‘’De laatste tijd lijkt het wel alsof ik overal verhalen hoor of lees over verwaarlozing of kindermishandeling. Mensen staan zo snel klaar met hun oordeel als het gaat om kleine kinderen die een minuutje alleen in de auto zitten, of die zelf naar een speeltuintje in de buurt mogen lopen.
Vooral de discussies op Facebook zijn eindeloos en lijken steeds ongenuanceerder te worden. Ik voel me daar zo ongemakkelijk door, dat ik zulke discussies het liefst helemaal vermijd.
Niet omdat ik het onbelangrijk vind, maar omdat ik bang ben om iets verkeerd te zeggen. Ik ben echt paranoïde geworden. Nu, twee jaar later, krijg ik nog steeds hartkloppingen en voel ik nog steeds de angst en schaamte die door me heen gingen toen er – zomaar ineens – een brief van het meldpunt kindermishandeling op de deurmat lag.
In de brief stond dat iemand zijn of haar zorgen had geuit over het welzijn van mijn dochtertje Tess, die toen tien maanden oud was. De grond zakte onder mijn voeten vandaan. Mijn leven draait om mijn dochter, en ik doe alles om te zorgen dat ze het zo goed mogelijk heeft.
Ik was vierentwintig toen ik zwanger werd. Tess was niet gepland, maar wel heel gewenst. Ik noem haar altijd mijn ‘kindersurprise’, haha. Helaas liep mijn relatie met de vader van Tess al stuk voordat ze geboren was. We hadden altijd al een knipperlichtrelatie gehad en door mijn ongeplande zwangerschap kwam die nog eens extra onder druk te staan. Gelukkig hebben we inmiddels wel een goede modus gevonden om met elkaar om te gaan, en is hij er op zijn manier ook voor Tess.
Omdat ik best jong was en ook nog eens alleenstaand, voelde ik extra de drang om te laten zien dat ik alles onder controle had. Daarbij wilde ik ook blijven werken. Om Tess alles te kunnen geven, maar ook voor mijn eigen ontplooiing.
Warenonderzoek
Vanaf dat Tess twee maanden oud was, bracht ik haar drie dagen per week naar een kinderdagverblijf. Ik had enorm veel ‘vergelijkend warenonderzoek’ gedaan, en bij dit KDV had ik een supergoed gevoel. De leidsters leken echt betrokken, en op een lijn te zitten met hoe ik de opvang van mijn dochtertje in gedachten had.
Met Tess leek het ondertussen geweldig te gaan. Ze was een rustige baby die alleen huilde als ze honger had of een schone luier moest. Wat me wel opviel, was dat ze, naarmate ze begon te kruipen, vaak blauwe plekken op haar lijfje had. Maar omdat Tess mijn eerste kindje was en ik geen vergelijkingsmateriaal had, maakte ik me er niet echt zorgen over.
Op een dag kwam ik haar ophalen na een dag werken toen Marije, een van de leidsters, zei dat Tess uit haar mondje had gebloed. Ik schrok natuurlijk, maar ik schrok nog meer toen ik de blik van de leidster zag. Heel onderzoekend, was die. Ik had geen idee waar de bloeding veroorzaakt door kon zijn, maar Marije zei heel nadrukkelijk dat er niets was gebeurd waardoor Tess de bloeding bij hen had kunnen oplopen. ‘Ze heeft ook echt vaak blauwe plekken he?’ voegde ze eraan toe. Omdat ik me ongemakkelijk voelde onder haar blik en haar toon, nam ik Tess snel van haar over en stapte ik in de auto.
Thuis belde ik de huisarts en maakte ik een afspraak om Tess te laten nakijken. Ze leek nergens last van te hebben, maar het leek me niet normaal dat ze zomaar begon te bloeden. De huisarts bekeek haar dossier en zag dat Tess ook een lange nabloeding had gehad na de hielprik en uit haar navelstompje, vlak na de geboorte. Ze was eigenlijk verbaasd dat er destijds niet was besloten tot nader onderzoek, en stuurde me door naar de kinderarts.
