebben zes manieren voorgesteld om de ontbossing te verminderen. Daar heeft de regering niets mee gedaan. Alleen toen de COP26 in Glasgow in zicht kwam, toonde de regering initiatief, door een reductie van de uitstoot van CO2 te beloven en een eind te maken aan illegale ontbossing voor 2030. Ze heeft geen geloofwaardigheid en laat zich niet leiden door de wetenschap. Die staat voor ons centraal. We moeten gehoor geven aan wat wetenschappelijk onderzoek ons laat zien. We moeten zorgen dat de herkomst van producten traceerbaar is om te zorgen dat ze niet uit ontbost gebied komen. We hebben controle nodig in de Amazone om ontbossing tegen te gaan. Daar wordt niets aan gedaan”, vertelt hij in een telefonisch interview.
Geen geld meer voor brandbestrijding
Onder de regering Bolsonaro is het budget van Ibama, het orgaan dat optreedt tegen milieudelicten als ontbossing, bijna gehalveerd. Dat is een belangrijke reden dat de cijfers van ontbossing zo sterk zijn gestegen. De activiteiten van illegale goudzoekers zijn met vierhonderd procent gestegen. Niet alleen sneuvelen bomen en wordt de leefomgeving van de dieren in het woud bedreigd, ook worden de rivieren vervuild door onder andere het gebruik van kwik.
De groene nieuwssite Mongabay publiceert in december 2021 een verhaal getiteld: ‘Om een eind te maken aan illegale ontbossing, zou de Braziliaanse regering het compleet kunnen legaliseren, waarschuwen experts’. In het stuk wordt erop gewezen dat Bolsonaro in april, nadat hij op een digitale klimaattop had aangekondigd de inspanningen te verdubbelen om ontbossing tegen te gaan, het budget van het ministerie van milieu kortte met een kwart. Het milieubudget is het kleinste in twintig jaar tijd volgens het Observatório do Clima, een verzameling milieuorganisaties. In diezelfde periode moest ICMBio, dat verantwoordelijk is voor het naleven van milieuwetten, zijn activiteiten staken om bosbranden tegen te gaan omdat er geen geld meer was. Ibama deelt nog maar tienduizend boetes per jaar uit, in plaats van de 25.000 in de periode voor de regering Bolsonaro, zo ontdekte de krant Folha de São Paulo. In december geeft bovendien stafchef van de regering Augusto Heleno het groene licht aan goudzoekers om in beschermd inheems gebied te zoeken.
Flinke internationale druk
Federaal gedeputeerde Tabata Amaral, een jonge, gedreven vrouw afkomstig uit de sloppen van São Paulo, maar omhooggeklommen door onder andere een beurs aan de prestigieuze Harvard Universiteit in de Verenigde Staten, maakt zich ernstig zorgen. “Er is onder de regering Bolsonaro zo veel verwoest en in het jaar dat hem rest kan hij nog veel ellende aanrichten”, verzucht ze vanuit de hoofdstad Brasília, waar regering en Congres zetelen, aan de telefoon. “Ernstige weersomstandigheden als droogte of extreme regenval hebben we nu. We moeten nú iets doen. Brazilië verliest met de ontbossing geld.”
Amaral is lid van het milieublok in het congres, dat tegenover het grote landbouwblok, de rurale fractie genoemd, bestaand uit 257 congresleden, niet veel kan uitrichten. De rurale fractie beslaat meer dan een derde van het hele Congres, “maar”, tekent Amaral aan, “ze spreken niet met één stem.” Net als onderzoeker Teixeira van de UFMG maakt ze onderscheid tussen de achterlopende agrariërs en de serieuze agrarische sector, die luistert naar de wetenschap.
