Oost-Congo: tussen hel en paradijs

Hoe een oorlogsgebied een paradijs op aarde had moeten zijn.

Grauw, grijs en modderig. Zo zie ik oorlogsgebieden lange tijd voor me. Totdat ik zelf naar conflictplekken begin te gaan en merk hoe oorlogen vaak op de mooiste plekjes van onze planeet worden uitgevochten. Zo glijden in Afghanistan mijn ogen over de beeldschone berglandschappen waar we overheen vliegen, stokt in Kasjmir mijn adem als we in een houten gondel over het met lelies bedekte Dal Meer glijden, knipper ik in Libië even met mijn ogen bij het zien van de spectaculaire kustlijn waar de woestijn in lijkt op te lossen en verwonder ik me in Koerdistan over de machtige bergpartijen waar we tussendoor rijden.

Ook hier in Oost-Congo ben ik overrompeld door de waanzinnige natuurpracht. Hoewel hier al negentien jaar een bloedige burgeroorlog wordt uitgevochten en het bekend staat als ‘rape capital of the world’, lijkt het gek genoeg tegelijk een paradijs op aarde. De glooiende heuvels vol bananenpalmen en het in de avondzon verkleurende Kivu Meer waar vissers vanuit hun houten kano’s hun netten uitgooien. En Bukavu, de hoofdstad van Zuid-Kivu, voelt als de aangenaamste en fraaiste Afrikaanse stad die we in tijden hebben aangedaan.

Favo uitvalsbasis van de Belgische kolonisten

Verspreid over glooiende schiereilandjes, heb je vanuit elke hoek van Bukavu een totaal ander uitzicht over het enorme Kivu Meer. En door de ligging op ruim 1500 meter hoogte – wat een veel aangenamer klimaat oplevert dan de rest van Congo – was het lange tijd een favoriete uitvalsbasis van de Belgische kolonisten. Hun vroegere aanwezigheid is nog goed terug te zien in het straatbeeld. Zo staat er niet alleen een oude katholieke kathedraal maar zijn veel van de koloniale panden – wellicht door falend overheidsbeleid – hier nog niet vervangen door grote betonnen kolossen. Hoewel de Congolezen vermoedelijk de voorkeur geven aan de glimmende shoppingmalls van Nairobi en Kigali, heeft Bukavu met haar vervallen panden meer karakter en historie dan veel andere steden die we in Sub-Sahara Afrika hebben aangedaan.

Zo vinden we in één van de baaien tussen een aantal wegroestende boten een door de Belgen gebouwd drijvend scheepsdok uit 1942. Het 15 bij 45 meter stalen gevaarte, dat niet had misstaan in een scheepsvaartmuseum, blijkt nog altijd in gebruik. De 53-jarige Congolese manager met grijs kroeshaar vertelt trots hoe lucht in ruimtes onder het stalen plateau het dok doet drijven. Door hier met een buizeninstallatie water in te pompen, laat hij het plateau langzaam zinken, waarna er een boot in vaart. Door vervolgens er met een compressor weer lucht in te perzen, stijgt het dok en wordt het schip langzaam uit het water getild. ‘Dit is het grootste drijvende scheepsdok van Oost-Afrika’, beweert de Congolees.

Kleurige naaldhakken

Ping, ping, ping, ping. In de straten van Bukavu ratelen jongens met een opener langs glazen frisdrankflesjes die ze in een metalen emmer op hun hoofd dragen. Samen met duizenden anderen opvallend inventieve straatverkopers slenteren ze dagelijks door de stad op zoek naar klandizie. Zo sjokken vrouwen met juten zakken vol kippen op de rug, wandelt een jochie rond met een enorme stapel lakens op zijn kop, en trippelen drie meisjes de heuvel op met elk een sportschoen op het hoofd.

Ondanks dat Bukavu grotendeels nog altijd uit stoffige zandwegen bestaat, blijkt sjiek schoeisel er echter ook populair. In een piepklein van houten planken getimmerd winkeltje verkoopt de 20-jarige Giselle tweedehands pumps en naaldhakken in zo ongeveer alle kleuren van de regenboog. ‘Ik verkoop ze voor 20 dollar per paar.’ Eén keer per maand gaat de Congolese met de bus naar de Oegandese hoofdstad Kampala om een nieuwe lading te kopen.

Een paradijs op aarde

De honderden in vodden gehulde straatkinderen doen je echter weer beseffen waar je bent. En enkele dagen later wordt ten zuiden van Bukavu de belangrijkste weg door het leger afgesloten vanwege nieuwe gevechten met de Mai Mai, één van de tientallen in Oost-Congo actieve milities. Hobbelend over de vol scherpe rotsstenen liggende zandweg naar Goma passeren we tientallen met Congolezen gevulde vluchtelingenkampen. Starend over het prachtige Kivu Meer besef ik echter hoe zonder al deze ellende dit letterlijk een paradijs op aarde was geweest.

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafŒ Jeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deŒ ontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.

Geef een reactie