Officieel weet ik nog steeds niet wie er melding bij het AMK heeft gedaan, maar het kan niet anders dan dat het Marije is geweest. Een paar dagen na het ongemakkelijke gesprek dat ik met haar had, plofte er namelijk een brief op mijn mat, waarin stond dat er ‘vermoedens waren van kindermishandeling.’ Het voelde alsof ik een stomp in mijn maag kreeg.
Ik begon hysterisch te huilen. Mijn hele zelfbeeld was gebouwd op het idee van wat voor moeder ik was, en nu stortte dat als een kaartenhuis in elkaar. Wat volgde was een zogenaamd ‘gezinsonderzoek’ en een aantal gesprekken bij jeugdzorg. Ook onze huisarts, mijn ouders, mijn ex, het consultatiebureau..iedereen die betrokken was bij Tess en mij kreeg vragen voorgelegd over hoe ik functioneerde. Of ik goed in mijn vel zat, en of ze ooit vermoedens van kindermishandeling hadden gehad.
Enkele dagen later viel de eindrapportage van het AMK in de bus. Daarin stond dat uit het onderzoek niet naar voren was gekomen is dat er sprake zou zijn van mishandeling. Op zich niet verrassend: Kort daarvoor was uit medische testen gebleken dat Tess’ leed aan een stollingsstoornis, waardoor ze snel last had van bloedingen en blauwe plekken. En ook mijn ex, mijn familie en mijn huisarts stonden vierkant achter me en hadden verklaard dat ik een goede, stabiele moeder was. Toch voelde ik me nog steeds niet vrijgepleit. Alleen al het feit dat iemand mij hiervan heeft beschuldigd heeft zoveel impact gehad.
Roddels
Ik heb Tess weggehaald bij het KDV. Ik kon daar gewoon niet meer binnenlopen alsof er niets aan de hand was. En ook een hoop mensen in mijn oude woonplaats hadden er via roddels zijdelings iets van meegekregen, zoals dat nu eenmaal gaat in een dorp. Helaas zijn er nog steeds een hele hoop mensen die de ‘waar rook is, is vuur’-theorie aanhangen. Ik werd daar echt ontzettend paranoïde van.
Alles wat Tess betreft moest perfect in orde zijn. Geen kreukel in haar kleren, geen slordige haren, elke dag vers koken…ik gaf haar zelfs geen koekje meer in het openbaar. Alles om maar te laten zien wat een perfecte moeder ik was. Dat ik ondertussen op mijn tandvlees liep, verborg ik. Het voelde alsof ik een strafblad had, ook al stond het niet op papier.
Toen ik niet veel later een nieuwe relatie kreeg en we wilden gaan samenwonen, was de keuze dan ook snel gemaakt om voor zijn woonplaats te kiezen. Eindelijk kon ik weer over straat zonder het gevoel dat er voortdurend ogen in mijn rug prikten. Ik weet zeker dat ik anders hard op weg was geweest om in te storten.
Natuurlijk ben ook ik, ondanks wat ik heb moeten doorstaan, van mening dat er beter een keer onterecht melding gemaakt kan worden dan een keer te weinig. Ik had het alleen wel heel fijn gevonden als ik een excuus had gekregen. De leidsters van Tess’ oude KDV moeten weten dat ze fout hebben gezeten, maar ik heb nooit een ‘sorry’ gehad. Dat voelt eigenlijk alsof ze me nog steeds niet geloven. Toch probeer ik het nu los te laten. Over een paar weken wordt mijn tweede kindje geboren. Ik hoop dat dit alles dan definitief vervaagt tot een nare herinnering, zodat ik de beste moeder ooit kan zijn.’’
*Alle namen in dit stuk zijn gewijzigd met het oog op de privacy van de geïnterviewde en de betrokkenen.
Image by ambermb from Pixabay