Tabata Amaral hoopt op flinke internationale druk om politici en agrariërs in Brazilië ervan te overtuigen dat ze hun houding ten opzichte van de Amazone en andere bosgebieden in Brazilië moeten veranderen. Alleen als het financieel pijn doet, zal er iets gebeuren. Supermarkten in de Verenigde Staten en Europa hebben aangekondigd geen rundvlees uit Brazilië meer te betrekken omdat hun leverancier JBS, grootste vleesproducent ter wereld, indirect vee koopt uit illegaal ontboste gebieden. Boeren in illegaal ontbost gebied verkopen aan boeren in legaal gebied en die verkopen aan JBS.
Banken en pensioenfondsen staan onder druk om investeringen in bedrijven als JBS te stoppen. Wetenschappers van de Wageningen Universiteit riepen begin 2021 in een brief hiertoe op. Volgens Milieudefensie zijn Nederlandse investeerders Europees kampioen financiering ontbossing. Ze steken het meeste geld in bedrijven die betrokken zijn bij illegale ontbossing. In 2020 zou het om een bedrag van 362 miljoen euro zijn gegaan.
Maar aan de Braziliaanse politiek lijkt dat allemaal voorbij te gaan. Interviewverzoeken voor deze longread worden door congresleden van de rurale fractie genegeerd. Intussen ligt een wetsvoorstel om publiek land dat onrechtmatig privébezit is geworden – landgrabbing – te legaliseren. Tegenstanders vrezen dat dit de ontbossing alleen maar verder in de hand werkt. Er ligt een wetsvoorstel om de milieuregels voor bedrijven die in de Amazone willen opereren te versoepelen. Er ligt een wetsvoorstel om inheems land dat na 1988 is afgebakend niet meer als inheems land te erkennen. In inheems gebied mogen geen economische activiteiten door derden worden ontplooid. En er ligt een wetsvoorstel om deze economische activiteiten op inheems grondgebied te erkennen. Allemaal dolksteken in de rug voor de Amazone.
Het is tekenend, zo zeggen milieuactivisten en klimaatexperts, dat in Glasgow Braziliaanse milieuorganisaties en andere non-gouvernementele organisaties volop meedachten over oplossingen tegen klimaatverandering en dat de regering schitterde door afwezigheid.
Omslagpunt
Terwijl de Braziliaanse regering en het Congres falen met effectief beleid om de Amazone daadwerkelijk te beschermen, komt het zogeheten tipping point, het moment van onomkeerbaarheid, steeds dichterbij. Dat wil zeggen dat er op dat moment zoveel ontbost is dat de Amazone niet langer een tropisch regenwoud is, maar een savannegebied, zoals de aangrenzende cerrado in de deelstaten Maranhão, Piauí, Tocantins, Bahia, Goiás en Mato Grosso.
De gezaghebbende Braziliaanse klimaatwetenschapper Carlos Nobre legt in een interview met de nieuwssite O Antagonista (De Tegenstander) het verschil tussen regenwoud en savanne uit en vertelt hoe het regenwoud verandert in savanne:
“We spreken in de Amazone over miljoenen jaren van bos, meer dan 50.000 plantensoorten, die interactief met hun omgeving zijn. De bomen transpireren water uit. Ze hebben diepe wortels, tot wel tien meter onder de grond. Een ideale situatie voor de vorming van regen en wolken. Daarom regent het er zo veel. Het bos is zo vochtig dat het niet ontvlambaar is. Vuur komt er niet van nature voor, uitzonderlijke droogte daargelaten.
Maar door ontbossing en brand van meer dan twee miljoen vierkante kilometer regio in het zuiden is het droger geworden. De droogte duurt vier weken langer dan in de jaren tachtig en het is twee, drie graden warmer geworden. Als dat zo doorgaat, wordt de Amazone savanne. In de savanne is het zes maanden droog. Vuur is er een natuurlijke gebeurtenis. De sterfte van bomen in de Amazone is door de ontbossing al hoger geworden. Ze verliezen bladeren en de zon dringt door, het bos warmt meer op en droogt op. Daardoor kan brand zich sneller verspreiden. Eerst was dat een kwestie van meters, nu spreken we van kilometers. In het zuiden van Pará en het noorden van Mato Grosso is er al zo veel ontbost dat het bos CO2 verliest, in plaats van dat het het vasthoudt. Het keerpunt is daar heel dichtbij.
