Het gedwongen afscheid van Dichtbij is om meerdere redenen jammer. Met Dichtbij had Brouwers in de praktijk kunnen bewijzen dat zijn benadering werkt: digital only, samenwerken, content uit de community halen, delen van content, commerciële partners inschakelen, branded content, inzetten op sociale media. Dat ‘werken’ zou betekenen dat er én relevante content geproduceerd wordt én geld verdiend wordt.
Naief
Het optimisme van Brouwers is eerder door Peter Vasterman afgedaan als ‘naïef’. Vooral de veronderstelling dat de samenleving uit permanent content-delende individuen zou bestaan is volgens Vasterman niet op de realiteit gestoeld.
Ik kan daar een eind in meegaan, zinnen als “Van ogenschijnlijk gedweeë volger en van niet-wetende nieuwshongerige is het (publiek) geëvolueerd tot veeleisende medepublicist”, “Het is een heilloze weg journalisten te willen onderscheiden van niet-journalisten” en “iedere Nederlander (is) uitgever geworden” suggereren een werkelijkheid die helemaal niet bestaat. Misschien verspreiden veel mensen “informatie” maar is echt elke Tweet journalistiek en elke posting op Facebook potentieel nieuws?
Revolutie
Maar eigenlijk heeft Brouwers dit vergezicht helemaal niet nodig. Zelfs als een minderheid informatie digitaal verspreidt en beschikbaar is als bron, is dat al een enorme stap vooruit in vergelijking met de ‘oude’ situatie. De lagere drempel om te publiceren en informatie te delen heeft een revolutie teweeg gebracht, een revolutie die de monopoliepositie van bestaande media ingrijpend heeft aangetast, ook zonder dat “iedereen journalist is”.
Op bijna elke pagina van “Na de Deadline” ben ik het eens met Brouwers en frons ik mijn wenkbrauwen. Hij haalt dan ook veel overhoop: de positie van ‘oude media’, het belang van de adverteerder, de rol van de overheid en de invloed van het publiek. Hij geeft 30 tips om geld te verdienen, voorspelt robotjournalistiek een gouden toekomst, en behandelt en passant niche-journalistiek, transparantie, curatie, entrepreneurship en community management. Iedereen in de journalistiek (praktijk, onderwijs, onderzoek) moet het boek lezen, al was het alleen maar om je er over op te winden.
De ondernemende journalist
Een heel hoofdstuk is gewijd aan journalistiek onderwijs:
“Journalistieke opleidingen zijn er niet in geslaagd in te spelen op de maatschappelijke en vakinhoudelijke veranderingen die zich sinds begin jaren ‘90 hebben voltrokken. De maatschappij heeft behoefte aan een ander vakmanschap dan waartoe nu wordt opgeleid. Minder gericht op de behoeften van traditionele producten en meer op de primaire rol van de (ondernemende) journalist zelf: zelfstandig uitgevoerde waarheidsvinding en duiding vanuit loyaliteit naar de maatschappij. Op online platforms.”
Het onderwijs moet op de schop: meer MOOC’s, meer ondernemerschap, meer boot-camps, digital first en met een “compleet andere staf”.
Utopisch
Een revolutionair perspectief. Brouwers wil van studenten digitale ondernemers maken, de afronding van de opleiding ziet hij als volgt:
“Er wordt een app gebouwd, een website ingericht, een journalistieke game gecomponeerd. En daarbij gaat het natuurlijk maar zijdelings om de bouw zelf. Doel is niets meer en niets minder dan liefst al tijdens de opleiding (maar zeker toch direct daarna) met dit product of deze dienst een goed lopende journalistieke business te kunnen runnen.”
Het is niet alleen revolutionair. Het is ook utopisch. Het veronderstelt een digitale wonderwereld met legio mogelijkheden voor apps, games en sites.
Maar hoeveel nieuwsapps kan Nederland hebben? Hoeveel nieuwsgames worden er verkocht? Hoeveel sites leveren voor de makers genoeg op? Brouwers weet hoe lastig het is (Dichtbij) om een renderende digitale nieuws-business te exploiteren.
Ontwrichting
Zijn analyse van de krachten die de nieuwsmarkt ontwrichten is correct – maar of zijn voorspelling over de toekomst klopt, is nog maar de vraag. En daarmee ook de vraag hoe opleidingen daarop in moeten spelen. Meer ondernemerschap en meer digitaal lijkt onontkoombaar, maar of dat een wereld vol vrolijke, digitale ondernemertjes die “onthullen wat verborgen is, uitleggen wat ingewikkeld is, en bang maken waar overmoed corrumpeert”, lijkt me onwaarschijnlijk.