We moeten in die regio onmiddellijk alle ontbossing beëindigen, illegaal en legaal. En tot 2030 moeten we het in de hele Amazone stoppen om te zorgen dat het tropisch regenwoud overleeft. Tien procent van alle soorten van planeet leeft daar.”
Ontbossing neemt volgens Nobre toe in de hele Amazone, maar vooral in Brazilië, waar 63 procent van het grootste tropische regenwoud ter wereld ligt. Ook het oppervlak dat nog niet helemaal is ontbost, maar wel afneemt in kwaliteit, is toegenomen “en dat is zeer onrustbarend.”
Groen licht voor ontbossing
Meer dan veertig procent van de ontbossing is het gevolg van landgrabbing, zo zegt hij. “Wat nodig is dat de overheid hiertegen ferm optreedt. En dat hebben we niet gezien onder deze regering, ondanks dat ze duizenden militairen het woud instuurde. Het is weinig effectief gebleken. Het was groen licht voor het milieudelict.”
Nobre denkt niet dat er in Bolsonaro’s laatste regeringsjaar, 2022, veel verandert, terwijl er volgens hem nu al een afname van ontbossing van dertig tot veertig procent per jaar zou moeten worden gerealiseerd. “De boodschap van de regering aan ontbossers is: groen licht.
Er moet nu actie zijn tegen ontbossers en de Federale Politie moet optreden tegen degenen die het financieren, die in andere delen van Brazilië wonen. De regering heeft het Ibama verboden materiaal van de ontbossers te verbranden, maar juist dat verbranden is een enorme schadepost voor financiers van ontbossing en daar raak je hen dus. Nu geef je groen licht door dat te verbieden. Het aantal boetes dat Ibama nog uitdeelt is lachwekkend, de juridische vervolging is vrijwel nul. Bolsonaro bezocht nota bene een goudzoekerskamp in de deelstaat Roraima vóór COP26 in Glasgow. Ook dat betekent groen licht.”
Groen licht is niet gekomen met de komst van Bolsonaro maar bestond al door de macht van de rurale fractie in het congres, aldus Nobre. “Steeds maar uitbreiden van areaal ten koste van bos, vooral voor soja.” De moderne, serieuze agro waar Marcelo Britto en Tabata Amaral het over hebben is volgens Nobre maar een klein onderdeel van de agrosector: “Helaas. De machtige rurale fractie is tegen inheemse gebieden en deze regering geeft daar gehoor aan. Ontbossing, branden, goudzoeken, het is allemaal geëxplodeerd omdat het licht op groen stond.”
Nobre maakt deel uit van een internationale groep wetenschappers die zich in 2019 heeft gevormd om een beeld te geven van wat er aan de hand is in de Amazone. In het lijvige Amazon Assessment Report worden ook aanbevelingen gedaan, ze beslaan een derde deel van het rapport. De vliegende rivieren komen ook aan bod. Nobre: “Dat moet snel worden uitgevoerd. Hoe wil je de Amazone hebben? Weideland, soja, goud, kwik? Of bio-economie met de bomen overeind? Wat er aan boseconomie bestaat doet het goed: açai en cashewnoten bijvoorbeeld. Het bos intact levert veel meer geld op dan gekapt.”
Naschrift
Ik ben teleurgesteld over het gebrek aan respons van de agrarische sector op de onderzoeken over de betekenis van de Amazone voor de regenval. Maar de realiteit zal volgens mij steeds moeilijker te ontkennen zijn en ik zal hierover blijven berichten.
Deze longread is mede tot stand gekomen dankzij de steun van het Matchingfonds.